Jonge duivensores en twee vlotte vluchten

Jonge duivensores en twee vlotte vluchten

Zondag 10 juli 2016. Enkhuizen, Stadskanaal, Kamerik, Voorhout, Leiden, Den Haag, Ter Heijde, Krimpen aan den IJssel, Ouddorp, Amsterdam, Boskoop, Den Haag, Hoogeveen, Wehe den Hoorn en Capelle aan den IJssel. Waar staan deze veertien plaatsnamen voor zult u zich afvragen?

Dit ze zijn de plaatsnamen die ik in chronologische volgorde aandeed of nog moet aandoen om gestrande jonge duiven (of jaarlingen die voor het eerst de baan op gingen) op te halen.  Het was/is een ware krachtsinspanning om op twee zondagen en vier doordeweekse avonden mijn gevleugelde vrienden te re-patrouilleren.  Bijna 1.500 kilometers staan er inmiddels op de teller en wellicht volgen er nog een paar meer.

Het is een bont pallet aan plaatsen en een echt patroon vast te stellen in de plaatsen waar mijn junioren strandden is lastig. Een aantal plaatsen wijst op het doorschieten/meevliegen van de duiven en dit doen ze kennelijk niet zo zuinig ook. Echter de meeste duiven werden gemeld in de provincie Zuid-Holland en dat is best opmerkelijk. Vaak ook nog op relatief korte afstand van het hok.

De vraag is wat is er misgegaan? Alle duiven die ik haalde verkeerden namelijk in blakende conditie toen ik ze weer in handen kreeg. Een compliment voor de aanmelder maar ook een teken dat ze in goede gezondheid verkeerden/verkeren want anders herstellen ze niet zo snel. Wat er dus misging is wat mij betreft een raadsel.Toch een poging tot een verklaring.

Misschien was er voor de onervaren duiven is mis met Het Weer. Op Facebook las ik een verhaal over het verzamelen van gestrande duiven van de afdeling Noordoost Nederland in de omgeving van Breda. Het fijne weet ik er niet van maar wel weet ik dat dit er veel waren terwijl deze afdeling in dezelfde plaats op zaterdag 3 juli loste om 8:30 uur. Dat wil zeggen op dezelfde tijd als wij die dag in Minderhout losten. Waarom de duiven van NO-Nederland niet vertrokken weet ik niet maar het zou een verklaring kunnen zijn waarom bijvoorbeeld mijn duiven ook op de dool raakten en dat een deel terecht kwam in deze afdeling.

Vandaag toog ik namelijk voor de tweemaal in even zoveel weken naar het Hoge Noorden. Een regio waarvan ik normaliter geen enkele melding ontvang. In Friesland zitten met enige regelmaat duiven maar in de provincie Groningen en Drenthe was ik nooit eerder. De verzorging van de duiven en de ontvangst door de betreffende melkers was top maar gezien de afstand die ik moest afleggen hoop ik er voorlopig niet meer te komen.  

Een aardigheidje is om eens te kijken naar welke mensen een duif opgeven. Het pallet aan melders is zeer bont. Het zijn of particulieren met vogels (kippen of uilen), sierduivenliefhebbers (beiden uit Den Haag), veel overnachtfondspelers en een paar programmaspelers. Van mannen tot vrouwen, van oud tot jong maar vooral mensen die hart hebben voor dieren en als ze zelf duiven hebben de duiven veelal nog hobbymatig houden.

Fijn om dit te ervaren en een stimulans om duiven te blijven ophalen, al gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat ik er fysiek wel een beetje doorheen zit na een kleine 20 uur achter het stuur verspreid over de diverse dagen.

Gelukkig zijn de meeste duiven die ik afgelopen weekeinde inmandde teruggekeerd. Hopelijk zijn mijn junioren er nu een beetje doorheen. Van de dertien duiven die reeds een chipringen droegen is er in ieder geval geen enkele meer onderweg. Een aardige indicatie voor de aanwezigheid van de overige negentig duiven zonder chipring die ik deze week hun tweede vlucht liet afwerken. Daarnaast is het feit dat ik ze bijna niet meer kan tellen een tweede signaal dat de meesten deze week redelijk vlot de weg naar huis hebben gevonden.

Dit neemt niet weg dat er nog steeds een belachelijk aantal duiven onderweg is. Gek genoeg niet alleen bij mij. Bij vele anderen zijn er ook nog veel jonge duiven “aan het leren” om hun hok te vinden. Over de oorzaken is het gissen. Het klimaat lijkt dus een belangrijke oorzaak. De atmosfeer is erg onstabiel en wellicht is dit een oorzaak.

Ook het feit dat er op zaterdag vele duizenden duiven in een relatief klein gebied in vrijheid worden gesteld zou een mogelijke oorzaak kunnen zijn. Alles komt door elkaar, deels omdat de lostijden niet erg best op elkaar worden afgestemd maar vooral omdat jonge duiven zich natuurlijk niets aantrekken van een kwartiertje tussen de lossingen of een paar kilometer verschil tussen de losplaatsen. De eerste en tweede wedvlucht van het seizoen is de concoursduur op de meeste plaatsen meer dan twintig minuten en dan is slechts 25% geklokt. De concoursduiven zijn degenen die nog redelijk vlot naar huiskomen, de overige 75% procent doet er veel langer over en komt gewoon dwars door elkaar.

Over het feit waarom het mij zo treft heb ik de afgelopen dagen uitgebreid nagedacht, in de auto tijdens mijn rondjes door West en Noord Nederland en zelfs ’s nachts heb ik er van wakker gelegen. Een 100% sluitende verklaring heb ik niet maar ik denk dat ik voor een groot deel de problemen zelf veroorzaakt heb. Ik maakte namelijk veel fouten.

In mijn jonge duivenhok zaten namelijk zo’n 60 onbevlogen jaarlingen voordat ik de jongen er bij plaatste. Ik had ze in 2015 niet gespeeld en wilde ze, (te) diervriendelijk als ik ben, in 2016 nog een kans geven. Een grote fout want niet alleen namen ze plaats in, ook zorgden ze ervoor dat de jonge duiven rond het hok totaal niet gingen trekken. Erger nog ze trokken de koppel ook regelmatig op het hok omdat de vlieglust van een meerjarige, gekoppelde duif (zonder nest weliswaar) altijd minder is dan die van een junior.

Door dit alles hebben mijn jonge duiven rond het hok gewoon te weinig geleerd en getraind. De verplichte training en de spoedcursus drachten van de laatste maand ten spijt.

Dit is dan ook het eerste en het laatste jaar dat ik het één en ander zo aanpak. Ik wist het natuurlijk allang, maar toch doe je het fout. In de toekomst zullen er in ieder geval nooit meer oude duiven tussen mijn jonge garde zitten! Daarnaast zal ik pogen de verschillende leeftijdsgroepen langer gescheiden te houden. Hoe ik dit ga realiseren moet ik nog even “uitvogelen”, maar anders moet het want een jonge duivenjaar als dit wil ik bij voorkeur niet nog een keer meemaken.

Iedere zaterdag speel ik namelijk voor spek en bonen mee, de afgelopen zaterdag was dit niet anders. Iets waar ik absoluut niet tegen kan maar dit jaar toch gewoon moet accepteren! Moeilijk! De vlucht met de jongen verliep namelijk binnen onze afdeling best goed. De junioren vlogen met een snelheid van zo rond de 95 kilometer per uur voor de snelsten de afstand van Duffel naar Noord Holland. De concoursduur liep terug naar een ruime 10 minuten. Zelfs op mijn hok vielen er zo’n 25 duiven in 10 minuten (slecht 3 droegen een chipring).

De snelste duif van de twee lossingen viel in de Zaan bij Marco Braspenning. De “zoon van Bert” bewees ook op zijn nieuwe locatie met de besten mee te kunnen.

De volgende liefhebbers mochten de smaak van de victorie in hun rayon proeven.

Rayon A: Combinatie Hoffman & Regtop, Den Helder – 1501 mpm

Rayon B: H.J. Brondijk, Uitgeest – 1512 mpm

Rayon C: Marco Braspenning, Zaandam – 1588 mpm

Rayon D: Aad Kors, Westwoud – 1576 mpm

Rayon E: Harry Reith, Landsmeer – 1582 mpm

Rayon F: John van Duren, Amstelveen – 1581 mpm

M. & M. Kramer

Een paar uur later arriveerden de duiven van de klassieker vanuit Chateauroux. Wellicht iets langzamer dan verwacht maar toch nog best vlot gezien de grote van de lossing. De oude duiven van Marit en Martijn Kramer bewezen nogmaals dat ze uit het goede “Dagfond-hout” gesneden zijn/waren. De eerste twee van de afdeling Noord Holland werden op hun hokken geconstateerd. Ook in de sector kunnen ze, net achter het geweld van Gerard en Bas Verkerk en Willem de Bruijn, nog prima mee met een vijfde plaats.

Wederom de winnaars per rayon.

Rayon A: Cees Nagel, Den Helder – 1428 mpm

Rayon B: Sam de Jong, Heemskerk – 1429 mpm

Rayon C: Marit & Martijn Kramer, Wormer – 1441 mpm

Rayon D: Jan Visser, Hoogkarspel – 1412 mpm

Rayon E: Jan & Piet Schutte, Amsterdam – 1416 mpm

Rayon F: Peter en Mike Bosse, Uithoorn – 1426 mpm

 

Albi en St. Vincent

Ook vermeldenswaard is de sectorwinst van Ron Voorn uit Edam op de middaglossing vanuit Albi. Ron zat rustig zijn krantje te lezen toen zijn winnende doffer de plank aantikte! Zich op dat moment totaal nog niet realiserend dat dit de snelste van de sector was … Geweldig!

De mannen van de lange adem doen het überhaupt weer geweldig dit jaar want ook op de ZLU vluchten spelen de Noord Hollanders weer de pannen van het dak. Ditmaal waren het duiven van Dirk Pals en mijn vrienden Richard van der Berg en Paul Baas die de Noord Hollandse eer hoog hielden met respectievelijk een tweede en een vijfde plaats! Wederom klasse na eerdere topklasseringen van onder andere Kees Droog, Dirk Veldhuis, Jan Roelofs en nog enkele anderen!

 

OP EIGEN HOK
Hierover is al meer dan genoeg gemeld. Vermeldenswaard is enkel nog de magere uitslag op Chateauroux. Simpelweg geklopt op waarde. De duiven waren er niet en er was geen enkele verzachtende omstandigheid. Het weer was goed en de vroege duiven vallen zowel 25 kilometer Zuidelijker als zo’n 22 kilometer Noordelijker. De room is van mijn inmiddels te oude ploeg, een van mijn beste Dagfondduiven arriveerde als eerste maar het was gewoon 15 minuten te laat! Uithuilen en opnieuw beginnen! Over twee weken is er een nieuwe kans maar eerlijk gezegd denk ik dat ik moet wachten tot volgend jaar. Hopelijk kan ik dan weer ervaren jaarlingen aan de start brengen want het zijn veelal deze duiven die op Chateauroux de toon aangeven. Afwachten maar weer!

Tot volgende week,

Michel Beekman