Nieuwe en minder nieuwe inzichten – deel 2

Nieuwe en minder nieuwe inzichten – deel 2

Zondag 15 februari 2015. Het is buiten goed te merken dat het voorjaar nadert. Waar ik een paar weken geleden op zondagmorgen nog in het schemer aan mijn wekelijkse schrijfsel zat te werken vallen nu de zonnestralen op mijn beeldscherm. Prachtig weer. Het is zoals wel vaker nog wat te vroeg om lawaai te gaan maken in mijn achtertuin. Zoals wel vaker geschreven ga ik als het enigszins mogelijk is op zondag niet voor 9:00 – 9:30 uur naar buiten. De meeste buren willen uitslapen en dan levert een hokken schrappende buurman alleen maar overlast op. Iets waarvan ik mij lange tijd overigens niet bewust was.

Ook niet bewust zijn wij mensen ons van de vele elektromagnetische straling die bij wij tegenwoordig ontmoeten. Over dit onderwerp sprak de tweede spreker op het forum van de M.E.D. vorige week in Dordrecht. Een niet alledaags onderwerp in de (moderne) duivensport maar wellicht niet oninteressant. Alhoewel een categorie liefhebbers het ongetwijfeld als ‘zweverig’ zal betitelen.

Elektromagnetische straling 6

Persoonlijk vond ik het onderwerp echter wel mogelijke raakvlakken hebben met onze sport en daardoor toch een  onderwerp om in een weekstuk over uit te wijden. Onderstaande is een samenvatting van hetgeen de heer Mak van Floww International besprak en de informatie die ik vond op de site van deze firma uit Herwijnen’

Wat is straling? Straling is elektromagnetische energie. Alle soorten straling, van zonnestraling, röntgenstraling en radioactiviteit tot aan straling van zendmasten en mobiele telefoons, behoren tot het elektromagnetische spectrum. Van het elektromagnetisch spectrum kunnen wij mensen alleen maar licht en warmte met onze zintuigen waarnemen. Alle andere soorten straling kunnen wij alleen maar waarnemen middels instrumenten.

Het leven is onlosmakelijk verbonden met elektromagnetisme: zonder elektromagnetisme zou leven zoals wij dit nu kennen niet mogelijk zijn. Elektromagnetisme is één van de vier door de natuurkunde erkende basisvoorwaarden voor bestaan, evenals de zwaartekracht en de sterke en zwakke kernkrachten.

Straling is in wezen niets anders dan energie. De straling waar de mens al sinds mensenheugenis mee in harmonie leeft en onderdeel uitmaakt van zijn natuurlijke habitat, is de straling van het aardmagnetisch veld, de zogenaamde geopatische straling,  kosmische straling en de Schumann-resonantie.

De bekendste van deze stralingen is de straling van het aardmagnetisch veld. Vanuit de aardkern straalt een enorm magnetisch veld dat de hele aarde omringt. Dit aardmagnetisch veld reikt tot vele duizenden kilometers ver in de ruimte en beschermt de planeet tegen de ioniserende straling van de zonnewind. De sterkte van dit magnetisch veld fluctueert: hoe dichter bij de aardkern, hoe sterker het is. Aanwezigheid van bijvoorbeeld breuklijnen, wateraders of metalen in de aardkorst kan de magnetische uitstraling versterken.

Elektromagnetische straling 5

Van oudsher wisten boeren dat het magnetisch veld van de aarde invloed heeft op gewassen en dieren. Met behulp van een zogenaamde wichelroede werden de ‘aardstralen’  gemeten. Dit gaf een indicatie van de geschiktheid van een locatie voor het verbouwen van gewassen of het bouwen van stallen. Aardstralen worden wel eens naar het rijk der fabelen verwezen, maar zijn in feite niets anders dan uitstralingen van het aardmagnetisch veld. Tegenwoordig zijn deze met wetenschappelijke meetapparatuur te meten.

De andere stralingsbronnen zijn minder bekend maar wie er meer over wil lezen moet maar even de site van Floww International of andere bronnen raadplegen.

Kunstmatige straling. De afgelopen 200 jaar is aan alle van nature aanwezige straling steeds meer kunstmatige straling toegevoegd. De harmonie tussen de elektromagnetische mens en zijn elektromagnetische omgeving raakte hierdoor steeds meer verstoord. Na de invoering van elektriciteit  maakten mensen melding van gezondheidseffecten. Nog niet zo lang geleden werd bekend dat wonen onder of in de directe nabijheid van hoogspanningsleidingen mogelijk kanker kan veroorzaken (De overheid wil daarom nu alle huizen aankopen die direct onder hoogspanningsleidingen staan).

Sinds 1990 is draadloze technologie in een rap tempo een steeds groter onderdeel van ons leven gaan uitmaken. Draadloze technologie wordt o.a. gebruikt voor mobiele telefoons, Wi-Fi, draadloze gameconsoles, etc.

Draadloze technologie maakt gebruik van hoogfrequente microgolven, dit is hetzelfde soort straling als die van de magnetron. Bij de invoering van deze technologie is alleen gekeken naar het opwarmingseffect terwijl biologische effecten buiten beschouwing zijn gelaten. Het zijn juist deze biologische effecten waar veelvuldig melding van wordt gemaakt. Naar schatting 3 tot 10 procent van de Nederlandse bevolking heeft gezondheidsklachten die ooit in verband gebracht zijn met straling (bron: Universiteit Utrecht).

Straling

Door de enorme behoefte aan draadloze communicatie is de natuurlijke straling ondertussen met een factor van ruim overstemd met onnatuurlijke straling en frequenties.

Een en ander heeft geleid tot zorgen om  de volksgezondheid. Toen de draadloze technologie is ingevoerd waren de langetermijneffecten namelijk onvoldoende bekend en dus werden deze ook niet onderzocht. Er zijn inmiddels wetenschappelijke onderzoeken die schadelijke effecten van met name de hoogfrequente draadloze straling aantonen. Toch is er nog geen consensus over de vraag of straling al dan niet schadelijk is.

Elektromagnetische straling en duiven. Wel is duidelijk dat de elektromagnetische straling de laatste 30 jaar exponentieel gestegen is. Een stijging in een tempo waaraan mens en dier zich niet zo snel (automatisch) aanpassen. Omwille van dit weekstuk, voor en door een duivenmelker, beperkt ik mij tot hetgeen er gemeld werd over de invloeden van de toenemende elektromagnetische straling op vogels/duiven.

Er worden vele onderzoeken gedaan en een aantal hiervan komt in de publiciteit. In vakbladen voor wetenschappers maar ook gewoon in de krant. Uit de Volkskrant van 8 mei 2014: Trekvogels raken in de war van zwakke radiogolven. Trekvogels die bij nacht migreren, raken hun richtinggevoel kwijt als ze blootgesteld worden aan zwakke radiogolven en elektromagnetische straling van apparatuur. De ruis legt hun inwendig kompas lam.

Wie het hele artikel wil lezen moet maar even googlen maar er wordt verwezen naar een Duits onderzoek met roodborstjes (waarvan ik persoonlijk niet wist dat ze ook trokken). Deze raakten hun richtingsgevoel kwijt door de invloed van zwakke elektromagnetische straling. Vooral de passage over jonge vogels zou enig raakvlak kunnen hebben met ons probleem van de vele verliezen met jonge duiven.

De verwachting dat we door de toenemende straling meer (jonge) duiven kwijt zullen raken werd ook hardop uitgesproken door de Floww spreker tijdens het M.E.D. forum. Vooral op het hok, omdat het de vraag is of de duiven tijdens het vliegen last ondervinden van de toegenomen straling. Er is tot op heden namelijk nog niet onderzocht of de duiven op hun gebruikelijke vlieghoogte last hebben van de straling.

Naast het feit dat de straling dus naar alle waarschijnlijkheid de oriëntatie negatief beïnvloedt sprak de heer Mak van Floww ook over het energieverlies en de gevolgen hiervan die het hogere stralingsniveau veroorzaakt. Bij pluimvee heeft al meer onderzoek plaatsgevonden en hier leidde het tot  een reeks negatieve effecten zoals meer ziekte en minder opbrengst (met meer voer).

De gedachte hierachter is dat het dier in kwestie meer energie kwijt raakt aan randzaken omdat alle straling energie vraagt. Hierdoor heeft het dier niet voldoende energie om zijn immuunsysteem op orde te houden. Op de site van Floww international staat een voorbeeld van een met dierensporter. De gekende springruiter en paardenhandelaar Jan Tops nam contact met Floww op toen zijn paarden na het plaatsen van twee zendmasten in de directe nabijheid van de stallen terugvielen in conditie en concentratie.

Elektromagnetische straling 8

Recent heeft Floww gemeten bij de roofvogelboerderij van Ben de Keijzer. Letterlijk werd er gekeken hoeveel straling er in de lucht hing. In de duivenhokken wel te verstaan. Opvallend hierbij was dat de uitkomst van de meting overeenkwam met het gedrag van de duiven. In het hok waar ze bij vrije keuze niet gingen zitten was het stralingsniveau het hoogst.

De oplossing? Vanuit de zaal kwam de vraag of er een oplossing is voor het genoemde probleem. Een duidelijk antwoord kon de wetenschapper die de presentatie hield nog niet bieden. Voor mensen zijn er diverse producten beschikbaar maar de toepassing voor duiven bevindt zich nog in de ontwikkelingsfase. “Het moet in het hok of de stal werken en niet in het lab”, aldus de spreker. De bedoeling is dat de negatieve energie die de elektromagnetische straling oproept omgevormd wordt naar een consistente positieve energiebron. “Het doel hierbij is te komen tot meer rust, een betere voerconversie, minder ziekten, betere groei en een betere productie”, aldus de spreker.  De gedachte hierbij is dat hoe minder straling er zich op/in het hok bevindt hoe fitter de duiven zich voelen.

Een andere interessante vraag was hoe het komt dat niet alle duiven last hebben van dit probleem. Lees dat een aantal duiven wel gewoon naar huis komt en dat vooral de oude duiven hier geen last meer van lijken te hebben. Het antwoord van de heer Mak was klip en klaar. “Dit komt door de natuurlijke selectie, het ene individu is gevoeliger voor de straling dan een ander individu. Vertaalt na de duivensport betekent dit dat de duiven die last hebben van het verhoogde stralingsniveau vanzelf verdwijnen (kwijtraken)”. Degene die overblijven, de latere oude duiven, zijn er dus minder gevoelig voor.

In de pauze na deze presentatie sprak ik hierover nog even met Ben de Keijzer die de lezing van de spreker bevestigde. Ook meldde hij dat zijn hok als proeflocatie zou gaan dienen voor het te ontwikkelen product.

Nu vliegen de jonge duiven van Ben al stukken beter dan gemiddeld dus ik weet niet of een directe verbetering direct zichtbaar is maar ik zal deze nieuwe ontwikkeling en uiteindelijk wellicht nieuwe inzicht in onze sport zeker aandachtig blijven volgen! Wordt ter zijner tijd vervolgd.

OP EIGEN HOK

Begint de kweekperiode van de vliegers op zijn eind te lopen. Nog een weekje mogen de dames en heren bij elkaar zitten en dan begint de opbouw naar het vliegseizoen. Het is maar goed ook dat het nog een weekje duurt want het oude duivenhok zit op dit moment eigenlijk veel te vol. Er zitten nu zo’n 150 duiven in een hok van ruim 30 kubieke meter.

Met een norm van 3 duiven per kubieke meter passen er zo’n 90 in. Een aantal dat bij gescheiden geslachten lang niet gehaald wordt maar nu dus ruim wordt overschreden. Vooral op het moment dat de volière ook nog eens gesloten was. Dit was tot voor enkele dagen het geval. Om de koppels te dwingen elkaar op te zoeken hield ik de volière namelijk gesloten. Bij een geopende volière is er altijd een groep duiven die rustig op een schapje gaat zitten zonder zich druk te maken om een broedhok, doffer of duivin.

Het resultaat van de overbevolking is naar mijn mening duidelijk zichtbaar, de conditie loopt namelijk behoorlijk terug. Een enkel neusje wordt een beetje vuil en ze zien er minder strak uit. Dit laatste zal ook te maken hebben met het feit dat ze vorig weekeinde geen bad kregen. Ook de vele knokpartijen en de grote hopen poep op vloer werken niet echt mee om duiven er aangenaam uit te laten zien.

Gelukkig konden ze deze zaterdag wel in bad omdat inmiddels vrijwel alle koppels zitten te broeden. Hierdoor kunnen de meeste broedhokken open en kunnen de duiven van meer vrijheid / frisse lucht genieten (op een enkele knokkende doffer na). Niet alle duiven broeden op ‘eigen eieren’. Een groot aantal koppels kreeg een kunsteitje in de schotel om ze vroeger te laten zitten. Inmiddels niet meer zo opvallend op mijn hok is het feit dat de jaarling duivinnen beter leggen dan mijn meerjarige vliegduivinnen. Kennelijk kost het vliegen dusdanig veel energie dat het invloed heeft op ‘het eierenfabriekje’ van de duivin in kwestie. Iets wat ik overigens wel meer hoor van liefhebbers die met duivinnen spelen.

Bij sommige duivinnen lijkt er tijdens hun carrière wel iets te veranderen in de hormoonhuishouding. Een van mijn betere duivinnen (11-787 en een van de beste duivinnen uit het topseizoen 2013) legde tijdens haar actieve carrière  niet meer, terwijl ze als jaarling wel gewoon gelegd had. Vorig voorjaar blesseerde ze haar vleugel en werd niet meer gespeeld. Groot was mijn verbazing dat ze tijdens de najaarskweek gewoon 2 eieren in de schaal deponeerde. Minder groot was mijn verbazing afgelopen week want weer legde ze probleemloos haar eitjes! Wie hier meer over weer mag mij onmiddellijk contacten.

Tot volgende week!

Michel Beekman