Duivensport is afzien en weer doorgaan met af en toe een succesje

Duivensport is afzien en weer doorgaan met af en toe een succesje

Zondag 17 april 2016. Met de slaap nog in mijn ogen zit ik reeds voor 7:00 uur ’s ochtends achter de computer. Ondanks dat ik mij nog niet helemaal wakker voelde lukte slapen op de gebruikelijke plaats niet meer. Zoals vrijwel altijd de laatste tijd ontwaakte ik na een nachtrust van een uur of zes, zeven. Het zal de leeftijd zijn. Voor een zondag was dit toch wel wat te vroeg maar ondanks een poging hiertoe kon ik de slaap niet meer vatten. Teveel gedachten schoten door mijn hoofd. Of beter gezegd ik lag gewoon een beetje te piekeren. Over mijn werk, over wat er de komende dagen zoal nog allemaal gedaan moet worden voor de start van een nieuwe order.

Natuurlijk en vooral somberde ik ook over mijn duiven want het zit niet helemaal mee de laatste weken. Vandaar de titel van dit weekstuk. Deze zin schrijf ik vaak als reactie op Facebook. Op vervelende berichten van sportvrienden. Deze week moet ik deze waarheid echter zelf onder ogen zien. Hierover meer onder het kopje “op eigen hok”.

Technisch succesvolle vlucht en lossing. Op de vlucht vanuit Asse Zellik bleek dat de vervoerscommissie zichzelf “uit het moeras getrokken had”. Na twee moeizame weken met late ophaaltijden en matige lossingen, doordat de deuren te vroeg open gingen, klopte het deze week voor het eerst.

Bij ons was de ophaalwagen nog wel iets te laat maar al stukken beter op tijd dan de weken ervoor. De succesvolle lossing was echter veel belangrijker, voor het eerst dit jaar bewees de aanpassing van de containers prima te werken. Alle deuren openden zich op het gewenste tijdstip! Zoals het hoort, hoor ik hierbij menig lezer denken. Helemaal waar want als melker doe je er alles voor om de duiven zo goed mogelijk aan de start te brengen en dat moet de organisatie hierin ook meegaan.

Om dit enigszins te relativeren wil ik echter opmerken dat het vroeger zeker niet beter ging. Ten tijden van de zogenaamde “Oomens-wagens” met de openklappende kleppen per box bezocht ik in een bepaalde periode bijna jaarlijks de lossing in Bergerac. Bij alle lossingen openden ongeveer tien tot vijfentwintig procent van de kleppen zich niet! Op andere vluchten zal dit niet veel beter geweest zijn want de containers werden in de loop van de jaren omgebouwd naar het zogenaamde “halve deuren-systeem”.

Ook dit systeem was aanvankelijk niet helemaal feilloos omdat er wel eens een deur klem bleek te zitten. Ook bleek het tijdverschil tussen het lostrekken van de eerste en de laatste deur zo’n vijftien tot twintig seconden te duren. Teveel volgens een aantal afdelingen waarop het openen van de deuren werd geautomatiseerd.

Lossing 2

Bij ons in de afdeling met een gasveer en een elektromagneet. Onder spanning bleef de deur gesloten, na het wegvallen van de spanning, dus het magnetisme, opende de deur zich door de gasveer.  Ook dit systeem bleek wederom niet feilloos. Bij de start wilden een aantal deuren niet openen. Hetgeen de laatste jaren niet of nauwelijks meer voor kwam. Soms bleken de deuren juist echter zich te vroeg te openen. Incidenteel weliswaar, maar veelal bij krachtige wind die door de containers blies werd af een toe een deur losgeblazen. Bij deze omstandigheden bleken de magneten te zwak.

Het bezorgde de begeleiders in figuurlijke zin nachtmerries en melkers frustraties. Een reden waarom deze winter werd besloten tot een mechanische borging van de deur welke op het moment van lossing wordt vrijgegeven. Mits goed bediend lijkt dit systeem feilloos te moeten kunnen werken. De tijd zal het leren of dit ook daadwerkelijk zo is.

De puriteinen onder de liefhebbers (en lossers) zijn overigens niet gecharmeerd van automatisch lossen vanwege de druk op de duiven in de onderste manden. Ook hiervoor hebben de vindingrijke duivenmelkers in de vervoersorganisaties weer een oplossing gevonden. Op internet circuleren filmpjes met duivencontainers waarbij de rolluiken van beneden naar boven worden open gedraaid. Hierdoor komen de duiven uit de onderste manden er stukken beter vanaf doordat ze als eerste in vrijheid gesteld worden. Nadeel is wellicht wel de traagheid van deze systemen. Ook het opdraaien kost namelijk zo’n twintig seconden.

Bij ons in de afdeling zouden we wat mij betreft op een simpele manier kunnen komen tot “the best of both worlds”. Namelijk door zoveel als mogelijk de onderste twee rijen leeg te houden. Vooral bij jonge duiven en bij lossingen op een harde ondergrond is dit voor duif (en eigenaar) wel zo prettig. Tot veel extra kosten zal het naar mijn bescheiden mening niet leiden gezien de (dalende) bezettingsgraad van de containers.

Weer en vlucht verloop. Ook de weergoden waren op Asse Zellik de lossers goed gezind. Na aanvankelijk dramatisch slechte voorspellingen bleken de weersomstandigheden op de dag van lossing heel erg mee te vallen. De satellietbeelden toonden al vroeg in de morgen een vrijwel onbewolkte hemel boven het merendeel van de vlieglijn! De vraag was even of er nog gewacht zou worden op een temperatuurverbetering maar aangezien er buien in aantocht waren werd er voor moderne duivensportbegrippen vroeg gelost, om 8:30 uur.

Lossing

Dit betekende niet dat de duiven uit heel Noord Holland droog hun thuisbasis zouden kunnen bereiken. Her en der was sprake van een verspreide bui. “Losbare regen” noemde een bevriende losser dit eens toen ik met hem samen een rit naar de Belgium Master maakte en we onderweg diverse kleine buien op ons pad troffen. Het is volstrekt logisch dat bij dergelijk omstandigheden gelost wordt, maar het is wel bijzonder vervelend als je kopduif juist door zo’n buitje getroffen wordt of besluit er omheen te vliegen.

Gisteren viel het uiteindelijk mee met de losbare regen maar toch hadden sommige regio’s in onze afdeling er last. Een liefhebber uit Wieringen meldde mij dat er juist voor de duiven aankwamen een beste bui voor de uiterste Noordoosthoek van onze afdeling hing. Hierdoor komt het dat er waarschijnlijk van geen van deze liefhebbers een duif in de top 75 van dit rayon staat …. Duivensport is afzien (incasseren) en weer doorgaan met af en toe een succesje.

Voor het overige verliep het concours bijzonder vlot al miste er laat in de middag, vooral op de voorhand, nog wel her en der een jaarling. Doorgeschoten en vaak kost het deze onervaren duiven veel tijd om hun hok terug te vinden.

De snelste duif van de lossing viel zoals te verwachten was met een bij tijd en wijlen krachtige Zuidwesten tot Westen wind aan de Oostkant van de afdeling. De eigenaar van de snelste duif is Martin Vinkenborg uit Volendam. Zijn dertiende getekende vloog ruim 1835 meter per minuut en hierbij kwam geen enkele duif in de buurt. Een bijzonder mooie uitslag was er voor de combinatie Udo-Duijn uit Heiloo. Lex en Steef speelden maar liefst één tot en met vier in het sterke rayon A en dit met slechts twintig duiven op de inkorflijst!

De winnaars per rayon:

Rayon A: Udo-Duijn, Heiloo, 1756 mpm

Rayon B: Sjaak Weel, Heemskerk, 1749 mpm

Rayon C: Combinatie Moes, Zaandam, 1777 mpm

Rayon D: Jan Visser, Hoogkarspel, 1821 mpm

Rayon E: Martin Vinkenborg, Volendam, 1835 mpm

Rayon F: John van Duren, Amstelveen, 1816 mpm

 

OP EIGEN HOK

Was het weer een weekje incasseren geblazen. Duivensport is afzien en weer doorgaan met af en toe een succesje hetgeen deze week eens te meer bleek. Na een duivin met een vleugelblessure en minimaal twee opgevreten / aangevreten duiven door de roofvogel moest gisteren (en toch ook nog wel vandaag) even heel diep van het relativeringsvermogen gebruik gemaakt worden.

Na veel wikken en wegen had ik namelijk mijn jaarlingen (veelal voorzien van een oude ring) ingemand. Helemaal gerust was ik er al niet op gezien de voorspelde harde wind op de staart en de geringe ervaring.  Omdat het vluchtprogramma geen nieuwe instapmogelijkheden bood moesten ze er toch aan geloven.

De vrees bleek terecht. Toen ik om 11:30 uur naar de vereniging ging waren er zes van de zesentwintig thuis! Hierna druppelden ze de hele dag naar huis. Echter uiterst traag, met soms uren niets. Uiteindelijk stond de teller om 20:00 uur op zeventien. Nog negen weg! Mega-irritant en met een dergelijk moeizaam verloop en een dergelijk verlies had ik toch geen rekening gehouden. Hiervoor verzorg je ze niet de hele winter.

Een denker als ik ben ga je dan lopen denken hoe dit kon gebeuren. Natuurlijk waren ze slecht opgeleid, ze hadden in hun geboorte jaar naast meer dan tien lapvluchtjes maar twee containervluchten gevlogen. Dit jaar gevolgd door vier lapvluchtjes, waaronder twee serieuze vanuit Gouda waarbij ze serieus moesten zoeken. De conditie  was bovendien goed, achteraf misschien wel te goed.

Kennelijk was de vuurdoop met een massale lossing in combinatie met harde staartwind toch te moeilijk voor de jaargang van 2015. Ze hadden misschien minder geluk dan de jaargang van 2014 die met een zelfde slechte opleiding vorig jaar bij hun debuut als jaarling vluchten met tegenwind troffen.

Het toeval wil overigens dat van de vijf jaarlingen die in 2014 op de eerste vlucht bij hun debuut als oude duif aanvankelijk achterbleven er eentje gisteren als eerste duif werd geklokt! Ik haalde haar twee weken na haar debuut op bij een centraal hok in de buurt en bewaarde haar tot de navluchten. Hierop speelde ze twee prijsjes maar omdat ze een dochter was van “Femi” (4e Allroundduif TBOTB 2013, 3e jaarling TBOTB 2013) liet ik haar  lopen. Er is dus nog hoop!

Overigens arriveerde de dochter van “Femi” niet als eerste op het hok. Deze eer was weggelegd voor een duivin met de mooi naam “Hannah” op haar stamkaart, de 14-841. Een duif die ik altijd echter “Pietje” noem omdat ik haar kreeg van Piet Rol, één van de Nederlandse bijhuizen van Leo Heremans.

“Pietje” viel na diverse veel te grote ererondes op de verkeerde volière, namelijk die van de kwekers. Hier zat ze wat te suffen hetgeen mij deed besluiten de lokker te gooien. Door het landen van de lokker viel “Hope” zoals ik de dochter van Femi ooit in een verwachtingsvolle bui noemde, direct naast de lokker op de plank. Voor mooi hadden beide dames een te lang saluut aan de buurt gebracht maar ten opzichte van vorige week was de verspeeltijd met meer dan zestig procent gedaald. In groot verband was dit goed voor de 47e plaats tegen 3.182 duiven.

Nog steeds niet goed genoeg maar ik zal het er mee moeten doen. Het prijspercentage werd door het inzetten van de jaarlingen aanzienlijk gedrukt. Van de eenenvijftig dames ouder dan een jaar klasseerden er zich vijfentwintig in de prijzen. Van de zesentwintig jaarlingen deden dit er twee ….

Uithuilen en opnieuw beginnen. Als de meteorologen ons niet bedriegen krijgen we volgend weekeinde Quievrain met een matige Noord tot Noordwesten wind. Veel te ver zullen de jaarlingen dan niet vliegen … Afwachten maar weer, tot volgende week!

Michel Beekman