Mevrouw Snellen en Zoon, het tophok uit Den Bosch en een van de absolute smaakmakers in de afdeling Oost Brabant.

Mevrouw Snellen en Zoon, het tophok uit Den Bosch en een van de absolute smaakmakers in de afdeling Oost Brabant.

Introductie. Na het bezoek in de ochtenduren aan de combinatie de Groot uit de stad van de Bossche bollen (waarvan ik er bij bakker de Groot een doosje meekreeg), werd een korte oversteek gemaakt naar het tophok uit Den Bosch, Mevrouw Snellen & Zn. Het hok van deze op papier moeder en zoon maar in de praktijk vader en zoon combinatie staat onder de rook van het bekende provinciegebouw. Eens en nog altijd een mooi baken maar sinds het plaatsen van de nestkast voor slechtvalken is het gebouw natuurlijk minder in trek bij de best wel grote groep duivenmelkers die in deze regio nog woonachtig is. Voor Kees en vader Wim vormt het slechtvalkenpaar een ergernis maar helaas ook wel een “fact of life”. Doel van het bezoek was echter niet te spreken over slechtvalken maar over duiven, plus de kwekers eens te komen bewonderen.

Kees de L'Or in het kweekhok

Het gesprek begon ongeveer in de deuropening van de woning van Kees werd binnengestapt en hield eigenlijk pas op toen het erf van het ouderlijk huis een aantal uren later werd verlaten. Praten kan zoon Kees (van bouwjaar 1969 dus inmiddels al 46 jaar) namelijk als de beste. Hij is daarbij ook gewoon een gezellige prater die naast het feit dat  hij vaak iets zinnigs over duiven houden te melden heeft, ook oor heeft voor hetgeen zijn gesprekspartner te melden heeft.

Tijdens de bijzonder rijkelijk verzorgde lunch werd geprobeerd om aantekeningen te maken. In het verslag hiervan dat hieronder wordt weergegeven heb ik enigszins geprobeerd een chronologische lijn aan te brengen in hetgeen in rap tempo ter tafel kwam.

Goede duiven. In de gedachte van Kees en zijn vader (maar het is Kees die de koers uitzet en zijn vader die dit zeer consciëntieus uitvoert) is het hebben van top duiven zeer belangrijk. Jarenlang zaten deze aan de Albert Verweijstraat maar op een gegeven moment had Kees in de gaten dat het wat moeilijker ging. Hij dacht destijds dat de andere beter vlogen doordat “ze iets in het water hadden”, maar door gesprekken met de toenmalige topspeler uit de club werd het Kees duidelijk waren die de doorslag gaven. De hoogste tijd dus om te zoeken naar bloed verversing. Deze werd zeer succesvol gevonden op de hokken van Berrie van den Brand uit Boxtel. Er werd van dit landelijk bekende tophok al vanaf 2008 duiven gekocht. Het begon met 10 jongen en jaarlijks werd er uit dezelfde bron iets bij gezocht. Er kwamen een aanzienlijk aantal kinderen van de topdoffer en stamvader van het hok van den Brand, de “888” uit diens Bosua lijnen. Het eerste jong van deze doffer verhuisde al naar Den Bosch toen de “888” nog in het vlieghok zat! Allengs werd het de fanatieke Bosschenaar duidelijk dat er topmateriaal onder de pannen zat in Boxtel, naast duiven van Ad Schaerlaeckens waren die voor de duiven van Kees Bosua waarmee van de Brand speelde. Zo kocht hij jongen uit lijnen van de Kannibaal van Bosua en uit diens  Kleine Figo. Voor die tijd waren ze niet goedkoop maar goed bleken ze wel!

Topduivin

Uit de 05-888 (dus gekweekt uit een zoon van de beroemde Kleine Figo) van Berry van den Brand werden maar liefst 7 kinderen naar het kweekhok gehaald. De nieuwe duiven drukten direct al een stempel op de kolonie. Inmiddels zit in het kweekhok een mix van duiven die voor 80% bestaat uit nazaten of directe Berrie van den Brand duiven.

Niet onbelangrijk dus is de inbreng van de Koopman duivin die Kees uitzocht uit een massa duiven. Aanvankelijk vond Kees het niets maar dit ongeloof werd al spoedig gelogenstraft. Haar eerste kinderen vlogen op de natour direct ruim voor de andere duiven uit. De twijfel was dan ook spoedig verdwenen en de Koopman duivin werd de duivin van Stamkoppel 1.

De afspraak voor het bezoek was overigens al zeker 2, zo niet 3, jaar geleden gemaakt maar door diverse omstandigheden nooit geeffectueerd. Achteraf misschien maar goed want de kolonie van het hok Snellen staat nu weer op het zelfde hoge peil als voor de verkoop eind 2013. Door omstandigheden werden in dat jaar alle topduiven van de hand gedaan. Omdat Kees en Wim echter beseften dat je niet zomaar aan de topkwaliteit komt behielden ze hun basis, te weten de drie stamkoppels die nu nog steeds de basis vormen van wat inmiddels wel het “soort Snellen” mag worden genoemd. Voor de volledigheid even de samenstelling van deze drie stamkoppels.

Koppel 1, het zogenaamde Dreampair bestaande uit een Zoon van Kleine Figo van Berry van den Brand keer een duivin van het fameuze hok van Gerard Koopman uit Ermerveen.

Koppel 2, het zogenaamde Bestpair bestaande uit een zoon van het Dreampair maal een rechtstreekse Berry van den Brand duivin (uit Zoon Kannibaal van Kees Bosua keer Leijtens duivin)

Koppel 3, het zogenaamde Strongpair bestaande uit de Zoon “76” (de 76 vloog 3 eersten in Oost Brabant) de duivin van dit koppel is een dochter van het dreampair.

Stilstand is echter achteruitgang dus blijft ook Snellen junior steeds doorzoeken naar vers bloed. Kwalitatief topbloed want er wordt slechts een enkele duif ingebracht. Recent zijn dit duiven van Henri Diks en Gertjan de Hoogh (uit diens Jean Pierre Bosman koppel).Ook kwamen er via Gertjan Timmermans 2 directe afstammelingen van de beroemde “Geeloger” van Koen Minderhoud. Niet onvermeld maar echter de aller recentste bloedverversing worden. Uit de topstal van Jan Hooymans uit Kerkdriel kwam door “een deal” namelijk het beste van het beste naar Den Bosch. Kinderen uit Harry en andere topduiven worden “as we speak” ingekruist op het “eigen soort”!

Systeem. De vliegers, die gespeeld worden op totaal weduwschap, waren ten tijden van mijn bezoek nog niet gekoppeld. De kwekers natuurlijk wel! De vliegers worden pas gekoppeld als hiervoor voldoende zin is gemaakt en als de vliegers er klaar voor zijn. Dit kan qua planning ook makkelijk want de vliegers brengen geen jongen groot! Na een paar dagen broeden gaan ze op weduwschap. Dit scheelt de toch al enigszins op leeftijd zijnde soigneur namelijk veel werk en jongen komen er toch wel voldoende uit het kweekhok!

Van het koppelen op zich wordt niet veel werk gemaakt. “De duiven mogen zelf hun partner kiezen. Dit is makkelijk en het zorgt voor meer motivatie”, aldus Kees. Voordeel van deze methode is dat koppels in stand gehouden worden. Niet alleen de oude duiven maar ook de jaarlingen krijgen / kiezen de partner die ze als jong al hadden. Overigens worden er uit de betere vliegers toch wel jongen gekweekt maar deze eieren worden verlegd onder de jongere kweekkoppels (in het totaal zitten er op het kweekhok 24 koppels dus daar kunnen van de tweede ronde best wat koppels de jongen van de vliegduiven grootbrengen).

Deze late koppeling neemt niet weg dat er vanaf de start “met het gas erop gespeeld wordt”. De voorkeur gaat inmiddels uit naar de “Daagse fond” maar van huis uit zijn vader en zoon echte Vitesseliefhebbers. De oude duiven worden om deze reden dan ook niet verduisterd!. Dit is ook niet nodig want door het wekelijkse spel en het feit dat ze geen jongen groot gebracht hebben stoten ze hun eerste pen pas laat! De jonge duiven worden natuurlijk wel verduisterd, al zijn er wel jaren geweest dat dit bewust niet gebeurde.

Kees de L'Or en Henri Wittens voor het gerenoveerde vlieghok

Qua training van de oude duiven gaat ook al vroeg de gaskraan open. Half januari vlogen de duiven al 2 keer per week uit. Alleen bij slecht weer (mist, regen of sneeuw) blijven de kleppen gesloten. Koude deert ze niet, vocht wel. In het seizoen trainen de doffers tweemaal daags en de duivinnen eenmaal. Voor het seizoen begint worden de duiven 5 tot 6 keer weggebracht voordat de eerste wedvlucht op het programma staat. Tijdens deze lapvluchtjes leren ze ook het spelletje zodat ze op vlucht 1 weten hoe de vork in de steel zit. In het algemeen zijn het de duivinnen die het mooie weer maken. Ze vliegen beduidend meer kop dan de doffers die wel goed hun prijzen vliegen maar vrijwel nooit meer “supertop”.

Tussen de vluchten door wordt niet gereden met de duiven, althans in het oude duiven seizoen. Als de navluchten op het programma staan en de duiven op nest gebracht zijn is dit wel het geval.

Qua voer zijn Snellen Senior en Junior fan van “licht voer”, de Zoontjes mengeling van Ronny van Tilburg uit Zondereigen en vliegmengeling 22 van hetzelfde huis. Goed voer voor een goede prijs!

Bij thuiskomst krijgen zowel de doffers als de duivinnen hardvoer voorgeschoteld. Vanaf maandag wordt er in de verhouding 2:1 Zoontjes mengeling aan de vliegmengeling 22 toegevoegd. Vanaf woensdag of afhankelijk van de te vliegen vlucht gaat op donderdag de Zoontjes weer uit de mengeling.

Tot 300 kilometer krijgen de duiven geen snoepzaad. Als het verder wordt krijgen de duiven alleen op donderdag pinda’s. Van de vluchten van 400 – 500 kilometer wordt de Energy mix aan de maaltijd toegevoegd. Het bepalen van de wekelijkse voer strategie is in handen van Kees maar vader Wim voert dit vervolgens minutieus uit!

Alle duiven komen wekelijks in de mand! De jaarlingen worden voorzichtig gespeeld. In hun geboortejaar vliegen zij alleen de navluchten en dit betekent dat het eerste deel van het seizoen alleen op de Vitesse en Midfond gespeeld worden.

Medisch. Naast de noodzakelijke Paramyxo enting worden de duiven voor het seizoen “hard” af gekuurd. Ze krijgen een 10 daagse geelkuur. Door het wegnemen van de drinkbak voor het voeren en het enige tijd daarna terugplaatsen wordt ervoor gezorgd dat ze voldoende “kuurwater” tot zich nemen.

In het seizoen wordt zo min mogelijk gegeven maar wordt er wel “op gevoel” in gegrepen. Bij de ploeg die naar de “daagse fond” gaat wordt 2 weken voor de inkorving een geelpil opgestoken. De week na dit opsteken blijven ze dan thuis!! Ze worden dan zelf gelapt. Hierdoor zijn ze op de dagfond vaak in topvorm!

Een wezenlijk onderdeel van het systeem snellen is het verstrekken van Bronchicron van Bony Farma. “Hiervan gaat er per seizoen liters doorheen”, aldus Kees. Het op natuurlijke basis opgebouwde Bronchicron doet het slijm oplossen!

Selectie. Qua selectie heeft Kees (en natuurlijk ook zijn vader) echt eigen, soms behoorlijk afwijkende opvattingen. Hieronder een toelichting hierover.

Er wordt gezocht naar een middelgrote duif. Op de hokken van Snellen vind je in de regel geen reuzen! De doffers zijn misschien soms zelfs wat fijn. Ze “kloppen” echter wel! Er wordt bij de selectie behalve op prestaties (moeilijker vast te stellen op de navluchten) en afstamming ook gelet op zichtbare eigenschappen. Zo worden duiven die te snel aanvetten geëlimineerd. Ook naar hoe ze eten wordt gekeken, “schrokkers blijven niet”.

Zoals al eerder gememoreerd spelen vader en zoon Snellen hun jongen in principe alleen op de navlucht. De filosofie hierachter is dat ze beter uitgroeien omdat ze op de navluchten minder zware inspanningen voor de kiezen krijgen t.o.v. de jongen die gespeeld worden in het reguliere seizoen. Door de voorzichtige aanloop (niet alleen als jong maar ook als oude duif, want hierop worden ze hoogstens de laatste 2 dagfondvluchten gespeeld als het Vitesse-Midfond-seizoen is afgelopen) gaan ze bovendien langer mee. Op de vlieghokken zitten dan ook meerdere duiven van 4 of 5 jaar oud die nog steeds absolute kop vliegen!

Bijzonder is deze winter het feit dat er een 12 tal jaarling doffers op een van de hokken zit dat nog nooit aan de vlucht deelnam. Deze doffertjes die laat gekweekt werden en van bijzonder goede komaf zijn, krijgen dit seizoen een speciale opleiding. Om ze hok en bakvast te maken werden ze namelijk wel vroeg gekoppeld. Daarnaast zullen ze frequent weggebracht worden. Als dit goed verloopt worden ze ingemand op de wekelijkse afdelingsoefenvlucht. Als dit een aanzienlijk aantal keer goed verlopen is zullen ze worden ingelast in het programma. “Goede worden geboren en hebben niets nodig”, aldus Kees die een rotsvast vertrouwen heeft in dit experiment. Toen ondergetekende de duiven later in handen kreeg werd wel duidelijk waarop dit vertrouwen gebaseerd is. De klasse droop er vanaf want het waren stuk voor stuk rassige duiven, uitstekend van bouw en vleugel (een soort Geerinckx vleugel) en bovenal zijdezacht!

Bijzonder seizoen 2015. Het seizoen 2015 zal veel liefhebbers in Oost Brabant nog lang heugen. Men kende een groot aantal rampvluchten en ook het hok van Snellen was een keer goed de pineut. Op Laon, in mei  2015, rampvlucht aller rampvluchten werden zeer zware verliezen geleden hetgeen betekende dat er de dag na thuiskomst besloten werd de duiven te herkoppelen omdat van een groot aantal koppels een van de twee partners ontbrak. Dit was noodzakelijk maar wel jammer want de duiven stonden er bijzonder goed op de weken voor “de ramper”. Van Vervins werden er namelijk maar liefst 68 van de 72 in de prijzen gedraaid!

De duiven werden vervolgens de week naar Laon niet gespeeld om ze goed te laten herstellen. Hierna werden ze even gelapt en de week daarna was het weer bingo en meldden de duiven zich weer in het snuitje van de uitslag. Klasse van melker(s) en duif verloochent zich namelijk nooit

Na de lunch gingen Kees, sportvriend Henri en ondergetekende “even” de duiven uit het kweekhok bekijken. En eerlijk is eerlijk, “de bek viel open” bij het bekijken en voelen van zoveel kwaliteit. We kregen inzicht in een inmiddels hechte stam duiven aangevuld met nieuwe aanwinsten van topklasse. Het is dan ook niet verwonderlijk dat grootheden zoals Jan Hooymans (maar ook velen anderen) de weg naar dit top kweekhok weten te vinden.

Tenslotte. De tijd vloog tijdens het bezoek aan het kweekhok. Hierdoor restte nog slechts beperkte tijd om ook de vliegers te bekijken en met vader Wim te spreken. Het korte bezoek aan het vlieghok bevestigde echter het beeld dat eerder gevormd werd op het kweekhok. “Snellen” is terug op het niveau van voor de verkoop! Met 100% zekerheid kan ik het niet voorspellen maar ik vermoed dat de concurrentie in Oost Brabant het komend jaar weer heel wat te stellen krijgen met deze sympathieke melkers!

Aalsmeer, Michel Beekman