Motivatie

Motivatie

Zaterdag 13 Februari 2016. Soms is er geen aanleiding om iets te schrijven echter soms zijn er redenen genoeg om iets aan het digitale papier toe te voegen. Vaak heeft één en ander te doen met de gebeurtenissen in een weekje duivensport maar meestal staat of valt het met de motivatie. Schrijvers van weekstukken of blogs zijn net mensen ha, ha. Als je ergens geen zin in hebt dan valt alles zwaar. Als je echter tot in de tenen gemotiveerd bent is het schrijven van een stukje of welk ander karweitje dan ook een peulenschilletje.

Tot de laatste categorie behoort het schrijven van het weekstuk van deze week. Ik barst namelijk van de motivatie. Debet hieraan is de prachtige reportage van de hand van Gerrit van Eikenhorst die deze week in Het Spoor verscheen naar aanleiding van de overwinning van “Gini” in de categorie Asduif WT 1 – 3500. Het streelt toch een beetje mijn ego om op een dusdanige manier voor het voetlicht gehaald te worden. Het gebeurt bepaalt niet ieder week en dus  geeft het mijn drive om weer alles op alles te zetten om mijn duiven ook in het komende seizoen weer zo goed mogelijk naar huis te doen komen een grote boost.

Nu ben ik altijd wel intrinsiek gemotiveerd . Dat is gewoon de aard van het beestje. Ik wil nu eenmaal graag winnen of het er in ieder geval naar mijn maximale mogelijkheden vanaf brengen. Of het nu gaat om een spelletje kaart of vroeger om een partijtje squash of volleybal. Bij het spelen met duiven heb ik in principe dezelfde instelling.

Vooral echter in het seizoen, maar de laatste jaren vaak ook in de periodes daarbuiten. In die perioden heb ik niet altijd zin, zoals menig liefhebber, maar dan probeer ik toch ergens motivatie in te vinden. Een reportage als deze week in Het Spoor is dan zeker iets waaruit ik inspiratie put want zo’n vorm van aandacht is niet iets wat je iedere dag voorkomt. En iedere melker vindt het diep in zijn of haar hart toch leuk om in de belangstelling te staan op grond van de prestaties van zijn of haar gevleugelde vrienden al gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat ik zelf in de breedte nog niet helemaal tevreden ben over de prestaties. Ook ben ik van mening dat er nog een groot aantal liefhebbers is dat beter presteert.

Mijn motivatie kan echter ook door andere oorzaken een boost krijgen. Een bezoek aan een tophok of een leuk forum zijn ook dingen waaruit ik in de stille tijd van het jaar moed put, waardoor ik deze periode (goed) door kom. Ik heb het al vaker geschreven maar deze (wijze) les leerde ik van de beroemdste Willem uit Duivenland. Hij wees mij er op dat je het jezelf ook buiten het seizoen naar het zin moet maken qua sportbeleving. Iets wat ik al deed maar sindsdien veel bewuster ter harte heb genomen en uitvoer.

Ook een ander advies van vriend Willem doet mij gemotiveerd door de winter komen. Wanneer de motivatie even zakt denk ik namelijk altijd aan dit advies dat als volgt luidt: “Gewoon doen en niet uitstellen, in de tijd dat je loopt te denken heb je het ook al gedaan”. Zo werd vorige zondag nog even geknutseld aan de stroomvoorziening in de nieuwe volière, ondanks geen zin. Echter de klus was best vlot plat en dit geeft dan weer een uitstekend gevoel!

Motivatie krijg ik overigens ook van sommige stukken die ik lees. Zo schreef André van der Wiel een grappige column in Het Spoor. De column ging hoofdzakelijk over een ideetje dat hij had / heeft. André, die onze sport altijd positief benadert en promoot, had het idee opgevat om bij wijze van experiment één vlucht per jaar een absolute inkorfbeperking op te leggen van 10 duiven per deelnemer (zelfs per coördinaat). Hij stelde voor hier bijvoorbeeld de nationale dagfondvlucht voor te gebruiken.

Persoonlijk trekt mij dit experiment wel aan, voor één vlucht per jaar welteverstaan. Gewoon je 10 beste Dagfondduiven uitzoeken en kijken hoe dit afloopt. Natuurlijk is dit ook niet eerlijk maar het lijkt mij wel gewoon een keertje leuk om allen met hetzelfde aantal deelnemers aan de start te komen. Naar mijn beleving zal de kwaliteit dan echt bepalend zijn. Het zou dan ook bijzonder leuk als de melkers die anders niet deelnemen één keer per jaar wel de moeite nemen om dit te doen. Op grond van het zogenaamde argument van het gebrek aan kans door een ongelijk aantal kan men dan niet aanvoeren ….

Een dergelijk voorstel vind ik overigens veel leuker dan de azijnpreek van de andere columnist in hetzelfde blad. Hier krijg ik bepaald geen motivatie van. Deze Zuid Hollander met een beetje dominee-achtige stijl en dito vasthoudendheid blijft  namelijk het stokpaardje van ongelijkheid op grond van aantal berijden terwijl er nog tig andere redenen van ongelijkheid zijn. Gelukkig schrijft hij zelf dat hij deze strijd in de toekomst blijft voeren maar niet meer in zijn column in mijn lijfblad. Middels zijn eigen blog, op zijn binnenkort te lanceren website, zal hij zijn gelovigen blijven voorzien van donderpreken over het onrecht in duivenland. Ik geloof niet dat ik het vaak zal lezen maar nieuwsgierig als ik ben zal ik er toch wel eens een blik opwerpen.

Ditzelfde doe ik ook met de schrijfsels van de grootste duivenschrijver van het land. De meesterschrijver uit Baarle Nassau schrijft namelijk regelmatig over onderwerpen en zaken over ik andere gedachten heb. Zowel op zijn site als in Sportblad De Duif.

Mijn nieuwsgierigheid wint het echter bijna altijd van mijn irritatie of verbazing over hetgeen geschreven wordt. Met meer dan gewone regelmaat is het uitermate interessant maar helaas gaat het te vaak over grote vluchten uit het verleden. Op de site gaat het in het “Logboek” vaak over hedendaagse of hoogbejaarde topprestaties van de grootmeester zelf. Naar mijn bescheiden mening heeft hij dit niet nodig. Iedereen kent zijn uitstekende duiven en de prestaties hiervan bij hemzelf, zijn Belgische compagnons en bij anderen.

Dit neemt niet weg dat er dus zeer regelmatig wel over interessante zaken geschreven wordt. Zo schreef AS enkele weken geleden dat naar zijn mening nestduiven in het programmaspel niet meer mee konden komen in deze tijd. Gelukkig voor hem met de toevoeging dat het alleen misschien nog kon “als ze heel slim gespeeld werden”. Wat blijkt namelijk, twee winnaressen in twee van de meest prestigieuze categorieën in de WT competitie werden op nest gespeeld en lieten alle weduwnaars en gewone weduwduivinnen achter zich!

Het feit van slim spelen deed echter wel opgeld want ze hadden beiden wel een buitengewone motivatie. Ze werden op nest gespeeld terwijl ze omringd werden door een groot aantal rivalen. De gewone weduwduivinnen die het natuurlijk in de loop van het seizoen op hun partner of broedschotel voorzien hadden. Motivatie is dus ook bij de nestduivinnen een belangrijke kurk waarop succes drijft maar dat weet natuurlijk iedere zich zelf respecterende duivenmelker (en schrijver).

 

OP EIGEN HOK

Beginnen zowel de kwekers als de voedsterduiven op eieren te komen. Voor de kwekers is dit de tweede ronde en voor de voedsters de eerste ronde. De vliegsters die nu iets meer dan een week gekoppeld zijn hebben nog niet gelegd (op een enkele uitzondering na). Een en ander betekent waarschijnlijk dat het een grote doorschuifronde gaat worden. Eieren van de kwekers naar de voedsters en eieren van de vliegers onder de kwekers. Duivensport is nu eenmaal improviseren want ik had er eerlijk gezegd nooit op gerekend dat de jaarling duivinnen in het voedsterhok zo vroeg zouden leggen. De voorsprong van 4 dagen was dus te groot. Gelukkig heeft een aantal jaarlingen nog niet gelegd of zijn de eieren inmiddels alweer gesneuveld. Al bij al zal er dus nog wel wat te verleggen zijn.

Ook opvallend is dat het enige koppel in het vlieghok dat ik perse op elkaar wilde hebben niet wilde koppelen. “Gini” x “Eddy” leek mij mooie snel jongen op te leveren omdat “Gini” ook op de Vitesse een eerste in het rayon vloog en Eddy op de navluchten regelmatig vroeg arriveerde (met o.a. een eerste in rayon F). U raad het echter al, dit koppel zag elkaar voor geen kant zitten. Er werd niet geknokt maar van toenadering was geen sprake. Na twee dagen afwachten besloot ik maar om de natuur gewoon haar gang te laten gaan. Ik opende het deurtje en binnen een mum van tijd hadden zowel “Gini” als “Eddy” een nieuwe partner gevonden. In beide gevallen partners zonder bijzondere papieren of prestaties maar je weet nooit waar je geluk ligt. Overigens zal ik bij een volgende gelegenheid toch wel proberen “Gini” te koppelen aan een doffer met meer allure …

Voor het overige loopt de koppeling best goed. Twee dagen na de koppeling had ik de broedhokken al “om en om” open staan. Ongekend voor mij doen. Ook het aantal gevulde broedhokken is best groot. Er staan er nog vier leeg (van de 72) en vier koppels hebben een plaats gevonden op de vloer. De lege broedhokken zullen waarschijnlijk niet in gebruik genomen worden want er zijn voor zover ik het heb kunnen vaststellen geen doffers meer over.

U opstelling broedhokken oude duivenhok

Dit impliceert dat de duivinnen die nu nog over zijn als non het seizoen zullen beginnen. Hier is niets mis mee want doordat er in de loop van de eerste weken altijd wel wat duivinnen verdwijnen (door de rover en op de vluchten) krijgen deze nonnen nog voldoende kans om een partner te vinden. Zo’n ontluikende relatie leidt dan weer tot extra motivatie en dat is natuurlijk weer mooi meegenomen! Dit is echter allemaal toekomstmuziek eerst nog maar even broeden.

Tot volgende week,

Michel Beekman