Najaarskweek

Najaarskweek

26 oktober 2014. De zomertijd is weer voorbij. Wat mij betreft eerst het zoet in de vorm van een uurtje extra slapen en daarna heel lang het zuur. Dat wil zeggen  een aanzienlijk aantal maanden zowel ’s morgens  als ’s avonds in het donker de duiven verzorgen. Vooral ’s avonds zou het vele werkende melkers helpen als we het hele jaar zomertijd zouden houden. Dit zal echter wel nooit gebeuren al heb ik eigenlijk zelden argumenten gehoord waarom we niet het hele jaar de zomertijd zouden moeten houden.

Zomertijd blijft het wel op mijn hok doordat de verlichting gewoon op hetzelfde tijdstip blijft aan- en uitspringen. Grofweg brandt het licht de komende 5 maanden 12 uur per dag. De reden hiervoor is simpel. Zonder licht kan ik mijn duiven in de donkere periode van het jaar niet verzorgen. Bijkomend voordeel is dat de duiven ook gewoon door ruien en dat is prettig gezien het feit dat ze tot en met de langste vlucht belicht zijn geweest.

Een andere reden waarom het dit jaar van groter belang is dat het licht brandt is het feit dat ik dit jaar op grote schaal aan najaarskweek doe. Sinds maart mochten mijn oude duivinnen na de laatste wedvlucht op 13 september voor het  eerst weer voor lange tijd bij hun partners. Terug naar de natuur na een seizoen tegen de natuur de hebben geleefd.

Eerdere seizoenen liet ik ze alleen broeden. Een toevallige ervaring vorig seizoen bracht mij er toe om nu veel koppels op jongen te laten komen.  In 2013 vergat ik de eieren van één van mijn betere duivinnen weg te gooien en omdat ik er niet van houd om kleine jongen dood te maken bracht het koppel de jongen gewoon groot. Dit seizoen merkte ik geen verschil in de prestaties dus liggen nu bij al mijn betere vliegduivinnen jongen  in de schotel.

Deze jongen zijn op dit moment zo’n 14 tot 18 dagen oud. Nog een tweetal weken en dan kunnen ze gespeend worden. Als alles goed opkomt zullen het er in het totaal een kleine 40 zijn (inclusief een aantal jongen van een paar kweekkoppels die ik het hele jaar door laat kweken).

 

Waarom jongen kweken in deze tijd van het jaar zullen de meeste onder u zich afvragen? Hiervoor heb ik een aantal redenen.

Ten eerste vormt de groei van de jongen een goede indicatie van de gezondheid. Na het moeilijke afgelopen jaar lijken de jongen goed op te groeien.

Ten tweede is er de mogelijkheid om jongen te kweken van duiven, duivinnen, die dit seizoen prima presteerden. In onze sport wordt vaak gezegd dat je navluchtjongen bij liefhebbers moet kopen in het seizoen dat ze prima presteerden. Vrij vertaald doe ik dit nu op mijn eigen hok. Mijn ploeg duivinnen marcheerde immers prima met een 1e Midfond en een 1e Dagfond kampioenschap onaangewezen in het District Amsterdam (het samenspel van de rayons E en F) en ook niet onaardige klasseringen in rayon F.

Ten derde wil ik graag kijken of het systeem dat sommige overnachtfondspelers toepassen ook mogelijk is met programmaduiven. Een aantal overnachtfondspelers kweekt late jongen om die het jaar daarna op de lange toeren te spelen. Met de jonge duiven die nu gekweekt worden wil ik proberen om volgend jaar deel te nemen aan de Vitessevluchten. De hele winter los en in februari en maart een aantal maal wegbrengen zou moeten volstaan. Het programma biedt dan 6 of 7 Vitessevluchten. Hierna beginnen zo ongeveer de drachtvluchten voor de jonge duiven. Afhankelijk hoe ze komen kan er dan doorgeschakeld worden naar de Midfond of naar een aantal extra opleidingsvluchten tijdens het reguliere jonge duivenspel. Hierop kan dan ook het wennen aan twee nachten mand in de praktijk worden gebracht (al is dit natuurlijk ook gewoon op het eigen hok te leren). Na het leertraject kunnen ze dan gemotiveerd gespeeld worden om te kijken wat voor vlees er in de kuip zit.

Waarom echter al die inspanningen? Als dit een beetje wil werken biedt het de mogelijkheid om in de toekomst de druk van het voorjaar af te halen. Als dit lukt kan ik mij in het voorjaar geheel focussen op mijn favoriete spel dat van de oude duiven. Het uitwennen van de jongen en het regelmatig loslaten van de oude duiven zitten elkaar in het vroege voorjaar namelijk altijd in de weg. Precies op het moment dat de oude duiven dagelijks los moeten dienen ook de jongen dagelijks de omgeving te verkennen. Het afgelopen jaar bracht Cor Buis Senior uitkomst door mijn jonge duiven rond 12:00 uur in vrijheid te stellen en de klep van de duivinnen te sluiten. Echter voor de toekomst ben ik op zoek naar een systeem dat ik in mijn eentje kan laten draaien.

Bijkomend voordeel is dat de late / najaarsjongen minder ziektegevoelig zijn. Ook levert het mijn buurtbewoners minder overlast op. Het uitwennen van jonge duiven in deze tijd van het jaar is namelijk minder belastend voor de buren. Ze zitten minder buiten dus ze merken er letterlijk minder van. Ook spoelt een strontje op de tuinmeubels (als die er überhaupt nog staan) er vanzelf af doordat het in de herfst nu eenmaal vaker regent.

Een nadeel is wellicht dat er duiven verloren gaan door de roofvogel. De tijd zal leren hoe groot dit verlies is. Vorig jaar rond deze tijd had ik zo’n 26 zomerjongen die dagelijks buiten kwamen. Eind maart waren er hiervan nog 22 over! Qua verliezen dus niet veel anders dan bij het uitwennen van vroege jongen. Deze zomerjongen speelde ik dit jaar echter pas op de navlucht en dat was te laat.

Natuurlijk wil ik in de toekomst ook wel een aantal gewone jongen. Deze kan ik echter later in het jaar kweken omdat ik ze pas na half april zal uitwennen. Dan lengen de avonden en is het mogelijk de jongste junioren na 19:30 uur in vrijheid te stellen. Dit zullen er dan ook geen honderd of meer zijn omdat er een tweede groep duiven beschikbaar is om het oude duivenbestand aan te vullen.

De jongen die in april buiten komen kunnen nog makkelijk mee de jonge duivenvluchten als de door de NPO geplande vluchtdata blijven zoals ze nu zijn. Kortom veel wilde plannen als het experiment van deze winter lukt. Eerst maar even aanzien hoe de komende weken verlopen.

We weten nog niets …

Ditmaal eens in omgedraaide volgorde. Eerst de duiven en dan het gedoe in de afdeling Noord Holland. Veel woorden wil ik er niet aan vuil maken want we weten namelijk nog niets na de bijzondere algemene ledenvergadering van afgelopen vrijdag. De 3 resterende bestuursleden hielden hun kaarten namelijk tegen de borst aangaande het dispuut met de penningmeester.

Wel werd gepoogd het bestuur weer op de minimale sterkte te brengen zodat ‘gewoon besturen’ weer mogelijk was/is. Hierbij hield men zich niet aan de vaste reglementaire termijnen en dit werd door de meerderheid van de verenigingen al dan niet terecht afgestraft. Wellicht ook versterkt door het bitse optreden van de 2e voorzitter en het feit dat er geen extra duidelijkheid kwam over de exacte problemen met de penningmeester.  De kandidaten konden in de zaal blijven zitten en dus niet achter de bestuurstafel plaatsnemen. Dit betekende tevens dat de algemene ledenvergadering niet door ging.

Over 6 weken kan het spel opnieuw beginnen. Het overgebleven bestuur zal zeker met een aantal kandidaten op de proppen komen. Helaas vrees ik dat de andere ‘groepering’ ook een aantal kandidaten zal stellen en dan begint naar mijn mening de polemiek opnieuw. Vooral omdat de stemverhouding in de zaal 45% tegen 55% was.

Wordt vervolgd zullen we maar zeggen.

Tot volgende week!

Michel Beekman