De Henny La Grouw Story

22 Maart jongstleden reed uw verslaggever van Aalsmeer naar Amsterdam West.

Naar de van Speckstraat om precies te zijn. Gepland stond een bezoek aan de sterkste speler uit de regio Amsterdam en de afdeling Noord Holland; Henny La Grouw.

La Grouw boekte de laatste 2 jaar menige zege in groot verband (0.a. 2 NPO vluchten), behaalde tweemaal achter elkaar het Generaal Kampioenschap onaangewezen in het sterkste rayon van Noord Holland en was in 2006 ook nog eens tweede liefhebber in categorie 8 van de eendaagse fondspiegel. Het weergeven van alle kampioenschappen gaat veel te ver en levert echter geen meerwaarde op; Henny La Grouw heeft zich de laatste 2 jaar ontwikkeld tot een topper met landelijke allure.

Kortom tijd voor een uitgebreide kennismaking. Niet dat La Grouw ooit eerder in het orgaan stond. Minstens tweemaal was dit de afgelopen jaren al het geval na een overwinning op een NPO vlucht. Nooit was er echter sprake van een uitgebreide reportage, laat staan een interview.

Het werd een interessant gesprek aan de vooravond van het nieuwe seizoen. Hieronder een weergave. Voor meer informatie over duiven en prestaties verwijs ik u graag naar de site:

www.hlagrouw.com.

Ben je klaar voor het nieuwe vliegseizoen?
HLG: Ik ben vrijwel altijd te laat met het starten van het nieuwe seizoen. In 2006 viel dit mee.

Ik had de duiven toen redelijk goed bij de start van de wedvlucht doordat ik ruim 4 weken extra tijd had door de vogelgriep.

Dit jaar vliegen de duiven echter nog geen 2 weken. Ik was dit jaar erg laat. De duiven zaten al vast vanaf de laatste week van september.

De eerste dagen moesten de duiven letterlijk in de lucht gegooid worden om ze te laten vliegen. Door het mooie weer van de laatste dagen gaat het wat beter. De oostenwind zorgt er voor dat de duiven moeilijk landen. Hierdoor neemt de vliegduur toe. Ook komt er ‘wat snelheid op’.

De eerste vlucht komt altijd een beetje te vroeg. Ik heb nu nog twee weken tot de eerste inkorfdatum. Doel is dat ze iedere dag een beetje beter gaan vliegen.

De doffers zitten nu alleen op grote jongen. Deze liggen op de vloer. De duivinnen zitten al op hun hok. De doffers hebben het nu zwaar. Ze voeren de jongen en het raam zit nog niet in het kozijn, er zit nu nog slechts gaas in. Dit vervang ik na de laatste drachtvlucht door glas.

De conditie gaat dan de laatste week voor de eerste vlucht sterk omhoog.

Ik gok dan op een tijdduif op de eerste vlucht. Alle duiven gaan mee en een enkeling moet de punten binnenbrengen.

Vervolgens gaat het iedere week beter. De eerste piek moet liggen op de eerste dagfondvlucht vanaf Ablis! De echte piek staat gepland voor de periode eind juni tot en met eind juli.

Hoe groot is je duivenbestand?
HLG: Dit jaar ga ik bij wijze van experiment vliegen met 80 duiven. Normaal zijn dit er zo’n 50. Ik had echter in 2006 zoveel jonge duiven over dat ik besloten heb een extra hokje te creëren. In dit hokje van amper 1.00 meter bij 1.80 meter zitten 11 koppels. Ze zitten ‘op en in elkaar’. Ik ben benieuwd hoe dit gaat. Ze zijn gezond en zien er mooi uit en hebben veel motivatie doordat ze zo dicht op elkaar zitten.

Mocht het niet lukken dan stop ik dit experiment na een paar weken.

Wat is je jaarplanning?Wanneer kweek je?
HLG: Ik heb een vast systeem. Een systeem waarop de duiven het goed doen. Niet op de minuut maar wel op de vijf minuten. Ik voer het hele jaar 2 keer per dag en de duiven krijgen het hele jaar tweemaal daags schoon water. Ook in het weekeinde blijf ik trouw op tijd de verzorging doen.

Ik kweek laat! De koppeling vindt plaats in de buurt van 7 of 8 februari. Als de jongen 16 dagen zijn gaan de duivinnen eraf. Ik laat de jongen dan door de doffers grootbrengen. Ze blijven er zo lang mogelijk bij. Na de laatste drachtvlucht begint het weduwschap.

Wat doe je aan medische begeleiding?
HLG: De medische begeleiding wordt gedaan door Hans van der Sluis uit Kockengen.

Ik heb geen vast systeem. Ik laat ze echter wel zeer regelmatig, bijna iedere week, nakijken.
Als ze iets mankeren dan grijp ik in.

In het vliegseizoen krijgen ze op de donderdag voor de dagfondvlucht, op de dag van de inkorving ORNI III van De Weerd.

Begin januari, na de grote rui, worden de duiven gekuurd tegen de paratyfus. 21 dagen met para-coli kuur van Van der Sluis. Direct hierna werden de duiven gekoppeld.

Inenten doe ik niet meer. Vroeger deed ik dit altijd aan de vooravond van ieder seizoen.

Echter sinds ik hiermee gestopt ben, omdat een aantal jaar geleden er onvoldoende entstof voorhanden was, gaat het veel beter.

Als de duiven broeden krijgen ze een geelkuur!

Hoe voor je de oude duiven?

HLG: Ik voer ’s morgens in de voerbak om tijd te sparen. ’s Avonds krijgen de duiven voer in potjes. ’s Morgens heb ik een vaste maat, een waterbakje van een tentoonstellingskooitje voor 12 duiven. ’s Avonds krijgen de duiven genoeg. Vooral tijdens de periode waarin midfondvluchten en dagfondvluchten elkaar afwisselen, doe ik er alles aan om ze voldoende te laten eten. Ik geef eerst het gewone (vlieg)voer. Vervolgens krijgen ze snoepzaad, daarna energiemix, pinda’s en tovo! Kortom heel veel vet. Ze gebruiken heel veel energie omdat ze dan elke week een grote prestatie moeten verrichten.

Op zaterdag na thuiskomst krijgen de duiven, een half uur nadat de meeste thuis zijn, een volle bak sportmengeling. Zondag worden ze dan wat teruggenomen om de controle op het binnenkomen te behouden.

Dit binnen komen is in de regel geen probleem na een uur verplichte training.

Gebruik je nog andere bijproducten?

HLG: Nee! Alleen grit, pikkoek, etc. Maar geen andere zaken zoals olie of eiwitten!

Af en toe geef ik vitaminen. Geen vast merk maar wisselend.

Ik ben bang om iets te veranderen. De laatste jaren gaat het zo goed dat ik het bijna niet meer durf om iets nieuws toe te passen.

Voer je duivinnen hetzelfde?

HLG: Ik voer de doffers iets zwaarder dan de duivinnen. Ook kijk ik wel naar de weersvoorspelling en dan met name de windvoorspelling. Hieraan pas ik de hoeveelheid voer aan. Ook wil ik nog wel eens proberen de kansen te spreiden door de doffers en de duivinnen verschillend te voeren.

In de uitslag is dit ‘beleid’ echter vrijwel niet te vinden.

Tonen of niet?

HLG: Ik toon altijd. Al

s we twee dagen achter elkaar inkorven toon ik twee dagen!

Op donderdag ben ik altijd laat met inkorven. Ik doe namelijk in alles of het een gewone donderdag is. De duiven vliegen eerst, worden normaal gevoerd en worden daarna getoond.

Dit is gemakkelijker met pakken. Ik weet bovendien nooit van te voren precies welke duiven naar de dagfond gaan en welke op de midfond blijven. Ik kies altijd de mooiste voor de dagfond. Voor de midfond kies ik dan 2 goede duiven en de rest wordt aangevuld met duiven die er op donderdag nog niet mooi genoeg uitzagen.

Dit betekent vaak dat er op vrijdag geen complete koppels meer zijn, ik kijk namelijk niet naar koppels tijdens het inkorven op donderdag. Op vrijdag wordt er vrij getoond. Slechts de broedhokken van de doffers die weg zijn worden gesloten, hierdoor ontstaat vanzelf leven doordat de duivinnen een ‘ander broedhok zoeken’.

Hoe vaak dracht je je duiven?

HLG: Ik dracht mijn duiven nooit. Ik zou het wel willen,

want ik denk wel dat het nuttig kan zijn. Ik heb niemand om de duiven weg te brengen of op te wachten en dat vind ik wel noodzakelijk. Daarom dracht ik niet.

Verduisteren van oude duiven? Of belichten?

HLG: Ik verduister de oude doffers niet. Ook belicht ik niet! De oude duivinnen worden niet verduisterd maar de lichtinval die wordt veroorzaakt door een straatlantaarn wordt tegen gehouden. Echter van verduisteren kun je hier ook niet spreken, want via het daklicht komt gewoon daglicht naar binnen.

Belichten doe ik ook niet. In heb veel contact met de Combinatie Verbree uit Putten en zij hebben veel geexperimenteerd met licht en donker. De bevindingen die zij hebben opgedaan hebben me doen besluiten niet te verlichten.

Hoe houdt je de duiven dan in de veren?

In het oude duivenseizoen is het geen probleem. Op de laatste dagfondvlucht na. Dan staan ze nog op 5 a 6 pennen. Net te weinig voor mooi. Met de navluchten wordt het dan lastig.

Hierbij probeer ik ‘te overleven’. Ik koppel mijn vliegduiven in 3 ploegjes zodat ik vrijwel iedere week duiven op kleine jongen kan inkorven. Ik kom dan wel tekort op de mannen die echt verduisteren, maar dit ongemak neem ik voor lief. Mijn echte belangstelling gaat toch voornamelijk uit naar de dagfond.

Hoe ziet een duivendag bij jou eruit?

HLG: ’s Morgens ben ik in 15 minuten klaar. Ik moet op tijd naar het werk (La Grouw is zelfstandig schilder). De duiven krijgen, desnoods in het donker, schoon water en voer in de voerbak. Het jonge duiven hok wordt open gezet.

Ik speel al meer dan 10 jaar dubbelweduwschap. Dit betekent dat het schema ’s avonds in deze tijd van het jaar (het voorjaar) krap is.

De echte verzorging vindt bij mij ’s avonds plaats. Als ik omstreeks 16:00 uur thuis kom probeer ik de jongen binnen te halen (dat is nu geen sinecure omdat ze nog niet onder appel staan). Zodra de jonge duiven binnen zijn gaan de doffers naar buiten. De doffers vliegen verplicht, met de vlag, 1 uur. In de tussentijd ga ik samen met sportvriend Dave van Zon een blokje hardlopen rond de Sloterplas. Dit past precies binnen de vliegtijd van de doffers. Na thuiskomst worden de doffers binnengeroepen. Hierna worden de duivinnen losgelaten. Ook zij vliegen 1 uur met de vlag. In de tussentijd worden de doffers gevoerd in het duivinnenhok. Er wordt door mij wel gerouleerd.

De duivinnen worden binnen geroepen via het hok van de doffers, waarop ze ook zaterdag binnen lopen.

Hoe speel je de jonge duiven?

HLG: De jonge duiven hangen er bij mij altijd een beetje bij. De aandacht gaat hoofdzakelijk uit naar de oude duiven.Gelukkig heb ik hulp van een buurman. Hij doet de jonge duiven verzorging in de periode voor de vluchten. Hij is geen duivenmelker van huis uit, maar vindt het leuk om ze te verzorgen. Hij zorgt er o.a. voor dat de jonge duiven vrij mak zijn.

De jongen, een kleine 100 stuks worden allen gekweekt door vader Henny La Grouw.

Diens hokken bevinden zich in Putten en daar wonen de kweekduiven. De eerste 2 rondes zijn voor Henny Jr. Er wordt reeds vroeg gekweekt zodat er tijdig 3 rondes beschikbaar zijn.

De jongen die Henny Jr kweekt uit zijn betere vliegers, bewandelen de omgekeerde weg.

De jongen worden verduisterd zodra ze een beetje gaan vliegen. Vanaf begin april wordt er niet bijgezet. De youngsters hebben aanvankelijk open hok. Zodra ze een beetje serieus gaan vliegen breng ik ze onder controle en worden ze na het vliegen direct binnengeroepen. Meestal is dit eind april. Het jonge duivenhok bestaat uit twee afdelingen en meestal speel ik na verloop van tijd de jongen een aantal weken op de schuifdeur.

Ik ben dit jaar overigens benieuwd hoe de jongen van 2006 het gaan doen. Ik heb als experiment een deel niet verduisterd en ben benieuwd of er verschil in de prestaties te onderscheiden is.

Tenslotte. Wat is je verwachting voor het seizoen?

HLG: Ik heb mijn twee beste duiven van de afgelopen jaren naar het kweekhok gedaan.

De 132, Melanie en de 415, Falco staan op elkaar. Dit stonden ze overigens vorig jaar ook en toen is het me gelukt om er 7 jongen van te kweken die allen op het kweekhok zitten.

Ik ben erg nieuwsgierig hoe het dit jaar gaat, 2 duiven van dergelijke kwaliteit vervangen is niet eenvoudig. Falco was in 2005 1e asduif eendaagse fond in de fondspiegel. Melanie vloog o.a. een 1e op Bourges in de afdeling Noord Holland in 2005 en een 2e op Blois in 2006.

Een opvallend feit hierbij is wel dat ze altijd erg aanliep. Voordeel hiervan was wel dat ik twee extra eieren kon opvangen.

Ook ben ik dit jaar later dan anders met de voorbereiding, dus ook dat maakt mij een beetje onzeker ……

Tot zover de weergave van het interview. Niet alle aspecten zijn aan bod gekomen, echter er komt vast wel een gelegenheid om ook de laatste feiten onder de aandacht te brengen.

Het vakmanschap van La Grouw, de kwaliteit van de duiven en prestaties uit het verleden vormen als het ware een garantie voor een hernieuwde kennismaking.

10 mei 2008 Afdeling 6 Noord Holland Ablis prooi voor Henny la Grouw

Voorafgaand aan de eerste dagfondvlucht van het nieuwe seizoen was de vraag in de regio Amsterdam ‘Wie houdt Henny la Grouw af van de afdelingsoverwinning?’

De duiven van de generaal kampioen van het rayon F en het district Amsterdam van de laatste 3 jaar, marcheerden op de eerste Vitessevluchten namelijk formidabel. Beter dan ooit!

Het peloton (zo’n 90 stuks) van la Grouw was dit jaar al vroeg in forme, in tegenstelling tot vorig seizoen. Waar vorig jaar de concurrentie op de Vitesse nog enige ruimte kreeg, was er nu al vroeg in het seizoen sprake van kettinguitslagen. Prijspercentages van meer dan 60 procent met een ploeg van 90 duiven zeggen iets over de kracht en de kwaliteit van het hok.

Als de wind dat ook nog uit de (Noord) Oosthoek waait is het recept voor de duiven van la Grouw compleet. Diens duiven gedijen namelijk uitstekend als het warm weer is en er hard gewerkt moet worden. Omstandigheden waar zaterdag 10 mei sprake van was.

De vraag was alleen of de duiven sterk genoeg zouden zijn om het ‘liggingsnadeel’ t.o.v. de kust te compenseren. Aan de kust vallen de laatste weken, onder invloed van de Oosten wind de vroege prijzen in de afdeling en Henny rekende er al een beetje op dat dit ook op Ablis het geval zou zijn.

De vlucht
Al tijdens de aankomst van de duiven was het in het overgrote deel van de afdeling bekend dat la Grouw vroeg gedraaid had; om 13.49 uur, na een lossing om 07:00 uur.

In de echte voorhand van de afdeling zaten geen vroegere duiven, en gezien de wind waren er in de achterhand geen snellere duiven te verwachten. Zou het Henny la Grouw dan toch lukken om reeds op de eerste afdelingsvlucht toe te slaan. Of zou er een onbekende grootheid, wellicht aan de kust, roet in het eten gooiren. Iets dat vorig jaar steeds gebeurde. Menig keer had Henny vroege duiven in afdelingsverband, steeds echter zat er ergens net één vroegere ….

Toen de eerste uitslagen in de ‘tussenstanden’ van de Compuclub binnen druppelden prijkte al spoedig de naam la Grouw boven aan. Met zijn eerste getekende, de NL05-1195509, bracht hem uiteindelijk weer een afdelingsoverwinning. De favorietenrol krijgen is één, waarmaken is een ander!

Met een snelheid van 1166,849 meter per minuut, precies 70 kilometer per uur, wist deze geweldige duivin de concurrentie ruim voor te blijven. De tweede plaats was op ruime afstand (16 meter per minuut, d.w.z. meer dan 5 kilometer achterstand) weggelegd voor de combinatie Sluiter-Bos, de derde plaats was voor Rob van Soest.

In de toptien van een concuors van ongeveer 10 tot 12.000 duiven (het exacte aantal is op dit moment nog niet bekend bij uw verslaggever) zijn nog 2 duiven van het sterke hok terug te vinden, de 10e en 11e getekende klasseren zich als respectievelijk 9e en 5e!

La Grouw, zelf, typeerde de overwinning van afgelopen zaterdag als de mooiste uit zijn carrière omdat de topduivin (waarover zo direct meer) de negatieve invloed van de wind wist te weerstaan.

19 april 2009 Henny La Grouw heerst als grootvorst; 4e achtereenvolgende generale titel

Henny La Grouw uit Amsterdam West (van Speijckstraat) behoeft nog nauwelijks introductie. Door zijn uitstekende prestaties van de afgelopen jaren stond hij al met grote regelmaat in de duivenbladen. Er werd al een video gemaakt over hem en zijn methode en hij zetelde in het stille seizoen in menig forum. Daarnaast is/was hij een niet weg te denken schenker van bonnen voor het goede doel. Kortom een landelijke topper waarover het moeilijk is nog iets origineels te schrijven. Echter wel een topper die ook aandacht verdient, want de prestaties die er in het seizoen 2008 werden geleverd lieten niets aan de verbeelding over.

Na een minder spectaculair jaar in 2007 waarin de concurrentie La Grouw toch net niet de baas kon, volgde een flitsend 2008. Vooral met de oude duiven was er geen houden aan.

Andere jaren liet La Grouw op de Vitesse nog wel eens een steekje vallen, in 2008 was hij ook op dit onderdeel de primus in rayon F. Na zijn gebruikelijk moeilijke start, voor de gewone ‘sterveling nog goed genoeg overigens, begon hij vanaf de derde vlucht aan een inhaalrace die feitelijk niet meer zou stoppen. Het resultaat, op de 6e vlucht steeg hij van plaats drie naar plaats één. Op de midfond kon alleen hardlopermaat Dave van Zon gelijke tred houden. D.w.z. door de ongelofelijke prestaties van van Zon, 3 keer de eerste in de afdeling Noord Holland belicht na overwinning op Chateauroux, diende La Grouw hier ‘slechts’ genoegen diende te nemen met de 2e plaats in de eindstand. Op de dagfond werden de oude verhoudingen weer hersteld; 1e plaats in de eindstand waarin alleen Willem Klaverstijn Junior hem op korte afstand wist te volgen, de rest werd op grote achterstand gespeeld.

Op de jonge duiven vluchten en de navluchten werd en wordt gespeeld om te consolideren, aldus Henny. Dit leverde ondanks alles toch, nog respectievelijk 7e en 6e plaats op in de eindstand van beide onderdelen. In het totaal werden maar liefst 7e eerste kampioenschappen behaald. En dit alles in een rayon waarin niet slechts ‘koekenbakkers’ deelnemen. Rayon F wordt door menigeen in de afdeling Noord Holland aangemerkt als het sterkste rayon van de afdeling. Dit valt natuurlijk moeilijk vast te stellen maar als je kijkt tegen welke liefhebbers Henny La Grouw zijn prestaties behaald is respect op zijn plaats. Mannen als van Zon, Klaverstijn, van Vliet, van Ackooy, van Leeuwen & van Grieken, Buis, Sirach, Meerman, van Lammeren 2x, Buis, Fanger, Beekman & Tilmans, van Rijn, en nog vele anderen zitten natuurlijk niet stil. Niemand wil wekelijks om de oren geslagen worden …. en toch gebeurde dit vrijwel iedere week …..

Dat niet alleen de lokale concurrentie La Grouw vaak niet kon volgen bleek ook uit de kwalificatie voor de Midfond op de Olympiade in Dortmund. De NL05-1195509, inmiddels Anneke genaamd, bezorgde haar baas niet alleen onvergetelijke moment door drie eerste prijzen in het rayon te vliegen in de afgelopen 2 jaar, maar bracht ook (inter)nationale roem in het stille seizoen!

Kortom uw verslaggever toog na de tweede vlucht van het nieuwe seizoen toch weer naar Amsterdam West om Henny La Grouw eens verder door te zagen over zijn ‘methoden en geheimen’.

Het werd een intensief gesprek tussen een nog altijd zeer gedreven topmelker en een nieuwsgierige reporter/concurrent. Het was geen goed geordend gesprek. Gezien het eerder interview in 2007 was het doel om grondiger te zijn, meer details over voersysteem, selectie en andere zaken te maken.

Door het geanimeerde gesprek viel het niet mee er ‘chocolade’ van te maken, d.w.z. een verhaal met een kop en een staart. Toch een poging.

Hoe ziet je seizoensplanning eruit? Waarom is de start in de regel ‘gemiddeld’?
HLG: Ik ben zoals algemeen bekend is, altijd laat met koppelen doordat ik pas koppel als de duiven goed uitgeruid zijn en er ook daadwerkelijk klaar voor zijn. Dit betekent dat ik ook laat start met weduwschap en het feitelijke systeem. Dit is een bewuste keuze. Het gaat al jaren goed. Ik kies hiervoor omdat ik het ‘vlammetje zolang mogelijk wil laten branden’. Ik denk dat bij vele concurrenten de duiven te vroeg ‘op punt gezet worden’. Ik houd de duiven liever zo rustig mogelijk op de eerste twee vluchten. Ik breng ze niet weg en doe geen trucjes. Vanaf de derde vlucht gaat als het ware het gas er op. Dit is geen bewuste keuze maar door het ritme waarin de duiven komen gaat het vanaf dat moment steeds beter. Ik ben van mening dat je een duif maximaal 10 weken in goede vorm kunt houden. De eerste weken speel ik dan tegen duiven die al ‘verder’ zijn in de conditieopbouw. Hierdoor lijkt het dat mijn duiven slechter presteren. Als de vlam bij andere liefhebbers langzaam dooft, blijft deze bij mij branden. Ik kom dan meer naar voren in de uitslag.

Overigens ben ik dit jaar een beetje bezorgd. Ik heb een aantal zeer goede duiven naar het kweekhok verplaatst en mis in mijn ogen nu de routine op het hok. De goede duiven van 2004 en 2005, waaronder de Anneke, Olympiade duif Midfond te Dortmund (zie foto), zal ik niet alleen missen qua vliegprestaties.

Het is net als bij een voetbalelftal, als er onvoldoende oudere spelers in de selectie zitten is er geen evenwicht in de kleedkamer en op het veld. Met als resultaat dat de ene wedstrijd heel goed is en de andere heel slecht. Dit geldt ook voor mijn duiven. De jaarlingen zijn zeer druistig, de oudere duiven zijn rustig. Dit zie je op het hok terug in de onderlinge verhoudingen, maar bijvoorbeeld ook bij het binnenkomen. Dat gaat dit jaar tot op heden wat moeizamer.

Het is echter een bewuste keus. Ik vind het echter zeer belangrijk om goede duiven op tijd naar het kweekhok te doen. Uit goede duiven kweek je met een grotere kans op een goede. Ik heb om deze reden tot op heden nog nooit een goede duif verkocht.

Wat zijn de details van je voersysteem?
HLG:. ’s Morgens heb ik een vaste maat, een waterbakje van een tentoonstellingskooitje voor 12 duiven. Ik heb ’s morgens geen tijd om veel werk van de duiven te maken. Ze krijgen schoon water en voer en dan ben ik weg. ’s Avonds krijgen de duiven ‘genoeg’.

Het systeem verschilt op de Vitesse met dat van de dagfond en de Midfond. Afgelopen jaren was dit makkelijk want toen werd eerst de Vitesse gevlogen en later de Midfond en dagfond. In 2009 is er sprake van een ‘opbouw’ programma waarin na de derde week de Midfond, Vitesse en Dagfond elkaar afwisselen. Dit is wat lastiger met voeren, maar ik zal bij een weekend waarin sprake is van een Vitesse- en een Dagfondvlucht voeren richting de dagfond.

Hoe voer je exact?
Op de Vitesse kies ik aan het begin van de week verschillende voersystemen voor de doffers en duivinnen. Bij thuiskomst krijgen alle duiven volle bak grof, d.w.z. sportmengeling van Beyers. Op zondag krijgen zowel de doffers als de duivinnen Zoontjes mengeling (ook van Beyers). Hiermee neem ik ze dan terug. Op maandag kijk ik naar de voorspellingen voor de wind. Ik bepaal dan welk hok ik licht voer en welk hok ik zwaar voer. De ene week kunnen dit de duivinnen zijn de andere week de doffers. Hierin zit geen echt systeem, dit is voor een deel gevoel en voor een deel afhankelijk van de wedvlucht ervoor.

Licht voeren wil zeggen dat ik die duiven alleen zoontjes voer geef tot en met donderdagmorgen. ’s Morgens het vaste maatje, ’s avonds genoeg, d.w.z. dat ze blijven trainen (een uur verplicht met vlag) en luisteren. Op donderdagavond krijgen ze dan 2,5 portie sportmengeling. Ze eten zich dan kogelrond, met als resultaat dat ze op vrijdag nauwelijks eten van de mengeling van Zoontjes en snoep die ze dan nog krijgen.

Het andere hok voer in dan zwaar. Dit komt neer dat ze morgen wederom het vaste maatje van het Zoontjes voer krijgen, maar dat ze ’s avonds zo’n 10 minuten volle bak krijgen (het komt niet op een minuut). In het begin van de week wordt er dan geschrokt, aan het eind van de week gaan ze kiezen. Op vrijdag krijgt ook dit hok Zoontjes plus snoep. Het resultaat van deze methode is dat ik de kansen spreid. Er zijn weken dan draai ik alleen doffers en andere weken zie ik vrijwel alleen duivinnen. Een verband met de voermethode heb ik hier in nog niet kunnen ontdekken.

De kunst is echter om op de Vitesse niet te schraal te spelen. De duiven moeten nog reserves hebben voordat de zware fase van het seizoen begint. Als de duiven na de Vitessevluchten ‘leeg’ zijn wordt het niets op de dagfond.

Op de Midfond en Dagfond wordt het systeem simpeler. Alle duiven krijgen ‘ morgens Zoontjes en ’s avonds sportmengeling. De duivinnen worden hierbij met de hand gevoerd. Het eten moet op. De doffers mogen ’s avonds wederom 10 minuten kiezen. Wel moeten ze gretig blijven eten.

Na de reguliere avondmaaltijd krijgen de duiven extra ‘vetten’. Vroeger geloofde ik hier niet in, echter de laatste jaren ben ik er steeds meer van overtuigd dat dit goed is.

Ik doe er in de zware periode van het seizoen waarin Midfondvluchten en Dagfondvluchten elkaar afwisselen alles aan om ze voldoende te laten eten. Ik geef eerst het gewone voer. Vervolgens krijgen ze snoepzaad, daarna energiemix, pinda’s en tovo! Kortom heel veel vet. Ze gebruiken heel veel energie omdat ze dan elke week een grote prestatie moeten verrichten.

Op de donderdag inkorving verloopt de donderdag als normaal. Eerst vliegen de duiven uit. Hierna krijgen ze volop eten. Vervolgens worden ze getoond. Ik kies de duiven die er het beste voor staan voor de Dagfond. Ze worden dan met een ‘bomvolle’ krop ingekorfd. De bedoeling is dat ze in de mand niet eten.

Voorwaarde voor het hele systeem is en blijft dat ze goed moeten luisteren bij het binnenkomen. In de regel is dit geen probleem na een uur verplichte training, maar mocht er een duif bij zitten die het te vaak ritme verstoord dan wordt deze verwijderd.

Hoe train je de duiven?
HLG: Zoals al eerder aangegeven met de vlag. Die stelt overigens bij het verplicht trainen niet veel voor. Hij is klein en het is meer een signaal. Als de duiven goed zijn vliegen ze vanzelf het uur. Het weghalen is meer voor de reflex. Vlag weg betekent landen. Zowel de doffers als de duivinnen vliegen ’s avonds verplicht een uur met gesloten ramen. Ze worden overigens binnengehaald met een beetje snoepzaad zodat ze gelijkmatig eten.

Dit loslaten begint al op zondagavond. Het weekeinde is voor mij normaal qua tijdschema. Zomer en winter, 365 dagen per jaar krijgen mijn duiven op dezelfde tijdstippen voer, en altijd schoon water. Ik kijk niet op 10 minuten maar ik verzaak nooit.

Ik sta elke dag om 6:15 uur op, of het de dag ervoor laat was of niet!

Hoe speel je de jonge duivenvluchten en de navluchten?

HLG: De jongen, die er wat bijhangen, hebben open hok. ’s Morgens zet mijn vrouw het hok open en sluit ze buiten. ’s Avonds haal ik ze naar binnen.

De jongen krijgen altijd genoeg voer. Het uitgroeien is het belangrijkste, hard vliegen op de vluchten bijzaak.

Op de navluchten worden de duiven op nest gespeeld. Ik koppel dan zo dat ik vrijwel iedere week ergens een topstand heb. Dit moet er voor zorgen dat het gebrek aan veren, doordat ik niet verduister, een beetje gecompenseerd wordt.

Hoe ga je om met laatkomers? Vermoeide duiven die matig trainen?
Laatkomers van Midfond en Dagfond heb ik natuurlijk ook. Deze gaan wel naar buiten maar vliegen niet of nauwelijks ondanks de vlag. Om de koppel niet te remmen haal ik deze dan zo vlug en onopgemerkt mogelijk naar binnen. Eenmaal binnen probeer ik ze op te lappen, bijvoorbeeld door voer met biergist (vochtig gemaakt met Roosvicee Ferro) en extra vetten. In principe moeten de duiven elke week allemaal mee. Dus is het van groot belang dat ze vlot herstellen. Overigens lijkt het er op dat de duiven voer met biergist lekkerder vinden als ze het vaker eten.

Hoe houd je je duivenbestand in conditie?
HLG: Je moet niet bang zijn op in te grijpen. Dit betekent natuurlijk dat je het wel moet ‘zien’ dat er iets mis. Als de koppel niet lekker vliegt rijd ik direct naar de dierenarts om te kijken of er iets mis is en wordt er direct ingegrepen. Voor de start van dit seizoen heb ik een andere geelkuur geprobeerd toen Het Geel geconstateerd werd. Dit is mij tot op heden goed bevallen. Wellicht is de samenstelling iets anders, want de duiven klaarden zeer goed op. In het seizoen geef ik niet veel medicijnen.

Het schoonhouden van de koppen doe ik maar zeer beperkt. Tweewekelijks op donderdag met Orni III van de Belgica de Weerd in de week van de dagfondvlucht.

Hoe selecteer je?
HLG: De oude duiven worden geselecteerd op prestaties. De jonge duiven worden beoordeeld ‘op de hand’. Het is deels intuïtie. Ik kijk wel naar de afstamming maar dat is niet doorslaggevend. De hand is bepalend. Ik heb namelijk nog nooit een lelijke, slecht gebouwde goede duif gezien. Een goede duif is volgens mij een middelgrote en goed geproportioneerde duif van het standaardtype die op de tentoonstelling 91,5 of 92 punten zou moeten scoren. Met duiven waar je doorheen pakt moet je niet verder gaan. Ik ‘loop’ vrijwel dagelijks door mijn jonge duiven en degene die niet aan mijn standaard voldoen, verdwijnen. Aan het eind van het eerste levensjaar ben ik hier helemaal erg streng op. Op deze leeftijd moet mijn duiven al goed aanvoelen. Ze groeien tussen het 1e en 2e levensjaar nog wel wat verder uit maar als de basis na het 1e levensjaar niet goed is wordt de duif niet geplaatst op het oude duiven hok. Natuurlijk zou ik een lelijke duif die goed vliegt behouden, echter ik heb dit nog nooit meegemaakt.

Ditzelfde geldt ook voor de bepluiming. Een goede duif is zacht en goed gepluimd. Ik heb nog nooit een goede duif gezien met slechte pluim.

Ik let hier altijd op. Ook let ik op of duiven die in bad gaan snel drogen. Is dit niet het geval dan wordt dit ook niks. Een duif moet korte tijd nadat ze in bad geweest is weer kunnen opvliegen anders is er iets mis met de pluim.

Hoe houd je je stam op peil? Bij wie heb je recent duiven bijgehaald?

Ik ben altijd op zoek naar nieuwe, liefst betere duiven. Veel melkers maken de fout te laat bij te halen. Ik heb veel vertrouwen in mijn duiven en mijn manier van verzorgen maar ik waak er voor ‘in te slapen’. Veel liefhebbers hebben vaak een goede lijn, spelen een aantal jaren goed en vallen weg omdat ze niet aan de opvolging gedacht hebben.

Ik kijk altijd naar gebieden waar sterk gespeeld wordt. In Zuid Holland is dit het geval. Ik probeer dan ook daar duiven bij te halen. Ook koop ik graag bij een kleine liefhebber die ik vertrouw. Tenslotte koop ik liever uit een goede duif één kind dan dat ik vier probeersels bij een dergelijke liefhebber koop.

Dit jaar heb ik duiven bijgehaald bij John Stout uit Streefkerk. Hij had vorig jaar een aantal topduiven in de BOTB competitie (jong). Bij de huldiging kwam ik in contact met hem. Ik heb er vervolgens een aantal gekocht uit hetzelfde koppel waaruit de BOTB duiven kwamen. Het bleek dat de duiven afkomstig waren van Comb. Den Haan (Rovershol) uit Honselaarsdijk. Ik ben dus vervolgens naar Jan en Karen getogen om een paar duiven te bemachtigen uit dezelfde koppels waaruit Stout ze betrokken had.

Kweken of vliegen met aanwinsten?
HLG: Ik kweek nooit eerst met aanwinsten. Pas als ze beter vliegen dan mijn eigen duiven ga ik er mee kweken. Ze krijgen overigens een eerlijke kans. Dit betekent dat ze als jong vlot af moeten komen. Als jaarling moeten ze het dan laten zien!

Ook hier is volgens mij een overeenkomst met het voetbal. Een dure aankoop is daar niet altijd beter dan een speler uit de eigen kweek. Zo plaats ik graag jongen van topduiven die ten tijden van de navlucht in hun topjaar geboren worden op het kweekhok!

Overigens zie ik meer overeenkomsten met voetbal. Een goede melker is als een goede voetbalmanager. Hij zorgt voor een evenwichtige selectie. Hij moet van zijn ploeg duiven een geoliede machine maken. Dat wil zeggen, hij moet zorgen voor regelmaat, een basis scheppen zodat de duiven goed kunnen functioneren. Hij moet zorgen dat het goed loopt en durven in te grijpen daar waar nodig.

Er moet een soort ‘flow’ ontstaan. Duiven moeten vliegen, luisteren, goed eten, gezond blijven. Wordt dit ritme ergens verstoord dan ontstaat er ergernis bij de melker en dat is niet goed voor de andere acties op het hok.

Goedvliegen is overigens geen automatisme zoals veel mensen denken. Iedereen denkt dat het vanzelf gaat als je eenmaal goed vliegt. Dit is echter geenszins het geval. Het is vooral hard werken, naast mijn normale werk besteed ik ook nog wel een werkweek aan de duiven. Maar dan nog is het ook voor mij toch weer bijzonder als alles weer een beetje lukt.

Vliegen of kweken?
Het verzorgen van de kwekers vindt plaats door mijn vader. Kweken is volgens mij zeer belangrijk. In mijn ogen is de conditie van de ouders bepalend voor de kwaliteit van de kweek. Met mijn vader vorm ik in dat opzicht een echt team. Sinds hij niet meer meespeelt, komt hij iedere zaterdag kijken. Dit verhoogt de betrokkenheid en daardoor de kwaliteit van de beslissingen die we nemen. We kijken samen naar de aankomst van de duiven en bespreken alles wat er toe doet.

Kweken is daarnaast zeer belastend in het seizoen dus ik ben erg blij met de ondersteuning door mijn vader. 14 februari 2010 Henny La Grouw weer Generaal kampioen Rayon F Afdeling Noord Holland!

Dit wordt een reportage anders dan andere. Na een seizoen dat anders was dan andere. Voor de liefhebbers in Noord Holland is het inmiddels een gekend verhaal maar voor het overgrote deel van de liefhebbers in de rest van het land niet. Daarom nogmaals het relaas van het bijzondere seizoen 2009 in het Zuidelijkste rayon van de afdeling Noord Holland.

In het seizoen 2009 werden ongelooflijke prestaties neergezet! Echter lange tijd niet door Henny La Grouw. Ja, ze waren nog meer dan prima, iedereen zou onmiddellijk voor zijn prestaties tekenen voor het komende seizoen. Maar …. er waren liefhebbers die nog veel harder speelden, met de oude duiven wel te verstaan. Het waren de gebroeders Frans en Hanny Fanger uit Badhoevedorp. Clubgenoten van La Grouw, vrienden bovendien en daarnaast nog spelend met een soort duiven dat voor een aanzienlijk percentage van La Grouw bloed voorzien werd door nazaten van diens toppers. Er stond geen maat op de prestaties van de gebroeders, die uitgebreid belicht werden in het Kerstnummer van het afgelopen jaar. Gemiddeld over 18 oude duiven vluchten werd een 7e plaats gescoord in het sterkste rayon van de afdeling Noord Holland. Tegen 2000 tot 4500 duiven! Bovendien niet met één vroege duif per vlucht, maar met hele series. Met als spektakelstuk de Nationale eendaagse fondvlucht van Chateauroux, 1, 2, 3!

Henny La Grouw nam het sportief op, maar zag het wel met enig leedwezen aan! Hier ging zijn serie. Al 4 jaar Generaal kampioen in rayon en distict met zeer dominant spel, en nu dit. De Fangers boekten een abonnement op alle eerste kampioenschappen, op één na werden alle 1e kampioenschappen behaald. Iets waar la Grouw de laatste jaren de aangewezen persoon voor was. Echter Henny La Grouw gaf niet op. Waar anderen een beetje moedeloos werden, bleef hij (samen met Dave van Zon) in het spoor van de gebroeders. Hij liep achterstand op, maar werd niet gelost. Hij hing ‘aan het elastiek’ zoals de wielerverslaggevers in een bergrit plachten te zeggen wanneer een renner het moeilijk heeft en dreigt de kopgroep uit het oog te verliezen. Op karakter en winnaarmentaliteit hield hij de schade beperkt!

En met resultaat. Met de jonge duiven plooide de harmonica namelijk de andere kant op. De jonge garde van La Grouw stond er vanaf dag één! Op het nieuwe hok, geplaatst in het najaar van 2008, liep het al het hele stille, voorbereidende, seizoen goed. Weinig problemen met de gezondheid en geringe verliezen op de opleervluchten vertaalden zich in een uitstekende start op de eerste jonge duiven vluchten. Op Meer moest Henny de gebroeders Fanger nog voorlaten (13e versus 20e tegen 4097 duiven). Echter na Meer, een dramatische vlucht draaide de wind! Daarnaast kregen de Fangers de jonge duiven niet lekker in conditie! Opmerkelijk, want het spel met de junioren is een specialiteit van Hanny Fanger. Niemand gaf om deze reden iets meer voor de kansen van La Grouw. Te meer omdat Henny La Grouw de jonge duiven normaliter alleen speelt om de voorsprong te consolideren. Een groot kampioen wil echter zijn troon niet snel laten schieten. Zo ook La Grouw. Van de jonge duiven werd meer werk gemaakt dan anders. Ze werden gespeeld op de schuifdeur vanaf de 3e vlucht.

Gelukkig is in de duivensport op voorhand niets zeker. Het generale kampioenschap kantelde met het verloop der vluchten in het voordeel van La Grouw. Week na week werd er aan de achterstand geknabbeld! De achterstand na het oude duiven seizoen bedroeg 166,3 punten (op een totaal van maximaal 18.000), na de jonge duiven was deze omgebogen in een voorsprong van 45,6 punten.

Nog geen geruststellende voorsprong maar voor een groot kampioen als Henny La Grouw wel iets dat hem doet besluiten er nog een schepje boven op te doen. Dat moest ook wel want de tweestrijd zou normaal gesproken tot het bittere eind duren. De Fangers werken namelijk altijd toe naar Ablis Jonge duiven en dit werpt dan ook vrijwel altijd zijn vruchten af op de navluchten, terwijl de navlucht voor La Grouw altijd een kwestie is van overleven omdat hij zijn oude duiven niet verduisterd!

Echter ook hier gebeurde het onverwachte. De wind bleef waaien uit Westelijke richting en de jonge garde hield het vaandel van het hok La Grouw recht. Alle vijf de navluchten was een jonge duif verantwoordelijk voor de punten. En nog beter voor La Grouw, hij liep uit! �én ‘vuiltje’ resteerde nog! Er was nog geen vlucht gewonnen in het seizoen 2009. Een unicum want de duiven bezorgden de baas vrijwel ieder jaar meerdere overwinningen! Echter op de laatste vlucht van het seizoen werd alsnog toegeslagen. Het vijfde Generale kampioenschap in successie werd definitief veiliggesteld met de dagoverwinning op de zware laatste vlucht (warm en tegenwind) van Chimay!

Een ongelooflijke en niet meer verwachte prestatie die uw verslaggever voor hoofdbrekens plaatste. Hoe schrijf je nog een interessant verhaal over iemand waarover alles al geschreven is. Immers methode en verzorging zijn al tot in alle details aan de lezers uitgelegd. En ieder jaar hetzelfde is ‘not done’. Kortom; goede raad was duur. Tot er tijdens een gesprekje met Henny La Grouw bij de voerhandel het idee ontstond om eens de basis van de het hok La Grouw te belichten; het kweekhok! Immers kampioen worden is één, het blijven is een andere. Vaak zie je kampioenen die enkele jaren standhouden maar dan terugvallen doordat de generatie topduiven niet tijdig aangevuld kan worden. Vijf jaar kampioen op een rij vereist een continue stroom van meer dan gemiddeld getalenteerde duiven (naast natuurlijk een altijd gedreven verzorging). Een goede basis in een kweekhok dus! Deze basis wordt in vele reportages onderbelicht. Hoogste tijd dus om deze in dit kader wel eens te belichten!

Putten
De kweekhokken van Henny La Grouw staan niet bij huis. Voor duivensport is een topsportaccommodatie nodig. Het duivenplat en de zolder bieden hier geen ruimte voor! Overal zitten vliegduiven. Voor kweekduiven is geen plaats en daarnaast zou de tijd die Henny kan besteden aan de duiven niet volstaan. Dientengevolge zitten de kweekduiven al jaren in Putten bij vader Henny Senior. De successen van Henny worden dus eigenlijk geboekt door het team La Grouw. Vader kweekt, Henny verzorgt de vliegduiv