De aansluiting verloren

De aansluiting verloren

Zondag 16 augustus 2020. Buiten regent het voor de verandering eens wat vroeger dan gebruikelijk (rond 13:00 uur). Een goed moment om eens achter de laptop te kruipen. Iets wat ik de afgelopen twee weekenden niet deed. In ieder geval niet om een weekstuk te schrijven want natuurlijk volgde ik de actualiteit binnen en buiten de duivenwereld op de voet.

Zelfs op het kleinste van de twee wonderschone idyllische Perhentian eilanden volgde ik vorig weekend en de dagen ervoor en er na het wereldnieuws op de voet. Echter wel letterlijk en figuurlijk op gepaste afstand. Op een eiland aan de prachtige Oostkust van Maleisië is het levensritme wat trager en lijken de problemen van alledag verder weg dan ook.20200807_125725

Wellicht was het ook daarom dat ik mij bijzonder vervreemd voelde van de duivenwereld. Een proces dat al langer aan de gang is overigens. De duivenwereld die mij eens zo vertrouwd aanvoelde lijkt steeds verder van mij af te staan. Wellicht komt het omdat ik alweer bijna drie jaar geleden voor het laatst aan een vlucht deelnam. Ik weet het niet, maar de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik vele duivenmelkers gewoonweg niet meer begrijp. Ik heb ogenschijnlijk de aansluiting met velen van de sportgenoten een beetje verloren.

Alle problemen die in de duivenwereld spelen, of zaken die tot probleem gemaakt worden, voelen zo onwezenlijk aan. Er wordt door veel melkers van de kleinste zaak, het vliegen of beter het niet vliegen met duiven, het grootste mogelijke probleem gemaakt. Net alsof er op dit moment in de wereld geen andere problemen zijn die van een veel grotere importantie en impact zijn. Ook lijkt men vergeten hoe kortgeleden het nog maar was dat het er naar uit zag dat er helemaal niet gevlogen zou kunnen worden in 2020.

20200807_115853

Vooral op de sociale media wordt er als het ware gevochten voor het coûte que coûte vliegen met duiven. Onder alle omstandigheden. Het lijkt bijna een wedstrijdje hard schreeuwen. Hard schreeuwen om je gelijk maar te halen. Zonder echte inhoudelijke argumenten, noch gebaseerd op juiste aannames, slechts gestoeld op fantasieën of een selectief geheugen. Vooral dit laatste wordt steeds erger. Het verleden wordt geromantiseerd. De slechte vluchten waarvan er vele malen meer waren dan tegenwoordig (ik zocht het ooit uit) worden simpelweg vergeten. Iets dat aan de ene kant maar gelukkig is want anders was het aantal actieve melkers nog lager. Echter om het vervolgens om te draaien is dan wel weer het andere uiterste.

De opinieleiders in deze discussies beseffen helaas niet dat je de gemiddelde duivenmelker tegen zichzelf in bescherming moet nemen. En dan vooral hun duiven moet beschermen tegen hun eigenaren. Deze opinieleiders zelf hebben vaak (niet altijd) een hok met duiven die de omstandigheden als in vorig weekeinde, of het weekeinde daarvoor, nog wel net aan kunnen maar ze maken in mijn ogen, wederom helaas, de fout om de kwaliteiten van hun eigen duiven (en de bijbehorende verzorging) te projecteren op die van alle melkers. Helaas is dit zo ongeveer de grootste misvatting in onze sport. Zonder nu de betweter uit te willen hangen durf ik gerust te stellen dat 80% van de duiven de weersomstandigheden die de laatste weken gangbaar waren niet aankunnen. Intrinsiek qua aanleg niet. En ook niet doordat ze qua begeleiding niet voldoende begeleid worden door hun eigenaren. Eigenaren die ook coûte que coûte aan de vluchten wensen deel te nemen.

20200807_140522

Deze groep melkers denkt vaak dat ze een hok vol “machinetjes” tot hun beschikking hebben. Ze overschatten de mogelijkheden van hun duiven totaal en korven ze domweg in. Al wachtend onder het genot van een biertje komen ze dan vanzelf thuis. Althans dat denken ze.

Dat dit niet zo werkt bleek vorig weekend in België. Nationaal Bourges werd een totaal fiasco. Op een vlucht waarop normaal gesproken de crème de la crème van de Belgische duivensport deelneemt bleek dat de hedendaagse oude duiven toch wel degelijk limieten kennen. Zelfs op de grootste, lees beste hokken viel de thuiskomst van de duiven ronduit als armetierig te karakteriseren. Gelukkig kwamen de duiven op zondag goed na en was de bond op voorhand zo verstandig geweest het inmanden van jongen te verbieden.

Gek genoeg las ik op voorafgaand aan de vlucht veel meer commentaar dan achteraf …. Ditzelfde gold overigens ook voor de marathonvluchten. Op voorhand was er veel te doen over het inkorten maar na afloop hoorde je niemand over de feitelijke juistheid van het besluit.

20200808_153117

De centrale vraag in de discussie over het wel of niet afgelasten en/of inkorten van de vluchten bij extreme weersomstandigheden is echter wat we met z’n allen vinden over het verloop? Welk verloop is acceptabel en welk verloop niet? Over verliezen wil ik dan nog niets een praten aangezien dit moeilijk in kaart te brengen is maar komende winter zou er grondig gesproken en gediscussieerd moeten worden wat we met z’n allen acceptabel vinden.

Dit zal geen sinecure zijn want de verschillen tussen de meningen zijn ongekend groot. Ook zullen de verschillende bloedgroepen binnen onze sport elkaar in hun waarde moeten laten. De mannen van de lange adem hebben een hele andere perceptie over een goed verlopen vlucht dan de gemiddelde programmaspeler. Wat zij aanmerken als een heroïsche prestatie wordt door de gemiddelde programmaspeler beschouwd als een survivaltocht of wandelaarsvlucht.

Het betreft overigens niet alleen het beeld van het verloop van de vluchten maar ook de inschatting van de haalbaarheid van de thuiskomst in acceptabele conditie na een acceptabele inspanning. Een marathonduif is in dat opzicht heel wat anders dan de volbloed raceduiven die in de meeste programmahokken huizen. Bij de criteria voor het afgelasten of het inkorten zal ook hiermee rekening gehouden moeten worden. Je kunt niet alle duiven en dus vluchten over dezelfde kam scheren.

20200808_153806

Temeer daar we niet meer in de vorige eeuwe leven waarin een slecht verlopende vlucht hoogstens de krant haalde. Gelukkig heeft de dagblad Telegraaf haar interesse verloren om te schrijven over slecht verlopende vluchten maar dit neemt niet weg dat de buitenwacht ons qua dierenwelzijn continu op de korrel heeft. De wetgeving over het houden van dieren en over het vervoer van dieren wordt met het jaar strenger! Ook wordt de maatschappij met het jaar weker. Allemaal zaken om in het debat over hoe we in de toekomst willen (en kunnen) vliegen rekening te houden.

Daarbij blijft het zaak om vooral zelfregulerend te blijven. In dat kader is het van belang goed functionerende instituten als het IWB en het WOWD te hebben. Ook hier zal de komende winter eens goed naar moeten worden gekeken. Nu lijkt bij sommige keuzes van vooral het IWB het middel erger dan de kwaal (laat lossen bij hoge temperaturen uit angst voor inversie).  Mijn goede vriend Willem schreef er afgelopen week een interessante column over in Sportblad De Duif.

Overig. Voor het overige vielen deze week twee zaken op.

Ten eerste de moeizame vluchten. Het lijkt erop dat de programmaduiven het vliegen een beetje moe worden, al zullen de buien op de vluchtlijn hierin ook een niet uit te vlakken rol gespeeld te hebben.

Ten tweede de dramatisch functionerende meldsite van de ZLU. Niet qua bereikbaarheid maar qua rangschikking. Na het debacle op Pau lijkt ook op de laatste vlucht van het seizoen het meldsysteem/de rekenmethode niet te passen bij de nachtelijke aankomsten van de enkele duiven. Inmiddels lijkt het gecorrigeerd maar in de vroege uren van de zondagmorgen leek het nergens naar. Op een gegeven moment stond bijvoorbeeld de tweede duif van Frank Zwiers geklasseerd voor zijn eerste terwijl er bijna 5 uur tussen de aankomsttijden zat.

Ook is er veel te doen over de klassering van de Belgische liefhebber. Als lid van de NPO mag hij deelnemen aan de ZLU-vluchten maar toch blijft het een vreemde zaak te meer dat andersom niet tot de mogelijkheden behoort. Ik schreef er al eens over toen op de Nationale Dagfondvlucht de winst ging naar Yde Hoefs uit Rekkum. De wereld was toen te klein maar de geschiedenis herhaalt zich nu dus op Narbonne. Overigens wel een puike prestatie van de liefhebber in kwestie.

OP EIGEN HONK:

Werd dus van een korte vakantie genoten op het kleinste (kecir) van de Perhentian Eilanden. Even zeven dagen er tussenuit. Weg op woensdag en terug op dinsdag. Met de auto om het vliegtuig te vermijden. Doordat ik een overnachting geboekt had ten Noorden van de boot bleek het echter vooral op de heenreis een pittige rit van bijna zeven uur. Deels over lokale wegen. Erg mooi maar ook zeer inspannend.

20200806_130738

Ook het op tijd arriveren bij de boot blijft altijd een spannende aangelegenheid. Eenmaal op het eiland was alles prachtig en genoten vader en dochter van het eilandleven (niets moet, bijna alles mag). Vooral de wandelingen door de jungle naar de aanpalende stranden waren bijzonder genoeglijk. En dan vooral het bootje terug naar het hotel (om de voeten te sparen).

20200809_110803

De geplande duik-les mondde uiteindelijk uit in een introductie les. Een groot succes voor dochterlief maar een beetje een fiasco voor mij persoontje. Ik verloor al spoedig de aansluiting bij de rest van het groepje en besloot niet verder te gaan. Om de duikkunst meester te worden zal ik een les of wat in een lager tempo moeten nemen. Wellicht kan dit gewoon in een zwembad in Kuala Lumpur en omgeving. Afwachten maar weer.

Tot een volgende week,

Michel