Samen zijn, een belangrijk aspect in onze sport

Samen zijn, een belangrijk aspect in onze sport

Zondag 10 januari 2016. Buiten begint het al weer te schemeren. Dit betekent dat ik weer laat ben met het schrijven van het weekstuk. Een “bewussie” ik wilde namelijk vanmiddag nog even op pad. Het schrijven van het weekstuk kon nog wel even wachten, bovendien was er wederom “geen groot verhaal”.

Op pad dus om toch nog even te praten over de beesten die ons allemaal toch zo bezighouden. Zaanstreek Noord was zo ongeveer de laatste vereniging in de buurt die tentoonstelling hield en dus toog ik noordwaarts. Het was letterlijk de eerste en de laatste tentoonstelling die ik deze duivenwinter bezocht. Weliswaar werd voor de Kerst ook PV de Postiljon aangedaan maar hier was de aanleiding het forum. Deze week werd de motor gestart louter en alleen om eens te kijken hoe de duiven er in deze topvereniging uit “De Zaan” voor stonden.

Er werd dan ook relatief lang naar de duiven gekeken. Opvallend was dat de betere (programma)spelers, althans degenen die deelgenomen hadden, ook hier met de prijzen naar huis gingen. Helemaal toevallig is dat natuurlijk niet. De tentoonstelling is in mijn ogen, naast een kwestie van bouw, ook een kwestie van verzorging. Op de punten voor de rui en de algemene indruk heeft de melker namelijk gewoon veel invloed. Vaak scoren de mannen die het hele jaar het uiterste er aan doen om hun favorieten in goede doen te brengen ook goed op de tentoonstelling. Hier komt bij dat de programmaspelers ook enigszins in het voordeel zijn doordat hun jongen vroeger uitgegroeid zijn. Een marathonspeler kan zijn duiven net zo goed verzorgen maar dan nog krijgt hij bij de keuring van de jonge duiven klop. Simpelweg omdat zijn soort duiven in de regel wat langer nodig heeft om uit te groeien.

Tentoonstelling

(De foto is niet genomen bij Zaanstreek Noord maar  werd geplukt van internet)

Behalve het kijken naar de duiven, voerde ik ook een interessant gesprek over onze gevederde vrienden met een aantal bekenden uit de afdeling Noord Holland. Het thema wisselde van hokkenbouw naar de verkoop van duiven naar het ruilen van duiven en hoe in het algemeen aan betere duiven te komen. Het was gewoon zo’n gesprek dat melkers onder elkaar kunnen hebben. Samen onder het genot van een glaasje gewoon even “ouwenelen” zonder hoogdravend onderwerp. Louter voor de gezelligheid en daar zijn tentoonstellingen een uitgelezen plaats voor.

Gezellig was het ook bij de uitreiking van de ringen voor de Gouden Ringen Race 2016. De commissie die al voor het tiende jaar op rij een speciale race (inmiddels races) organiseert tijdens de jonge duivenvluchten had de kopers van de Gouden ringen weer ontboden in het verenigingslokaal van P.V. Bovenkerk. Niet alleen om de bestelde ringen te betalen en af te halen maar ook om samen even te genieten van een smakelijk maaltijd. Ditmaal op de barbecue bereidt door Rinus Kroon. Ook hier was het doel niet bijzonder hoogdravend. Wederom gewoon even gezellig samen zijn, wat bijkletsen met een kleine groepje fanatiekelingen dat hoopt op de jonge duivenvluchten een gokje te wagen door een aantal “speciale” jongen te ringen met een Gouden ring.

De opkomst was prima, al beperken de Gouden ringen races zich steeds meer tot races tussen de junioren van de leden uit de Zuidelijke rayons. Wellicht is dit in de toekomst een kans voor de Fondclub Noord Holland om met een slimme aanpassing dit toch wel leuke spelletje verder uit te dragen in de hele afdeling Noord Holland. Het brengt de liefhebbers namelijk niet alleen in de winter samen, het geeft het spel met de jonge duiven tijdens het seizoen, namelijk ook een extra dimensies. Iedereen is toch benieuwd hoeveel Gouden ringen er aan de start komen, hoe ze de eerste vluchtjes verteren en hoe ze zich uiteindelijk klasseren op de races zelf. Eventueel zou men, er op een vergelijkbaar wijze als in het Zuiden van Nederland gebeurt, een vervolg aan kunnen breien door een aantal races in het daaropvolgende oude duivenseizoen te houden voor deze speciale ringen. Ook dit biedt weer een extra mogelijkheid tot extra aandacht voor de prestaties van de eigenaar en geeft weer gesprekstof bij gezellige samen zijns. Het maakt uiteindelijk ook weer een aantal mensen blij en daar gaat het toch om bij het uitoefenen van een hobby. Het zou bovendien het gat dat ontstaan is door het wegvallen de Derbyringen een beetje kunnen opvullen ….. Wie weet pakt het best wel actieve fondclub-bestuur dit op want ik heb begrepen dat de huidige commissie die de huidige Gouden ringenrace organiseert er na dit seizoen mee stopt.

Niet stoppen doen een aantal grote kampioenen en concurrenten uit Rayon F die ik zaterdagmorgen tegen het lijf liep bij de voerhandel in Badhoevedorp zeker niet. Deze mannen waren allen alweer volop bezig met het nieuwe seizoen dat steeds meer zijn schaduw vooruit werpt. Het was leuk om de mannen na enige tijd weer eens te spreken. Ook bij dit samen zijn geen zware gesprekken maar gewoon “duivenpraat” tussen mannen met een missie die o.a. bij de voerhandel waren om hun favorieten, meestal absolute cracks, op de foto te laten zetten door fotograaf Jan Breed uit Beverwijk. Jan maakt misschien wel de meest natuurlijke foto’s van alle duiven-fotograven en mocht zich dan ook in voldoende klandizie verheugen. Een deel van de foto’s werd genomen als kampioensprijs maar het was opvallend hoeveel melkers ook andere duiven lieten vereeuwigen.

Ook ik maakte van deze gelegenheid gebruik om een aantal van mijn betere duiven te laten vastleggen. Niet voor de commercie maar gewoon omdat het leuk is een aandenken te hebben aan een goede duif.

Ik heb door de jaren heen, met onderbrekingen, foto’s laten maken van de duiven die bij mij op de hokken (en soms daarbuiten) het verschil maken. Soms kom ik ze bij toeval tegen en dan is toch altijd leuk om even te mijmeren over de supergoede “398” van 1998. Of over die klakdoffer van 1996 die maar liefst drie keer kampioensduif in de club werd.

In sommige clubs hangen zelfs foto’s van de topduiven aan de muur. In klein formaat maar soms ook in supersize zoals in Geffen. Prachtig, het geeft de cracks en hun eigenaren langjarige eer en het leidt bovendien vaak tot leuke gesprekken aan de bar!  

 

OP EIGEN HOK

Is de kweek qua start voor mij begrippen voorspoedig verlopen. Van de 31 koppels hebben 29 duivinnen gelegd. Binnen 14 dagen. Kennelijk is de conditie van de dames en heren die voor het merendeel van het nageslacht moet zorgen niet slecht. Hopelijk blijft dit zo. Ondertussen is er wel al een koppel eieren gesneuveld door de onvermijdelijke vechtpartijen. Ook hebben in het hoogbejaarde “klakhokje” twee duivinnen eieren van matige kwaliteit gelegd en heeft de oudste van het stel (van 2005) nog niets in de schotel gedeponeerd. Misschien is het eierenfabriekje leeg want ze legde vorig jaar nog vlot. Helemaal vreemd is het niet want ze zit al haar hele leven op het kweekhok. Ze gaf dan ook haar hele leven bruikbare duiven.  Vorig jaar ringde ik om deze reden haar jongen tweemaal met Gouden ringen. Twee van de drie zitten nu in het vlieghok van de oude duiven. Het zijn bovendien duivinnen!

Voor het overige blijft het nog rustig op de hokken aan de Aalsmeerderweg. De koppeldatum voor de vliegers staat zoals het land er nu bij ligt gepland op 29 januari. Tot die tijd zullen de vliegers het duivenleven nog even als gescheiden duif moeten doorbrengen. Dit maakt met name de jonge doffers wat zenuwachtig want de mest wordt er niet beter op de laatste dagen. Ze zijn tierig en drinken teveel. Veel meer dan de duivinnen.

Qua voer heb ik maar een paar busjes extra paddy aan de mengeling toegevoegd. Het is nu zaak het gewicht onder controle te houden  nu de meesten hun laatste pen gegooid hebben. Dan helpt het toevoegen van paddy prima. Zodra de maag gevuld is laten ze dit liggen evenals de gerst die in de ruimengeling opgenomen is. Ik ben altijd een beetje een ruime voeder en dan helpen zullen indicatoren van “geen honger” prima. Bijkomend effect is dat beide granen rijk zijn aan vezels en dat is weer goed voor de darmflora.

Inmiddels hebben de echte late jongen hun rondjes ook weer gevlogen. Doordat het ’s morgens nog te donker is als de (arbeid)plicht roept is er alleen in het weekeinde een mogelijkheid om ze te laten vliegen. De afgelopen vier weekeinden bleven ze echter binnen. Twee weekeinden gingen verloren door het vuurwerk en de andere twee door het plaatsen van de nieuwe volière. Mijn nieuwsgierigheid was dan ook groot hoe ze met het nieuwe bouwwerk zouden omgaan. Opmerkelijk genoeg taalden ze er niet naar. De jongen landden prima alsof er geen nieuw bouwsel geplaatst was. Veel naam mocht het vliegen niet hebben. Vier weken rust hebben de vlieglust en /of conditie duidelijk doen afnemen. Ook vinden ze elkaar al erg aardig en dit bevordert de trainingsdrang ook niet.

Veel uitmaken doet het mij niet. Het zijn zo ongeveer de reserves van de reserves. Als ik de echte vliegduiven koppel zal ik de duivinnetjes overwennen naar de grote volière waarin in het seizoen de weduwduivinnen huizen. Als dit een beetje wil lukken kunnen deze duivinnetje mooi helpen om de oudere dames op gang te brengen. We spreken dan echter pas over eind februari, begin maart. Dit lijkt verder dan het is want de tijd gaat snel, over 13 weken zit het eerste vluchtweekeinde van 2016 er namelijk alweer op!

Tot volgende week,

Michel Beekman