Interessante nieuwsbrieven

Interessante nieuwsbrieven

Zondag 19 mei 2019. Zojuist las ik de nieuwsbrief “De afdeling Zeeland houdt u op de hoogte”. Deze nieuwsbrief werd gisteren door de afdeling Zeeland aan haar leden gestuurd. Een sportvriend uit deze provincie doet mij deze provinciale nieuwsbrieven sinds enige tijd toekomen.

Hiervoor ben ik hem zeer erkentelijk. Hierdoor blijf ik namelijk op de hoogte van de ontwikkelingen in de pilot in het bijzonder maar meer nog van het duivenland dat ik in de (verre) toekomst kan verwachten. Natuurlijk lees ik hierover ook in de nieuwsbrief van de NPO. Echter die versie van “Op de Hoogte” is net even meer gelikt en zit net iets geraffineerder in elkaar dan het kleine Zeeuwse broertje. Ik zal het verklaren met een voorbeeld.

Deze week stond er in de nieuwsbrief een zeer informatief bericht “van de projectleider”. Misschien wel iets te informatief zonder dat de schrijver dezes zich dit vermoedelijk realiseerde. Hetgeen er namelijk geschreven werd deed mij de schellen van de ogen vallen. Het deed mij iets realiseren, iets dat ik nog niet eerder door had. Allereerst de letterlijke tekst.

“Met name op het gebied van de elektronische kloksystemen is er verwarring ontstaan over de toekomstige ontwikkelingen. In een bijeenkomst met alle huidige leveranciers is er van NPO-zijde een uitleg gegeven over de koers die is gekozen in het GPS2021 traject. In de tweede helft van juni zal dit worden geconcretiseerd in een aantal sheets zodat het voor alle leveranciers duidelijk wordt welke vereisten er op tafel liggen voor de toekomst van de duivensport. Dit alles gaat echter pas vanaf 2021 in de praktijk meewegen, alle huidige systemen zijn tot die tijd gewoon goedgekeurd voor gebruik op de wedvluchten”.

De crux zit natuurlijk in de laatste zin en dan vooral het deel na de komma. Daarom geef ik deze zin nog maar een keertje weer. “Dit alles gaat echter pas vanaf 2021 in de praktijk meewegen, alle huidige systemen zijn tot die tijd gewoon goedgekeurd voor gebruik op de wedvluchten”.

Valt bij u ook het kwartje? Bij mij heeft het misschien lang geduurd maar vandaag viel het wel. Na 2020, vanaf seizoen 2021 dus, d.w.z. na volgend seizoen zijn de huidige systemen niet meer goedgekeurd! Oftewel ze kunnen bij de vuilnisbak als de leverancier niet aansluit bij de pilot en in de pas gaat lopen bij de NPO.

De NPO heeft in dit machtsspel alle troeven in handen doordat ze (of een commissie) beslist over het toe laten van de systemen. De NPO kan het door haar ingezette beleid inzake de automatisering hierdoor zonder problemen uitvoeren.

Als je de tekst dan ook letterlijk neemt of in ieder geval letterlijk interpreteert kun je vanaf het seizoen 2021 alleen nog constateren op een door de NPO gewenste wijze. In Jip en Janneke taal, voldoet een leverancier niet aan de eisen van de NPO dan wordt het systeem afgekeurd en kan het niet meer gebruikt worden. Hierdoor ligt de weg open naar de door NPO gewenste abonnementsconstructie of wat voor constructie dan ook.

Door het al dan niet toelaten van systemen kan de NPO namelijk elke vorm van marktwerking uitschakelen. De NPO kan bepalen en de andere belanghebbenden moeten volgen. Voor de leveranciers is het dus stikken of slikken en hetzelfde geldt voor de liefhebbers. Wil je in 2021 klokken dan zul je op de kar moeten springen …..

De slimme lezers onder u zullen zeggen “wat is er anders dan voorheen, want ook nu bepaalt de NPO of een systeem is toegelaten of niet?”. Dit klopt inderdaad, maar op dit moment en ook bij introductie van het elektronisch constateren waren er alternatieven. In 1996/1997 kon je gewoon besluiten “handmatig” te blijven klokken. Ook waren er gelijk meerdere marktpartijen die het EC-systeem aanboden. Hierdoor bleef de prijs relatief laag en bleef het verdienmodel voor de NPO beperkt tot inkomsten door verkoop van chipringen (die toen overigens waanzinnig duur waren, 5 gulden per ring).

Daarnaast waren er destijds nog geen grote investeringen gedaan in hokinstallaties en bijvoorbeeld constateerantennes. De meeste liefhebbers begonnen met een paar “plankjes”. Met wat huisvlijt werd er een aangepaste valplank, spoetnik of superval gecreëerd waardoor de overgang relatief goedkoop was.

Hoe anders is het nu. Er is veel geïnvesteerd in de tussenliggende jaren. Veel liefhebbers hebben vele constateerantennes en ook velen hebben in de loop der jaren speciale spoetnikken of andere constructies aangeschaft om de antennes goed te integreren. Om het constateren zo ideaal mogelijk te laten verlopen.

Indien de nieuwe systemen niet compatibel zijn met de huidige constateerantennes en/of de maatvoering van de nieuwe constateerantennes niet wordt afgestemd op bestaande maatvoering, vrees ik veel afhakers. Wie gaat er op hoge leeftijd nog investeren/verbouwen omdat de bond een systeem verandering oplegt?

Een niet te onderschatten aspect is namelijk dat de keuze in het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw VRIJWILLIG was! Dit lijkt nu niet meer het geval en iedereen weet hoe de gemiddelde duivenmelker denkt over hem opgelegde zaken.

Of de besluitvorming over GPS2021 moet nog teruggedraaid of aangepast worden. Evenals bij de vorige week  aangehaalde zaken ligt hier wat mij betreft een schone taak voor de kiesmannen of vertegenwoordigers van de secties.

ARTIKELEN IN HET SPOOR DER KAMPIOENEN:

In beide nieuwsbrieven werd ook verwezen naar de artikelen in “Het Spoor der Kampioenen”. Artikelen geschreven ter verduidelijking voor de gewone liefhebber. Los van het taalgebruik (nog te weinig Jip en Janneke taal) een lovenswaardige poging.

Het meest interessant vond ik de denkrichting van het bestuur NPO geformuleerd in het artikel “Duivensport naar de toekomst”. Enigszins hoogdravend en misschien wel te idealistisch schetst het bestuur NPO de duivensport van de toekomst.

Zonder direct in te willen gaan op alle details valt één zaak op. Het woord “afdeling” in de vorm zoals we deze nu kennen in de huidige organisatie komt in zijn geheel niet voor. Er wordt alleen gesproken over grote sterke verenigingen voor het korte spel en regionale inkorfcentra voor het lange spel. Het vervoer moet geregeld worden vanuit de sectie Transport.

Niet verrassend als je het mij vraagt, maar opmerkelijk blijft het wel. De afdelingen vormen namelijk op dit moment de hoeksteen van de huidige organisatie. Een op zijn minst interessante vraag is dan ook hoe het bestuur NPO denkt te komen tot de gewenste nieuwe organisatie? Is hiervoor een plan, een tijdlijn, etc.? Als dit er is zou ik zeggen “voor de draad ermee”. Hier ligt wederom een schone taak voor de kiesmannen of sectorleden.

Al bij al een interessant stukje informatie. Zo terloops gebracht in Nieuwsbrieven midden in het seizoen. Ik vraag mij dan ook af hoeveel liefhebbers dit gelezen hebben in een tijd dat alle aandacht uitgaat naar de duiven zelf. Ik vrees niet zoveel en misschien komt dit de beslissers wel niet zo slecht uit.

IMG-20171028-WA0002[692]

DE VLUCHTEN:

Natuurlijk werd er deze week ook gevlogen. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik op dit moment qua wedvluchten een beetje doe aan scoreboord journalistiek. Ik volg de uitslagen maar studeerde gisteren niet op het weer.

Door lossingstijden en filmpjes werd mij duidelijk dat er gewacht moest worden op weersverbeteringen die er uiteindelijk ook kwamen. Zoals gebruikelijk wachtte de ene afdeling langer dan de andere maar veel invloed op de snelheid had dit niet. Gelukkig losten alle afdelingen op dezelfde dag dus dit maakt de vergelijking van de diverse samenspelen komende week wat makkelijker.

Wel was duidelijk dat er behoorlijk wat West in de wind zat. In vrijwel alle afdelingen die ik intensief volg wint de centraal tot iets Oostelijker gelegen voorhand. De westkant kwam er qua snelheid niet aan te pas.

In mijn afdeling viel de vroegste duif van Morlincourt (feitelijk het oude Noyon) in Ouderkerk aan de Amstel op het hok van Siem Westerink. Siem is de tweelingbroer van de landelijk wellicht iets meer bekende Henk. Siem weet echter zeker wel wat het is om een vroege duif te spelen en dit maakt hij vrijwel jaarlijks één of meerdere keren waar. In mijn actieve schrijverscarrière toog ik al regelmatig naar Ouderkerk om zijn verhaal op te tekenen. De laatste jaren is de frequentie van afdelingsoverwinningen echter naar mijn gevoel zelfs nog een beetje toegenomen.

Opmerkelijk is hierbij dat de vroege duif vaak gevolgd wordt door nog één of meerdere vroege duiven. Ook gisteren was dit het geval want tegen 11.539 duiven werd naast de eerste plaats ook de derde plaats bezet. De eerste duif had daarnaast nog een mooie voorsprong (meer dan een minuut) op nummer twee in de uitslag. Dit betrof een duif van Henny La Grouw, die ze overigens weer zeer vlot pakte.

De winnaars per Kring:

Kring 1: Combinatie Udo-Duyn, Heiloo – 1309 mpm

Kring 2: Combinatie Geutskens, Purmerend – 1341 mpm

Kring 3: Combinatie Reumann – de Jong, Haarlem – 1313 mpm

Kring 4: Bert Braspenning, Wijdewormer – 1351 mpm

Kring 5: Siem Westerink, Ouderkerk aan de Amstel – 1362 mpm

 

VERGELIJKING SPELVERBANDEN:

Ook deze week weer een vergelijking van de spelverbanden. Het betreft de vluchten van het vorige weekeinde (11 en 12 mei). Zoals bekend werd de afdeling Limburg uitgesteld naar zondag.

Kring Losplaats deelname Deelnemers Snelheid 1e Snelh.laatste Deeln. op 1e blad
Afd5 G&IJ Nanteuil 4300 161 1242 1094 35
Afd4.D.1 Melun 2718 115 1193 1031 24
Afd6.Kr.1 Peronne 2745 121 1174 1062 41
Afd6.Kr.4 Peronne 2734 105 1194 1094 35
Afd6 Kr.5 Peronne 3140 117 1194 1077 34

 

Qua deelname zien we een omgedraaid patroon. In alle spelverbanden stijgt de deelname zowel qua deelnemers als qua duiven, behalve in Kring 5 waar beiden iets daalden.

Qua snelheid springt de snelheid van Gouwe & IJssel er deze week uit. Beduidend hoger.

Qua liefhebbers op het eerste blad zijn de percentages als volgt. G&IJ: 22%, D1: 21%, K1: 34%, K4: 33% en K5: 29%. Cijfers die vooral in Gouwe & IJssel en District 1 duidelijk lager liggen dan in de overige spelverbanden maar ook beduidend lager zijn dan vorige week. In District 1 is er een mogelijke verklaring door dominant spel van enkele liefhebbers. In Gouwe & IJssel kan ik die niet direct vinden. Hier lijkt een grotere groep op een hoger niveau te spelen maar voor een dergelijke conclusie is het nog wat vroeg.

Qua verval in snelheid zijn de percentages als volgt. G&IJ: 12%, D1: 14%, K1: 10%, K4: 8% en K5: 10%. Het beeld van de afgelopen weken wordt ook deze week bevestigd. Uitzondering op dit beeld vormt Gouwe & IJssel, daar is het verval in snelheid relatief groot. Een mogelijk oorzaak is de hoge snelheid van de eerste duiven. Er is slechts een klein groepje dat boven de 1200 mpm per minuut vliegt.

Naar aanleiding van de conclusies / gedachten over de deelname in het weekstuk van vorige week heb ik nog even gekeken naar de diverse kampioenenstelsels. Op de site van de afdeling Limburg kan ik weinig vinden over de kampioenenstelsels per kring. Wel staat de regeling voor de afdeling vermeld.

Opvallend is dat in Limburg en Noord Holland alles telt terwijl in Zuid Holland de mogelijkheid van een aftrekvlucht bestaat op alle onderdelen. Invloed op de deelname heeft het feit dat er geen aftrekvluchten zijn in Noord Holland ogenschijnlijk wel (de programmaspelers lijken altijd mee te doen). In Limburg is dit niet terug te zien. Hier lijkt het er op dat er weinig ambitie voor het Vitessespel is bij een grote groep deelnemers. Hierover in een later weekstuk wellicht meer.

 

OP EIGEN HO(N)K

Gebeurde er zoals wel vaker de laatste weken weinig. Wel keek ik deze week weer veel naar het wielrennen. Opvallend was de oersaaie, maar dan ook echt oersaaie eerste week van de Giro d’Italia. Lange etappes zonder veel actie. Het leek de Tour de France wel.

Gelukkig was er ook de Vierdaagse van Duinkerken. Met een minder deelnemersveld maar wel een veel levendigere koers. Met veel Nederlands succes ook.

Hopelijk wordt het deze week wat leuker in Italië want voor de rest staat mij/ons namelijk weer een rustige week te wachten. Met twee vrije dagen, namelijk een Indische en een Islamitische feestdag.

Tot volgende week,

Michel