Kopwind en kopzorgen

Kopwind en kopzorgen

Maandag 15 juli 2013. De tijd vliegt, ik schrijf dit wel vaker maar soms het ik echt het idee dat de tijd steeds sneller voortschrijdt. Zo sta je aan het begin van het seizoen met de oude duiven en nu zijn er nog slechts drie vluchten te gaan. Nog drie echte cols, om in Tour de France termen te blijven, staan de meerjarige programma duiven nog te wachten. Komende week de dagfondvlucht vanuit Bourges (605 km), daarna Breuil le Vert (363 km) en als toetje Argenton (675 km).

Voor komende zaterdag wordt er weer goed weer voorspeld met wederom wind op de kop. Na een seizoen met slechts tweemaal wind op de staart geen geringe opgave. Persoonlijk heb ik in de regel voordeel bij kopwind, zeker op de korte afstanden, maar bij een eendaagse fondvlucht zorgt de kopwind bij soms wel eens voor kopzorgen. Dubben over welke duiven te spelen of niet. Een mix van ervaring en jong enthousiasme is hetgeen ik het liefst speel. Bij zware vluchten gaan ervaren duiven namelijk vaak zitten als het even niet naar het zin loopt. Ze gaan vrijwel nooit in het rood en komen vrijwel altijd thuis. De jaarlingen rammen in de regel naar huis, echter met het risico zichzelf over de kop te vliegen.

Ook valt het niet altijd mee een keuze te maken welke jaarling wel en welke jaarling niet te spelen. Met wind uit Zuidelijke richtingen is dit makkelijker. Met dergelijke omstandigheden komen de onervaren jaarlingen makkelijker naar huis. Dit is een open deur intrappen maar toch zie ik het graag dat jaarlingen het niet al te moeilijk hebben bij hun debuut op het grote werk. Op enkele natuurtalenten na moeten de meeste minder getalenteerde duiven de eendaagse fond als het ware  leren vliegen. Als ze een paar keer de afstand overbrugd hebben is het niet gelijk rampzalig als het een keertje niet goed lukt.

Echter het weer is zoals het is. Het enige dat we als melker kunnen doen is proberen de duiven  zo goed mogelijk aan de start te brengen. Goed gezond, goed getraind en goed gevoed. Over deze zaken kan ik me ook best een beetje druk maken. Iedere week is er twijfel hoe het met de gezondheid staat. De laatste weken krijgen ze alleen gedurende drie maaltijden BS, de koppen kuur laat ik al vier weken staan. Iedere dag kijk ik dan angstvallig naar de training om te zien of ze nog wel naar het zin trainen. De duivinnen wel te verstaan want de training van de doffers mag eigenlijk geen naam hebben (hetgeen ook duidelijk terug te zien is op de vluchten). Tenslotte kijk ik dagelijks met enige onrust hoe ze eten. Eten ze veel, graag, genoeg? Houd ik ze aan het eten zodat ze op donderdag goed doorvoed aan de start staan?  Wij korven namelijk twaalf weken van het oude duiven seizoen op donderdag in en dan is het m.i. zaak dat ze vol de mand in gaan. Vaak loop ik mindere malen per avond naar het hok om ze nog een beetje te doen eten.

Kopzorgen dus! En deze zorgen heb ik niet alleen bij de oude duiven maar vooral ook bij de jonge duiven. De verliezen blijven zich opstapelen en ik heb geen vast omlijnd idee hoe dit komt. Aanvankelijk dacht ik dat het kwam door het verduisteren maar inmiddels zijn ook vele hokken uitgekleed die niet verduisteren. Wellicht is het gewoon een zaak van ervaring. Wekelijks korf ik mijn oude duivinnen, die ik niet op het programma speel, in op de desbetreffende jonge duivenvlucht. Ze zijn al drie weken binnen een mum van tijd thuis. Goede en slechte. Als er een concours zou zijn zou dit binnen enkele minuten ‘weg’ zijn. Dit steekt schril af tegen de aankomsten van de jongen. De concoursduur is ongekend lang en de verliezen blijven maar oplopen ….

Kopzorgen hierover dus want dit heeft ook invloed op de komende jaren. Het zijn namelijk niet alleen slechte jongen die wegblijven. Althans dit weiger ik te geloven. Weten zullen we het wel nooit. Om het tekort aan jongen van de eerste ronde op te vangen speel ik altijd een aantal jongen op de navlucht. Zomerjongen en dat is ook niet ideaal want er gaat niets boven jongen van de eerste en tweede ronde die succesvol een (verlengd) junioren programma hebben volbracht.

In het drukke weekeinde dat achter ons ligt stonden in Noord Holland wederom  drie vluchten op het programma. Geen van de vluchten was gemakkelijk.  De vlucht vanuit Tarbes werd zelfs een heroïsche klassieker met grote verschillen tussen de aankomende duiven.

De winnaars per rayon per vlucht:

Duffel jonge duiven:

Rayon A: Cees de Wildt, Castricum

Rayon B: Bas Thiele, Velserbroek

Rayon C: Jan Kuijzer, Krommenie

Rayon D: D. Hart, Berkhout

Rayon E: Rein de Gooijer, Kwadijk

Rayon F: Cor Buis Jr, Aalsmeer

Soissons Oude duiven:

Rayon A: Combinatie Bleeker, St. Pancras

Rayon B: Combinatie Wim &  Frank Roodenburg, Uitgeest

Rayon C: Gebr. Kat & Zoon, Westzaan

Rayon D: Jan Visser, Hoogkarspel

Rayon E: Ton Snoek, Volendam

Rayon F: Combinatie Leo van Leeuwen en Hans van Grieken, Aalsmeer

Tarbes Oude duiven:

Rayon A: Cor Schermer, Castricum

Rayon B: A. Schelvis, Velsen Noord

Rayon C: Fred Kramer, Wormer

Rayon D: Cees van de Gulik, Wijdenes

Rayon E: Nico Tetteroo, Purmerend

Rayon F: Frits van Duin, Amsterdam

OP EIGEN HOK

Ging het met de oude duiven wederom prima. De eerste tien duiven vielen als de rook en acht hiervan klasseerden zich bij de eerste honderd in de afdeling. Daarna viel het wat stil maar waren de meeste goede duiven ook thuis. Slechts de eerstgetekende miste en dat had ik niet verwacht. Gelukkig was ze wel thuis zonder verdere kleerscheuren. Een ander smetje op de goede uitslag was het niet klokken van mijn eerste duif. Voor het eerst sinds weken miste het systeem een duif maar het blijft wel jammer als het de eerst aankomende betreft. Gelukkig was het euvel snel hersteld en bedroef de schade slechts een seconde of veertig.

Groter was echter de schade bij de jonge duiven. Wederom keerden er vijf niet terug op hun thuisbasis (van de 35). Jammer genoeg wordt er ook geen enkele gemeld. Zoals ik hierboven al schreef dit baart mij zorgen. Veel veranderen kan ik er niet aan dus blijf ik de overblijvers zo goed mogelijk begeleiden en spelen. Afwachten maar weer … tot volgende week!

Michel Beekman