Het loopt soms een beetje over de schoenen

Het loopt soms een beetje over de schoenen

Zondag 21 februari 2016. Buiten is het nat en grijs. Ook blaast de wind weer krachtig haar partijtje mee. Het zijn bepaald geen uitnodigende weersomstandigheden om veel aan de duiven te doen. Toch moet het want in deze tijd van het jaar is verzaken geen optie. Gelukkig was het gisteren en dan vooral ‘s morgens veel beter qua Weer en konden er de nodige uurtjes besteed worden aan het wekelijks groot onderhoud. De hokken zitten namelijk nog barstensvol en de vervuiling ervan is in deze tijd van het jaar het meest intensief. Zo ervaar ik de fase van broedende vliegers en kwekers met jongen althans. Het is niet de fase van het seizoen waar ik overigens het meest reikhalzend naar uitkijk.

“Het voer gaat er met emmers in en de stront komt het met bakken uit”. Ergens op internet las ik deze uitspraak en niets is minder waar. Iedere morgen meng ik letterlijk twee emmers voer en tweemaal daags gaan er vier barstensvolle strontblikken naar de kliko of beter gezegd de GFT bak (en dan liggen op 50% van de vloeren nog roosters, evenals in de 72 broedhokken in het vlieghok). Die hoeveelheid is niet zo gek want op dit moment bewonen zo’n kleine 400 duiven mijn hokken. Veel te veel eigenlijk.

Ik moet het toegeven, qua verzorging ben ik wel iets gewend en tot iets in staat maar op dit moment loopt het mij soms een beetje over de schoenen. Als ik eerlijk ben zijn de kleine 80 onbevlogen jongen van 2015 er eigenlijk een beetje te veel aan. Als alles gescheiden zit gaat het nog wel maar nu er in het totaal zo’n 135 koppels zitten te broeden of jongen azen groeit het mij boven de pet. Het is niet zozeer de verzorging an sich maar vooral het passen en meten om zowel ’s ochtends als ’s avonds de verzorging van deze mega kolonie in deze tijd van het jaar in mijn schema te passen.

’s Morgens start ik om 6:45 uur en is het haasten om 8:30 uur naar het werk af te reizen. Eerder opstaan waardoor meer verzorgingstijd beschikbaar komt is geen optie omdat ik het licht bij de vliegduiven niet voor 7:30 uur wil laten aangaan omdat het ’s avonds ook al brandt tot 20:30 uur.  Ook na de gedane arbeid is het weer bikkelen. Ergens tussen 17:30 en 18:15 uur begint de avondverzorging. Dit tijdstip is een beetje afhankelijk van de drukte op het werk en op de weg.

’s Avonds herhaalt zich hetzelfde ritueel met als psychisch nadeel dat het donker is. Waar ’s morgens de werkzaamheden op en rond de hokken al met het glorende daglicht verricht kunnen worden is de verzorging ’s avonds bijna voor 100% afhankelijk van kunstlicht. Duiven verzorgen in het donker is in het stille seizoen doodgewoon maar prettig zal ik het nooit vinden. Aanvankelijk doofden de lichten om 19:00 en 20:00 uur, respectievelijk bij de voedsters en de vliegers. Doordat het de laatste weken zoveel werk is heb ik deze tijdstippen opgerekt naar 20:30 uur. Niet ideaal als je het mij vraagt en vanaf deze week ga ik daarom proberen deze tijden terug te brengen naar 20:00 uur zodat ze aansluiten op de start van de toekomstig zomertijd.

Sinds gisteren (zaterdag) heb ik namelijk het gros van de vliegers los in de broedhokken zitten. Dit zal een hopelijk komende week de nodige tijdwinst opleveren. Tot gisteren wisselde ik twee keer per dag de vliegkoppels die de broedhokken bevolkten. Ze werden  om en om los gelaten. ’s Morgens mochten de gele en groene deurtjes open. ’s Middags en ’s avonds de rode en de blauwe. In het weekeinde draaide ik het dan ergens om.  

Bovenaanzicht hokken

Dit doe ik al sinds de tweede / derde dag na de koppeling en het ging super. Weinig knokpartijen en de nieuwe koppels wisten hun nieuwe onderkomen makkelijk te vinden. De eerste dagen zaten de partners steevast bij elkaar in het vak dus was opsluiten een eitje. Sinds ze echter zitten te broeden gaat het veel minder makkelijk en duurde het vaak lang voordat alle deurtjes gesloten konden worden. Te lang voor het tijdschema.

Sinds gisteren zitten de koppels dan ook los op de hokken, op enkele vechtbazen na. Ook de volière staat weer 24 uur per dag open. Hierdoor zal het werk wat minder worden en de stront wat meer gespreid. Ook leren ze dan uiteindelijk hoe het er in het vliegseizoen aan toe gaat. Het enige risico is dat het enkele eieren kost. Persoonlijk vind ik dit laatste altijd het minst erg, indien gewenst zijn er binnen een ruime week weer nieuwe. Irritanter is dat een indringer soms dominant wordt over de oorspronkelijk bewoners. De duiven moeten echter mee in mijn systeem want anders “draait het niet op mijn hokken”.

Bijkomend voordeel is dat ik terwijl ik vannacht  de slaap niet kon vatten besloten heb om de voedsters niet te gaan gebruiken. Het wordt me anders gewoon te veel. Niet alleen qua verzorging in deze tijd maar gewoon qua aantal duiven. Slechts de eieren van mijn allerbeste vliegers zal ik verleggen maar dan richting de kwekers of wat hier voor doorgaat. Niet alleen is de aansluiting qua legdatum makkelijker ook zorgt het voor minder jongen en dus minder volle hokken.

De voedsters laat ik gewoon doodbroeden en daarna gaan ze net als de overige duiven op weduwschap. Dit is ook makkelijk bij het loslaten. Als de bejaardenduiven dan geselecteerd en  verplaatst zijn naar het grote kweekhok heb ik gewoon een afdeling vrij voor de jonge duiven.  Hierin passen er voldoende, zo’n 80 stuks. Dit moet voldoende zijn om samen met de onbevlogen jongen van 2015 voor de aanvulling voor 2017 te zorgen.

Kwekers in hun voliere

Veel plannen dus vooral om voor mij zelf het water minder over de schoenen te laten lopen maar ook om mijn vervangers de duiven “makkelijk” te kunnen laten verzorgen. De komende periode ben ik namelijk al weer een behoorlijk aantal nachtjes van huis.

 

OP EIGEN HOK

Bovenstaande is eigenlijk het relaas dat ik normaliter schrijf onder het kopje “OP EIGEN HOK”. Soms draait de essentie van het weekstuk echter om de gebeurtenissen op het eigen erf. Dit vind ik bij tijd en wijlen ook best logisch want duiven houden op eigen erf blijft wat mij betreft het belangrijkste aspect van duiven houden.

Afsluitend wil ik onder dit kopje deze week alle vrienden en bekenden bedanken voor hun positieve reacties op mijn reportage in Het Spoor der Kampioenen. Ik kreeg veel complimenten en dat doet een mens altijd goed. Langs deze weg wil ik ook de schrijver van het stuk nogmaals de aandacht geven die hij verdient. Dit deed ik ook al in een persoonlijke mail maar ik weet hoe prettig het voelt om een bedankje te krijgen dus hierbij nogmaals ten overstaan van de hele duivengemeenschap. “Gerrit van Eikenhorst bedankt voor de prachtige reportage”!

Tot volgende week,

Michel Beekman