Corne Janssen Helvoirt

Corné Janssen, Helvoirt,  uitstekend met de jonge duiven in 2012

Vrijdag 9 november jongstleden ging ik samen met sportvriend Michel op bezoek bij Corné Janssen in Helvoirt. Gek genoeg ken ik vriend Janssen al zeer veel jaren maar is het er pas een keer  van gekomen om hem eens aan een groter publiek voor te stellen. Dat is bijzonder omdat ik al jaren deelgenoot ben van meer dan uitstekende prestaties. Op alle vluchten maar vooral met de Jonge Duiven komen ze als duivels richting de hokken aan de Molenstraat 21 te Helvoirt. Hoogste tijd dus voor een nadere introductie.

Sportvriend Janssen beoefent al een mensenleven lang onze prachtige sport. Hij begon als jong ventje van 9 jaar en nu zo’n 35 jaar later woekert de duivenmicro nog even fanatiek als bij de start. Een duivenmelker in hart en nieren maar wel eentje met weinig tijd. Een installatiebedrijf, een jong gezin met 4 kinderen, een soort kinderboerderij rond het huis  (een boerderij met veel ruimte en dieren) en een grote kolonie duiven vereisen een uitgekiende planning om alles een beetje goed naast elkaar te laten verlopen.

Bij een dergelijk druk bestaan moeten er duidelijke keuzes gemaakt worden. Wat de duiven aangaat betekent dit er voor een zeer eenvoudige verzorging wordt gekozen. Dit betekent dat de hokken niet schoongemaakt worden. Janssen hanteert op alle hokken de droge mestmethode. Niet zoals op vele hokken de ‘natte mestmethode’, maar echte droge mest. Op het oude duivenhok was de mest letterlijk zo droog als stof. Erg handig als je weinig tijd hebt en bovendien de laatste 2 jaar geteisterd wordt door diverse operaties aan polsen en elleboog (Carpaal tunnel syndroom)

Ook qua spel worden duidelijke keuzes gemaakt. Op de oude duivenvluchten wordt alleen maar met doffers gespeeld. De reden hiervoor is wederom het gebrek aan tijd. ’s Avonds is de tijd beperkt en dan is het handig als er alleen jonge duiven en doffers dienen te trainen. De doffers trainen overigens ook ’s morgens. Vrouw Marianne laat ze dan los, omstreeks 8:30 uur, waarna ze ergens tegen 11:00 uur weer binnen worden geroepen en gevoerd in de volière. Hier blijven ze dan tot de heer des huizes thuiskomt en de avond training aanvangt.

Er wordt begonnen op nest doordat de koppeling van de vliegduiven pas in de 3e week van februari plaatsvindt. Het Vitesse spel heeft bij de ouden geen prioriteit (bij de jonge duiven ook niet overigens). Pas als de kaap van drie honderd kilometer in zicht komt begint het te kriebelen. De prestaties schieten dan ook omhoog. Door de ziekenhuisopnames (in de afgelopen jaren 3 keer geopereerd tijdens het seizoen)is dit de laatste jaren voor de buitenwacht minder zichtbaar maar de duiven zijn echt geschikt voor het lange(re) werk.

De eerlijkheid gebied te zeggen dat dit seizoen de prestaties ook niet 100% waren omdat de gezondheid van de oude doffers wat te wensen overliet. Door de operaties was de aandacht iets minder in het voorseizoen en dit leidde tot problemen met Het Geel. Ook zorgde de iets verminderde aandacht in combinatie met het natte voorjaar voor een haar- en spoelwormen infectie. Een risico bij de droge mest methode.  Toen deze problemen eind mei onder controle waren ging het weer crescendo. Al met al werd in de BBC en kleine kring 32 maal de eerste plaats bezet in de afgelopen 3 seizoenen.

De duiven op de hokken komen van diverse landelijke en regionale grootheden. Het zijn afstammelingen van duiven van Rien en Tonnie van Dal, J. Sleutjes, H. Ooteman, W. Dielissen & Zoon en Ton en Mieke van de Put. Recent werd aangeklopt bij landelijke kopstukken als de Combinatie van Wanrooy (Geffen), Koen Minderhoud (Westkapelle) en de Gebroeders Scheele (Terneuzen). De eerste resultaten met de nazaten van deze nationale grootheden zijn veel belovend.

De accommodatie van vriend Corné bestaat uit een groot L-vormig hok. In de hoek op het Zuiden zijn 4 afdelingen voor de oude duiven gecreëerd. In de andere hoek van het hok dat op het Oosten gericht staat worden de weduwen en de jonge garde gehuisvest.  Ook hierin bevinden zich 4 afdelingen. Alle hokken zijn voorzien van volières. De hokken verdienen zowel aan de buiten- als aan de binnenzijde niet de schoonheidsprijs maar hier wordt door duiven niet opgelet. Ze voelen er namelijk buitengewoon goed thuis.  In alle afdelingen  is sprake van een inrichting met aan beide zijden broedvakken of loketkasten bij de junioren. Hierdoor wordt de onderlinge rivaliteit aangewakkerd waardoor de motivatie om vlug naar huis te komen stijgt. Althans dit is de mening van vele topliefhebbers (dus ook van Corné).

De jongen, die de aanleiding vormden voor deze reportage, komen evenals hun oudere soortgenoten wat later op gang. Die heeft 2 redenen. Ten eerste werd er aan enkele korte Vitesse vluchten niet deelgenomen omdat zowel de afstand als de vluchtrichting de hoofdpersoon van dit verhaal niet aanstonden. Ten tweede worden de jonge duiven relatief laat geboren. De kwekers (32 koppels) worden pas in de 3e week van januari samen gezet. Het is Corné de laatste jaren opgevallen dat de echt vroege (winter)jongen aan het eind van het seizoen wanneer de vluchten zijn waar zijn aandacht naar uitgaat (de wat langere) het vaak laten afweten. Het zijn de jongere junioren die dan vaak het mooie weer maken. Om meer uit te blinken op deze vluchten kweekt hij dus gewoon wat later……

De onderkomens van de jonge garde bieden ruimte aan zo’n 160 jongen. Verspreid over 2 grote afdelingen. In de 2 andere afdelingen is ruimte voor jongen van een latere ronde en de weduwduivinnen. Ten tijden van de vluchten is het aantal jongen vrijwel gehalveerd. Het afgelopen jaar grepen roofvogels maar liefst 45 jonge duiven tijdens het uitwennen en gedurende  de periode dat ze de omgeving gingen verkennen.

Tot aan de jonge duiven (Mid)fond vluchten worden ze eenmaal per dag losgelaten. Hierna tweemaal daags. In deze periode worden ze ook met de vlag getraind omdat ze anders te weinig vliegen. Ze zitten namelijk in deze periode op nest en dan is de zin om te vliegen niet erg groot.

Honger hebben de jonge duiven vrijwel nooit. Er wordt ruim gevoerd. In het begin van de week is dit AS mengeling van Teurlings. Dit wordt zeer regelmatig ook verstrekt door vrouw Marianne of een van de kinderen en dit voer is makkelijk herkenbaar door de oranje zak. De laatste 2 dagen krijgen ze op de korte vluchtjes Mariman Geel. Dit voer wordt op de langere afstanden vervangen door ‘Koopman All in one’. Daarnaast krijgen ze heel veel pinda’s. Heel veel is ook letterlijk heel veel want Corné voerde het afgelopen jaar maar liefst 50 kilo hiervan!

Medisch is het plaatje beperkt. Er worden zo min mogelijk medicijnen toegediend. Hieronder het begeleidingsplaatje van de jonge garde. Op de dag van thuiskomst, een vitamine preparaat. De dag erna niets. De dag daarna conditiepoeder van dierenarts Ferdinand Marien dat aan het voer geplakt wordt door middel van Bronchicron van dierenarts Boskamp. Op woensdag krijgen de duiven Glucovit-power van Boskamp over het voer. Geplakt wordt dit met citroensap. Niet vers geperst maar uit een flesje van de Aldi. In het water krijgen de youngsters geen enkel medicijn! Olie en mineralen/bak allerhande krijgen de duiven niet gedurende het seizoen. Janssen heeft de indruk dat dit de conditie naar beneden haalt doordat het slijm en verstopte luchtwegen oplevert.

Om de prestaties van de jonge duiven naar een hoger plan te brengen worden ze ten tijden van het (Mid)fond seizoen 2 keer in de week weggebracht op maandag en woensdag en gelost in Weelde. Dit is 22 kilometer en als de gezondheid en de conditie stijgen gaan deze vluchtjes steeds sneller. Dit werpt duidelijk zijn vruchten af want de series op de vluchten worden dan ook steeds indrukwekkender.

Tenslotte. Corné Janssen, een beetje bijgestaan door zijn zoontje Bas, toont aan dat je ook met weinig tijd met goede duiven en de nodige inventiviteit toch tot uitstekende prestaties kunt komen!

 

Aalsmeer, Michel Beekman