Hartverwarmend en 'over ringen'

Hartverwarmend en ‘over ringen’!

Zondag 4 januari 2015. Iedereen gebeurt het wel een keertje. Een koppel jongen dat je vergeet te ringen. Opeens schrik je als je de eigenlijk al te grote jongen ontdekt. Vandaag gebeurde het mij in het hokje met de oude klakken. Er bleek nog een koppel jongen te hebben. Al groot bovendien (een dag of 12 – 14, met al behoorlijke veerontwikkeling). Zeker bij duiven van het Klaksoort zijn de poten dan al behoorlijk uit de kluiten gewassen. Snel de pot groene zeep (van Driehoek) en een doekje gepakt. Hierna heb ik na het  met zeep insmeren van de poten de jongen met enige moeite (en altijd teveel kracht) geringd. Het lijkt er wel op dat door de zeep de ring niet alleen beter glijdt maar dat het pootje ook een beetje slinkt. Al met al een heel gedoe, dat voor het jong in kwestie geen pretje moet zijn.  In het verleden heb ik wel eens een jong gehad dat veel te groot geringd werd en waarin je in de pennen kon terug zien dat ze het slecht gehad had.

Daarom ging ik op internet eens op zoek en vond een tip over het ringen van grote jongen. Gevonden op Facebook en geschreven door een Vlaamse liefhebber. In Vlaanderen en België is het laat ringen van jonge duiven ‘bijna uitgevonden’ door de vroege kweek in combinatie met de beschikbaarheid van de ringen. De ‘Vlaanders’ en andere Belgen krijgen hun ringen overigens al op 30 december maar toch leidt dit tot ring problemen. Hierbij de tip (ik kopieerde de tekst letterlijk) :

“Uit een oude nylon kous knip je een strookje van ongeveer 20 cm lang en 5 cm breed.
Je draait de kous rond het pootje van het jong. Je zorgt ervoor dat het achterste teentje mooi naar boven is en dat de drie voorste teentjes twee boven en eentje onder liggen. Je zorgt ervoor dat de nylon kous heel goed aangespannen rond het pootje gedraaid is. Het uiteinde van de kous draai je mooi op en je schuift de ring over de kous. Dan mag je zo hard als je kan aan de kous en met je andere hand aan de ring trekken. De ring zal langzaam maar zeker over de poot schuiven. Aangezien je niet aan de teentjes trekt zal het duifje ook geen pijn hebben en zal je het pootje ook niet beschadigen. Als de ring over het pootje is haal je de kous er terug af. Dit is meestal nog het meeste werk. Dan haal je met een tandenstoker het achterste teentje van tussen de ring. Klaar is Kees zonder schade. Oefen eerst maar eens met een jong dat je niet nodig hebt! Eens je het trucje doorhebt is het een koud kunstje“!

Hartverwarmend hoe duivenliefhebbers elkaar vrijwel altijd helpen! Overigens leiden er zoals altijd meer wegen naar Rome. Sommige liefhebbers in Vlaanderen (en wellicht ook in andere windstreken) plannen het kweken van jongen zo scherp dat ze al ruim voordat ze de ringen ontvangen maatregelen nemen om de zo vroeg mogelijk gekweekte jongen nog net te kunnen ringen op het moment dat de ringen beschikbaar zijn.

Ik was ooit bij een Vlaamse liefhebber op bezoek en die had bij diverse nestjongen de ‘achterteen’ tegen ‘het pootje’ geplakt met een stukje leukoplast. Hierdoor was het makkelijker om de ring er op een later tijdstip dan gebruikelijk overheen te schuiven. Dit stukje pleister plakte hij reeds na enkele dagen op het moment dat de tenen nog uiterst flexibel zijn. Het pootje groeide met pleister en al verder in de gewenst te vorm. Na het ringen wordt vervolgens de pleister verwijderd en hersteld de achterteen zich.

Overigens vraag ik het mij af waarom mensen zo krap plannen. Ik geloof niet in het voordeel dat winterjongen die een paar dagen tot een week ouder zijn dan hun soortgenoten op de vluchten direct beter presteren. Nu ben ik geen jonge duivenspecialist (en spelen we in Nederland veel later met de jongen) dus als er mensen zijn die mij argumenten kunnen aandragen waarom dit wel voordelig is hoor ik dit graag?

Verkoop Combinatie Mees Doornekamp

Hartverwarmend is eveneens de wijze waarop veel van mijn lezers meeleven met de Paratyfus problemen op mijn hok. In woord of op schrift mocht ik al menig blijk van medeleven ontvangen. Ook schreven veel liefhebbers over hun eigen ervaringen en de wijze waarop men het probleem te lijf ging. Gisteren stuurde een liefhebber uit Amersfoort, die ik ontmoette op de Verkoop van Mees Doornekamp, mij een interessant artikel via de mail. Het was een stuk geschreven door Ruben Lanckriet dat terug te vinden is op PIPA. In dit stuk verhaalt Lanckriet over de mogelijk negatieve consequenties van kuren en de positieve gevolgen van enten. Jammer is wel dat Lanckriet niet duidelijk is over wat hij onder een goed vaccinatieplan verstaat.

In een ander artikel vond ik dit dan weer wel. Bij entingen met dode entstof ziet dit er (ongeveer) als volgt uit. “Bij het vaccineren tegen paratyfus is sprake van een basisvaccinatie zo’n 2 weken na het spenen die na een tot twee maanden gevolgd moet worden door een hervaccinatie. Daarna dienen de duiven halfjaarlijks een vaccinatie te krijgen”. Veel werk, maar voor degenen die van Paratyfus af willen komen is niets te veel ….

Overigens beperkte de liefhebber uit Amersfoort het enten tot eenmaal per jaar (in combinatie met een scherp mes). Voor de geïnteresseerde hierbij de link naar het betreffende artikel.

http://www.pipa.be/nl/newsandarticles/pigeonandloft/paratyfus-behandeling-en-nieuwe-ontwikkelingen

Ook hartverwarmend is de terugkeer van de kleine zaalverkoop. Gisteren (zaterdag) bezocht ik de verkoop van de zomerjongen van Mees Doornekamp en Ronald van Veenendaal. Mees, al zijn hele leven een topper, en Ronald durfden de handschoen op te pakken door zomerjongen te verkopen in eigen regio en in eigen vereniging. Gedurfd want toppers vinden in eigen regio zelden de waardering die ze verdienen. Velen zoeken dan ook de (uit)weg van het internet om hiermee het lokale chagrijn te ontlopen en wellicht ook de buitenlandse kopersmarkt aan te boren. Zo niet de heren vliegend in Hoevelaken.

De kampioenen van de Eendaagse Nationale Fondspiegel over de periode 2012-2014 brachten 24 jonge duiven naar het verenigingslokaal van A.P.V. De Eendracht. Door de problemen met de Vogelgriep was de verkoop een maand opgeschoven maar dit was voor de duiven zeker geen nadeel. Ze zagen er prima uit. Goed in conditie en, op een enkeling na, klaar voor de kweek. De belangstelling was ondanks het vroege uur (de zaal ging open om 10:00 uur en de verkoop begon om 11:00 uur) groot.

De duiven werden aandachtig bekeken. Het bekijken van duiven van een groot kampioen is het aantrekkelijkste punt van een zaalverkoop. Thuis krijg je door verkooplijst een indruk waar de kampioen in kwestie op let bij het koppelen en hoe hij werkt aan de stamvorming. Voor de verkoop kun je het gevormde beeld dan toetsen aan de duiven in de kooitjes.

Opvallend was in dit geval dat ook de duiven van de combinatie Mees Doornekamp vrijwel allemaal  de vleugel bezaten die Willem de Bruijn omschrijft als de ‘Geerincks-vleugel’ en waarop Jos Nijman mij tijdens het maken van zijn reportage attent maakte. De laatste 4 slagpennen verspringen extreem en zijn (ongeveer) van gelijke lengte. Daarnaast viel op dat de duiven niet te groot waren. Alles was in proportie en het aantal ‘blokjes’ was groot.

Gezien de kwaliteit van de duiven was ik nieuwsgierig wat de opbrengst zou worden. Ook omdat er een aanzienlijk aantal ‘teletekstspelers’ in de zaal zat. De prijzen waren al bij al vriendelijk. Misschien iets te vriendelijk voor het sterkste Dagfond-hok van de laatste 3 jaar. Door de vriendelijke prijs tikte ik zomaar een zoon van de stamdoffer op de kop. Uit deze doffer kweekten de heren al twee doffers die respectievelijk een 1e en 2e NPO speelden. Plus dat er nog een aantal andere zonen het vlieghok bevolken die samen goed waren voor 28 kopprijzen!

Op papier voldoende klasse

Kortom het beste van het hok Doornekamp ging mee naar mijn reserve kweekhok in Amsterdam Zuidoost. Hier waren eerder deze week al 4 doffers naartoe verhuisd die ik mocht lenen van één van de sterkste hokken uit de afdeling Zuid Holland. Wederom hartverwarmend want hierdoor heb ik voor de vele duivinnen die ik vorig jaar van diverse tophokken mocht ontvangen (gekregen of verkregen op een bon) nu voldoende passende  en bovenal gezonde doffers. Een mooie basis voor de toekomst met op papier in ieder geval voldoende potentieel. Het is bovenal een garantie op gezonde jongen van goede komaf voor het seizoen 2015!

OP EIGEN HOK

Hier valt echt niets lezenswaardigs over te melden.

Tot volgende week!

Michel Beekman