Jos Nijman, de sprong naar de top!

Jos Nijman, de sprong naar de top van een gedreven en gepassioneerd liefhebber.

1e kampioen Midfond en 1e kampioen Dagfond Onaangewezen Rayon B afdeling Noord Holland.

Introductie. Op een mooie vrijdagmiddag in één van de laatste weken van 2014 bracht ik een bezoek aan Jos Nijman uit Heemskerk. Heemskerk is een rustig dorp aan de voet van de duinen met zo stiekem toch nog bijna 40.000 inwoners. Een van de inwoners is de inmiddels 60 jarige Jos Nijman, een duivenmelker en sportman in hart en nieren. Als Jos iets doet dan gaat hij er helemaal voor. Tot voor 10 jaar terug betekende dit een succesvolle zakelijke carrière. Jos bezat een supermarkt en diverse andere winkels. Dag en nacht was hij hiermee in de weer. Duiven bezat hij al sinds kindsbeen echter de ambities op het sportieve vlak werden sterk beïnvloedt door de drukke zakelijke beslommeringen. “Ik keek altijd achterin de rayon- of afdelingsuitslag of ik er nog in stond”, aldus Jos.

Jos NIjman voor zijn vlieghok en voliere

In 2005 werd echter alles anders. Jos kon zijn zaken ‘goed’ van de hand doen en kon zich geheel wijden aan zijn passie: “hard vliegen en vooral kampioen worden met de duiven”. Echter ook in het nastreven van dit doel ging Jos niet over één nacht ijs. Er moesten betere duiven komen en vooral moest hij zelf een betere liefhebber worden.

Een niet onbelangrijk detail mag niet onvermeld blijven. Kort na de verkoop van zijn zaken liep Jos de grote kampioen van Heemskerk Steef Duijn tegen het lijf. Steef was al vele jaren de grote kampioen van Heemskerk (en vaak ook van ver daar buiten). Beide mannen raakten in gesprek over grote veranderingen in beider leven. Hierbij sprak Jos de woorden “ik wil kampioen worden” en Steef beloofde hem hierbij te helpen.

En Steef hield woord! Hij hielp Jos aan goede duiven. Direct uit al zijn toppers, maar ze gingen ook regelmatig samen op pad. Ze struinden stad en land af op zoek naar topduiven. Ze bezochten verkopingen van topliefhebbers om hun oordeel aan te scherpen. Ook werd menig tophok bezocht. Uiteindelijk vonden ze bij Martin van Zon de super-duiven die ze zochten. Met toelichting en  adviezen. Ook leerde Martin Jos hoe een dagfond duif eruit moest zien.

Tot op de dag van vandaag is Steef Duijn een bijna onmisbare schakel in het duivenleven van Jos. Zo selecteert hij de duiven en koppelt hij de (kweek)duiven.  Dit laatste had de dag voor mijn bezoek overigens ook plaatsgevonden. Dit is op de hokken van Jos een heel ritueel want naast Steef en natuurlijk Jos zelf houden ook broer Peter en steun en toeverlaat Eduard-Jan Schutte zich hiermee bezig. Feitelijk vormen ze samen een soort ‘Team Nijman’. Na eerst een avond gefilosofeerd te hebben over de koppeling volgt enkele weken later de feitelijke koppeling die vervolgens  door de heren onder het genot van een borrel ‘geëvalueerd’ wordt. Men proost dan natuurlijk op de goede jongen die er uit de diverse topduiven geboren (hopen te) worden!

De Duiven. Jos kweekt (en ook voor zijn broer Peter) namelijk duiven met het idee dat hij ooit op zijn site omschreef als “Born2win”! Het toont de ambitie om duiven te kweken die op de dagfond kunnen presteren en bovenal winnen. Bij de zoektocht naar duiven die dit kunnen was Jos direct na zijn ‘herstart’ op zoek naar de ultieme eendaagse Dagfondduif.

De schoorsteen in het dofferhok

Deze duif heeft altijd een perfect lijf. Hierover heeft Jos een duidelijke mening. “Allereerst het liefst een iets langer borstbeen (en niet te dun), staartbeentjes die zo dicht mogelijk tegen het borstbeen aanliggen en de staartbeentjes zelf die liggen ook tegen elkaar aan en zijn moeilijk uit elkaar te krijgen/duwen”. Een goede stuit met een prima onderbouw is noodzakelijk om met zijwind op koers te blijven.

Ook over de vleugel heeft Nijman een duidelijke mening sinds Steef Duijn en Martin van Zon hem de kneepjes van het vak leerden. “De vleugel moet bij de duif stevig tegen het lichaam aanliggen, de aanhechting is krachtig deze spieren moeten goed ontwikkeld zijn. Bij vogels voor het korte werk is het niet essentieel maar bij dagfond van groot belang. Verder hebben ze altijd een korte achtervleugel, dit geldt voor alle type duiven. De voorvleugel mag lange pennen hebben, vooral de laatste 4 mogen/moeten een grote verspringing maken. Deze laatste 4 zijn de roeispanen!! Uiteraard zijn de pennen soepel en de veren zacht maar ook dit is het moeilijkst te omschrijven”. Om een en ander te illustreren heeft Jos op mijn verzoek voor deze reportage een foto gemaakt van een in zijn ogen ideale vleugel.

Een goede vleugel volgens Jos Nijman

“Qua pluim zijn topduiven superzacht, vettig, palingachtig en waarbij alles compact tegen het lijf aan ligt”, aldus Jos. Daarnaast houd hij van duiven met karakter, wringers die weg uit je handen willen. Die hierbij ook erg attent zijn.

Het oog is naar de mening van Jos NIjman vooral van belang bij het kweken. Voor het vliegen is van belang dat de pupil klein is, en vooral heel beweeglijk. ”Je moet hem als het ware zien knijpen”. Duiven met een grote pupil zijn vaak onregelmatig en bij veel zonlicht in het nadeel. Het oog is echter niet van doorslaggevend belang. Het gaat om goede prestatie met een  goed gebouwd lijf en dan  volgt pas het oog.

Aangezien Jos een goede vriend is geworden van columnist en Dagfondspecialist Martin van Zon mag het geen verbazing wekken dat hij qua idee over spieren diens mening deelt. Het is een kwestie van leren aanvoelen maar deze spieren lijken op een opgeblazen binnenband. Deze spieren zijn nodig om een duif 5 of 6 maal in een seizoen prijs vliegend van 600km naar huis te laten komen.

Dat deze gedachten wel hout snijden blijkt niet alleen uit de vele kampioenschappen die sinds 2005 behaald werden maar bijvoorbeeld ook uit de afdelings- en NPO-winst op de zwaarste dagfond van het afgelopen seizoen vanuit Vierzon.

Stamopbouw. In het kweekhok treffen we heden ten dage een mix aan van diverse topduiven. Er zitten nazaten van de supers van Steef en Martin, wat duiven van Anton van der Veen uit zijn oude van Loon lijn(super vleugels), Peter van de Merwe, Geert Munnik  en van Gilles de Nooijer (een paar echte goede Koen Minderhoud en Gaby Vandenaabele-duiven).  Recent werden er een paar duiven geruild / aangeschaft bij de top van Den Helder, Lau Hoffman en Peter Crans. Persoonlijk was ik erg onder de indruk van het ‘samenkweek-product’ met Laurens Hoffman. Lau haalde enkele jongen en hieruit kwam een super terug naar Heemskerk. Daarnaast zitten er in het kweekhok inmiddels ook een aantal ‘eigen’ supers. Jos was namelijk in 2010, 2011 en 2012 al kampioen oude duiven in rayon B van de afdeling Noord Holland. Ook won hij al eerder een 1e NPO en natuurlijk verhuisden de duiven die deze successen brachten ook naar het kweekhok.

Hierbij merkt Jos op dat er natuurlijk altijd meer slechte duiven geboren worden dan goede ….

Rudimentaire volieres

De hokken. Op het erf, of beter gezegd de middelgrote tuin, achter de vrijstaande woning (gelegen aan de rand van een klassieke nieuwbouwwijk) staat eigenlijk maar één echt hok. Hierin huizen de doffers en sinds dit jaar een aantal kweekduiven. In het totaal zitten er 20 broedhokken in de afdeling van ‘de mannen’. Aan het hok hangt een ruime ren / spoetnik (zie foto). Qua klimaat en milieu is de kampioen uit Heemskerk nog altijd zoekende. Zo werd er tijdens het seizoen nog een extra raam geplaatst om het hok van meer licht en warmte te voorzien.

De overige duivenverblijven zijn allen volières. De meeste kwekers, de weduwduivinnen en de jonge duiven huizen alle in zeer rudimentaire verblijven. Jos is van mening dat je ‘de dames’ niet moet opsluiten in een donker, warm en gezellig hok met ruim voer maar in een strakke huisvesting met voldoende lucht. Overigens moet je de dames ook niet van september tot en met februari gescheiden laten zitten! In het seizoen zien de weduwen hun partners slechts 1 dag per week en  als je ze dan ook nog eens 4 maanden helemaal alleen laat zitten dan is dat vragen om problemen.

Systeem en verzorging. Bij Jos Nijman draait het om 100% inzet, een goede planning, een trainingsplan en kennis over voeding. Trainen en voeding zijn zeer belangrijke onderdelen. Jos heeft namelijk ondertussen wel ondervonden dat je met voeding en training veel kan bereiken. Hierbij moet de eigen gezondheid van de duif voorop staan. Deze gezondheid moet je volgens Jos Nijman ondersteunen met natuurlijke producten. Het gaat om het opbouwen van weerstand. Degenen die het regime niet aankunnen dienen te verdwijnen.

Hierbij dient de melker altijd wel zeer attent te blijven. Goed opletten en de duiven regelmatig bij de veearts laten controleren. Alleen als ze echt iets mankeren worden er gericht medicijnen verstrekt.  Sinds 2009 volgt Jos de ‘natuurmethode’, hij kijkt hierbij ook veel naar de mens als topsporter. Jos is naast duivenmelker ook fanatiek wielrenner en zoekt dan ook altijd naar verbanden tussen de mensen- en de duivensport. Bij de topsport zijn training, voeding en begeleiding tot wetenschap verheven en is antibiotica killing voor de conditie. Naar de mening van Jos is dat bij duiven niet veel anders.

Het natuurlijke systeem is gebaseerd op een aantal natuur producten te weten Allicine, Knoflook, Tarwegras, bakkersgist en kurkuma.  Een uitleg over iedere stof.

Allicine: is de bouwsteen in het gezond houden van de duiven op de hokken van de Jos (en ook Peter) Nijman. Allicine is een antibioticum dat voorkomt in knoflook. Het werkt zeer efficiënt tegen verscheidene bacteriën. Verse knoflook en knoflookpoeder bevatten alliine en het enzym alliinase. Wanneer deze twee met elkaar in contact komen, ontstaat Allicine. De Allicine wordt vrijwel direct omgezet in andere stoffen, zoals ajoïne en s-allylcysteïne, die verantwoordelijk zijn voor de vele gezonde eigenschappen van knoflook. Het product dat op de hokken in Heemskerk over het voer verstrekt wordt is Allicine op oliebasis. Hierdoor vervliegen de goede eigenschappen minder makkelijk dan bij hetzelfde product op waterbasis.

Knoflook: Dit wordt verstrekt via het water vrijwel het hele jaar rond. In z’n algemeenheid gaan er twee gesneden knoflookteentjes in de drinkbak van ca 2 liter.

Tarwegras: Dit zijn gekiemde tarwekorrels en dat direct na de oogst geperst wordt. Het diep groene sap staat bol van de vitaminen, mineralen, enzymen, chlorofyl en vitale energie.

Kurkuma: Het wordt gemaakt van de wortel van deze plant. Het is een vast bestanddeel van kerriepoeder (curry) en geeft hieraan zijn gele kleur. Volgens een report uit de ´International Journal of Biochemistry and Cell Biology´ uit 2009 vermindert kurkuma de kans dat ingewanden ziek worden ten gevolge van een ontsteking. Het zorgt dat er meer witte bloedcellen in het lichaam worden aangemaakt die de oorzaak van de infectie bestrijden.

Bakkersgist: Dit wordt gegeven als supplement omdat het een rijke bron van eiwitten is en veel vitamine B bevat.

Het (begeleidings)systeem ziet er als volgt uit gedurende het vliegseizoen. De beschrijving is op mijn verzoek door Jos opgeschreven en een op een overgenomen.

“Voordat de duiven thuiskomen maak ik het voer klaar voor de zaterdag en zondagmorgen voor zo’n 40 duiven (mijn vlieg duiven). Ik schat zo’n ruime 2 kilo. Ik gebruik hiervoor 1 deel Beyers kweek (Galaxy), 1 deel  Beyers Enzym Energie en 2 delen Beyers Enzym Relax. In de emmer gaat eerst ‘n blokje bakkersgist waar ik een dik papje van maak. Hierna volgt één eetlepel van een vitamine preparaat uit de paardensport waarna ik het voer er door heen meng en het  laat opdrogen. Vaak moet het voer een paar keer los geklopt worden. Na het opdrogen  van het voer wordt het voer bevochtigd met 6 milliliter Allicine en  worden er 2 thee lepeltjes Kurkuma doorheen gemengd”.

“Bij thuiskomst ligt in alle broedhokken grit, roodsteen en het nodige snoepzaad dat in de zomer grotendeels uit hennep bestaat. De duiven worden pas nadat ze uit elkaar worden gehaald gevoerd”.

“De doffers krijgen genoeg tot ze voer laten liggen en de duivinnen voer ik ook ruim maar wel wat meer met het oog. De zondagmorgen herhaal ik dit na de ochtend training of wanneer ze thuis zijn gekomen vanuit Numansdorp (de doffers die niet gespeeld worden op de Midfond vliegen dan op zondag een trainingsvlucht = mb). Met deze 2 voerbeurten moeten ze weer genoeg weerstand hebben opgebouwd en moeten ze hersteld zijn van hun inspanningen”.

“Zaterdag kort voordat de duiven thuiskomen gaat er één kuipje tarwegras in een 2 liter drinkbak.  Deze bak wordt indien nodig zondag gewoon bijgevuld en pas maandag ververst met schoon water”.

“Allicine wordt om 3x per week verstrekt. Het gebruik van Allicine impliceert 2 voerbeurten per dag. Alleen op de dag van inkorven geef ik het in de ochtend want de middag voerbeurt bestaat grotendeels uit top power en vetten”.

De training is een serieuze zaak. De duiven trainen 2 x daags, zowel de doffers als de duivinnen. De duiven trainen ook nog op de ochtend van de dag waarop ingekorfd wordt. “De duivinnen probeer ik  per trainingsbeurt een uur in de lucht te houden”, aldus Jos. “Willen ze meer vliegen dan is dat ook prima maar dat maak ik zelden mee”. De doffers komen ook een uur per vliegbeurt buiten. Veel moeite om ze in de lucht te houden wordt niet gedaan. Ze mogen ‘rustig’ vanaf het hok ketsen. Of deze wijze van training van invloed is op het verschil in prestaties tussen de doffers en duivinnen op het hok van Jos Nijman is niet direct vast te stellen, maar ‘het mooie weer’ wordt in de regel gemaakt door de duivinnen.

Lappen. Wanneer de duivinnen niet helemaal naar het zin trainen worden ze voor de Mid-en Dagfondvluchten op de donderdag na de ochtend training weleens weggebracht. Ze worden gelost op ruim 25 kilometer. Ze stormen bij de doffers naar binnen en worden gelijk weer weg gepakt na thuiskomst van Jos. De duivinnen krijgen vervolgens een bad. Ze worden in de middag afgevoerd en worden zonder verder te tonen ingekorfd.  Als de duivinnen niet zijn wegbracht dan wordt er wel getoond.

Qua voer wordt er opgevoerd met de Beyers Premium Enzymix mengelingen, van “relax’ naar ‘energie’ naar ‘top power’. Vroeger werd er voer van Ovator verstrekt, na het faillissement was het even zoeken naar een alternatief. Hetgeen nu gevonden is in de bovengenoemde Beyers mengelingen.

Zoals vrijwel alle fondliefhebbers geeft ook Jos Nijman een vette mix.  Deze bestaat uit 250 gram ongezouten pinda’s en 150 gram geraspte kaas. Dit gaat door de blender. Vervolgens wordt er 1 eetlepel vloeibare Lecithine en ‘n paar handen hennep aan toegevoegd. Bij elkaar is het zo’n 500 gram vette mix voor ongeveer 40 duiven. De mix wordt over de woensdagmiddag- en donderdagmiddag-maaltijd verdeeld.  De mix wordt niet gegeven wanneer de omstandigheden op de Midfond gunstig zijn. Is er sprake van kopwind dan krijgen de duiven het wel!  Op de dagfond krijgen de duiven in principe voor alle vluchten de vette mix maar wanneer voor een korte Dagfond vlucht als bijvoorbeeld  Chateaudun de verwachting is dat ze met 90 kilometer per uur naar huis stormen, wordt ook dan de vette mengeling niet verstrekt.  De kweekduiven kregen dit seizoen dan ook regelmatig de vette mix op het menu.

Tenslotte. Bovengenoemde methodische aanpak heeft geleid tot grote successen. In 2014 resulteerde het in een 1e kampioenschap Midfond en een 1e kampioenschap Dagfond in rayon B van de afdeling Noord Holland. Het is wel een intensieve aanpak. Ondanks het feit dat Jos praktische hokken heeft en geen echte poetser is (de hokken worden wel dagelijks schoongemaakt) wordt er menig uurtje op de hokken doorgebracht. Dit is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Jos is de eerste om zich zelf als “een bevoorrecht mens” te omschrijven, omdat hij zoveel tijd aan zijn hobby kan besteden. Tijd die hij ook geeft aan de sport in het algemeen, want zo lost hij samen met 2 anderen de duiven. Mocht hij echter eens op (fiets)vakantie zijn, dan kan hij altijd een beroep doen op broer Peter (die tijdens mijn bezoek ook even kwam aanwaaien) en steun en toeverlaat Eduard-Jan. Kortom; de concurrentie in Noord Holland zal nog wel wat te stellen houden met Jos (en zijn team).

Aalsmeer, Michel Beekman.