Lekker rommelen

Lekker rommelen

Zondag 26 januari 2014. De lange januari maand loopt al weer op zijn einde. Bij mij in het Westen is nog niets te merken van de winter die in het Noorden toch eindelijk losgekomen is. Het loslaten van duiven is er daar dus de komende dagen niet bij maar hier vliegen de zomerjongen nog vrijwel dagelijks hun rondjes. Het echte trainen is er wel een beetje vanaf. Het is naar verhouding nog vrij zacht en ze zijn een beetje rijp aan het worden dus de hormonen beginnen op te spelen.

Dit is maar goed ook want anders worden het nooit de voedsterduiven die ik in gedachten had. Een paar doffertjes zitten inmiddels in de nieuwe vakjes. Nu maar hopen dat de duivinnetjes waar ze zo driftig achteraan zitten ze binnenkort volgen naar hun nieuwe woonstee. Hierin staat sinds gisteren een broedschotel te wachten op wat komen gaat. Zodra een koppeltje zich een vakje toe-eigent zal ik ze na een aantal dagen een kunsteitje onderschuiven. Echter eerst maar zien of dit gebeurt. Alle voorbereidingen zijn echter getroffen.

Matjes

Deze voorbereidingen trof ik gisteren. Het was zo’n dag waarvoor je in mijn ogen duivenmelker wordt of bent. De hele dag rond huis lekker rommelen. Niet van het erf af maar gewoon doen wat je je voorgenomen hebt. Niets moet echt en het tempo is rustig maar gestaag. Een paar duiven in de lucht en dan hok voor hok goed schoonmaken. De broedpannen vullen met matjes (126 stuks), ze in de hokken plaatsen en in de tussentijd kijken wat er allemaal gebeurt. Je ziet de hokken opklaren. De duiven zien er na een weekje koppelen niet uit maar een bad doet wonderen. Een aangekocht duivinnetje dat voor het bad nog een zielig hoopje duif leek ziet er na een grote wasbeurt weer uit om door een ringetje te halen. Wat een beetje water al niet kan doen.

Ook knipte ik wat tabakstelen en gooide deze in het hok van de kwekers of wat hiervoor doorgaat. Een aantal doffers begon direct driftig te slepen met het klassieke nestmateriaal. Bijkomend voordeel is dat ze door takje voor takje naar hun broedbak te brengen de route hiernaar toe goed verkennen. Het geeft ze bovendien wat lichaamsbeweging hetgeen voor vastzitters nooit echt slecht kan zijn.

In het grote kweekhok en in de twee jonge duiven afdelingen, waar ook vier koppeltjes per hok zitten, zit alles los. Helemaal hok vast is een aantal koppels nog niet maar uiteindelijk zullen ze wel een vast plekje kiezen. In het kweekhok staan bij mij altijd meer broedplekken en broedschotels dan koppels. Het geeft wel eens knokpartijen maar aangezien de broedmachine de eieren uitbroedt is dit op korte termijn geen onoverkomelijk probleem. Gedurende de broedperiode (op kunsteieren) stabiliseert de situatie zich in 9 van de 10 gevallen.

Een jonge doffer van dure komaf weigert zich vooralsnog te binden aan een vaste partner. Zijn broedhok verdedigt hij met verve maar een duivin weet hij hier nog niet naartoe te lokken. Uiteindelijk komt dit vanzelf goed. Hij heeft nog een collega die zich ook nog niet gebonden heeft dus lopen er nog 2 duivinnen om uit te kiezen …..

Broedschotels uit winteropslag gehaald

Tijdens alle klusjes dwaalden mijn gedachten af naar ‘de rest van duivenland’. Echt veel nieuws is er niet. De NPO is ‘on tour’ door de provincies om de plannen als ware standwerkers aan de man te brengen. Mijn scepsis fluistert mij in dat dit waarschijnlijk niets oplevert. Iets veranderen in duivenland is als trekken aan een dood paard. Het lukt bijna niet.

Ik twijfel bovendien of de NPO wel de goede koers kiest met name dan in de beperking van het aantal duiven. Als dit systeem wordt doorgevoerd kan een aantal duivencontainers wel naar de schroothoop. Ook leidt dit tot een kosten stijging omdat de overhead kosten verdeeld moeten worden over een kleiner aantal duiven. Bij ons in de provincie worden bijvoorbeeld de duiven opgehaald en de kosten hiervan zijn hetzelfde voor veel of weinig manden. En zo zijn er meer kosten.

Nu al wordt er door de penningmeesters steen en been geklaagd dat er op de dagfond zoveel geld bij het transport moet omdat er zo weinig duiven worden ingemand en er met halfvolle containers naar de losplaatsen gereden wordt. Een situatie die ook zal optreden op de andere vluchten als de NPO doorgaat met het ‘aanwijsplan’. De kosten zullen stijgen en voor de ‘gewone man’ uiteindelijk helemaal onbetaalbaar worden. Kortom naar mijn mening kan de NPO dit deel van het plan beter laten vallen en zich focussen op betere onderdelen van de plannen zoals het vliegprogramma.

Ook dwaalden mijn gedachten af naar afdeling 7. In deze afdeling heeft men gemeend de rayon of kringindeling (hoe het in deze afdeling ook mag heten) op de schop te nemen. Voor zover ik het als buitenstaander heb gevolgd zijn de gebieden vooral veel groter geworden. Het resultaat veel commotie. Vooral omdat de vlieggebieden erg breed zijn hetgeen leidt tot prachtige resultaten aan de Westkant bij Oostenwind en dito resultaten aan de Oostkant bij Westenwind. Niet zo handig want iedereen weet dat de eerlijkste vlieggebieden een Noord Zuid richting hebben.

Vooral op de Vitesse is het indelen in grote gebieden en in de breedterichting behoorlijk dom. Iedere enigszins geroutineerde liefhebber weet dat het Vitessespel ‘een rondje om de kerk’ is. Spelen per dorp en bij sommige uitgestrekte dorpen kan dit al bijna niet. Om spelvreugde te behouden moeten enigszins geclusterd liggende verenigingen zich dan maar gaan binden in samenspelen. Voor de Midfond kan de oppervlakte al wat groter en voor de dagfond kan er pas op (halve) afdelingsoppervlakte gespeeld worden. De heer Coolen schrijft hier in het Spoor zeer interessante stukken over al zou hij wel eens iets genuanceerder kunnen schrijven over het spel op de voorhand. Ik doel dan niet over het gunstig liggen van de voorhand in het algemeen maar op het feit dat de voorhand bij harde meewind duidelijk in het nadeel is.

Tenslotte dacht ik aan het gedoe tussen afdeling 5 Zuid Holland en afdeling 12 De Kuststrook. Er waren voornemens om samen te gaan maar naar ik vernomen heb komt dat er dit jaar door allerlei problemen toch niet van. Het fijne weet ik er niet van daarom zal ik bij gelegenheid eens aan mijn vriend Willem vragen hoe de vork in de steel zit. Goed voor de sport kan het echter niet zijn.

Al met al vloog de tijd en met een korte onderbreking voor een paar sneetjes brood bracht ik vrijwel de hele zaterdag in en rond het hok door. ’s Avonds voelden de spieren zelfs een beetje stram van het vele heen en weerlopen.  Heerlijk!

 

OP EIGEN HOK

Lijkt de ergste ellende van de koppeling achter de rug. In de vlieghokken moet ik nog een enkele lastige doffer opsluiten maar dat hoort er een beetje bij. Komende week komen normaal gesproken de eerste eieren.

Voor het overige valt er weinig te melden. Misschien nog dat er een interessante bonnenverkoop van mijn rayon (F)staat op www.duiven.net. Een aantal bonnen van topspelers staat verhoudingsgewijs nog (erg) laag. In mijn rayon wordt echt met het mes op tafel gespeeld en op een bovengemiddeld niveau. Van start tot eind en op alle onderdelen.

Ook mijn bon staat nog op een alleszins betaalbaar bedrag. Het is bovendien de een na laatste kans dit jaar. Overigens denk ik dat ik het aantal bonnen komend seizoen echt beperkt. Ik heb dit jaar bonnen gegeven aan twee verenigingen, mijn afdeling, mijn rayon, de KWF, de NPO Quote top 100 , TBOTB en dan zal ik er nog wel een vergeten zijn. Minstens 10 keer weigerde ik een bon omdat ik gewoon moeite heb bonnen te leveren. Iedere koper wil natuurlijk ‘een goede’ en bij voorkeur nog op een tijdstip dat ze met de jonge duivenvluchten mee kunnen.  Vriendelijk als ik ben probeer ik aan deze wensen tegemoet te komen maar dit betekent doordat ik laat koppel en wegens tijdgebrek niet kweek uit mijn vliegers wel dat ik vaak jongen wegdoe die ik eigenlijk zelf nog nodig had. Vervolgens heb ik een ronde later volop jongen die ik zelf van armoede maar op de navlucht speel. Kortom volgend jaar beperkt ik het aantal bonnen tot 3! Dus mocht u nog eens een kijkje bij mij willen komen nemen grijp uw kans voor dat het te laat is (ha, ha).

Tot volgende week!

Michel Beekman