Teveel gedoe op allerlei fronten

Teveel gedoe op allerlei fronten

Zondag 12 juli 2015. Er zijn van die weken dat het lastig is een weekstuk te vullen, echter er zijn ook van die weken dat er genoeg zo niet teveel gebeurt. Helaas kennen deze weken vaak gedoe op allerlei fronten. Te veel en vaak onnodig als je het mij vraagt. Deze week was dus zo’n week vooral bij ons in de afdeling Noord Holland (maar helaas ook weer daarbuiten waarover ik mij een volgende week zal buigen).

Het begon afgelopen maandag met de keuze voor de losplaats voor de Zuidelijke rayons. Maandagochtend kregen alle verenigingssecretarissen een mailtje met onderstaande tekst.

Door problemen op de losplaats Bergambacht heeft het bestuur moeten besluiten om de lossingsstations aan te passen.

Voor Rayon A, C en D wordt de losplaats Zevenbergschen hoek

Voor Rayon B, E en F wordt de losplaats Vuren.

Voor de geografische niets zo sterk ontwikkelde lezers Zevenbergschen Hoek ligt iets ten Zuiden van Moerdijk d.w.z. een Zuidzuidwestelijke vlieglijn t.o.v. Noord Holland. Nadeel van deze losplaats is dat de duiven direct na de lossing Het Hollands Diep moeten oversteken. Het water is hier zo’n 2 kilometer breed en duiven hebben hier een hekel aan. Zeker onervaren duiven. Vuren is een door de Oostelijke afdelingen vaak gebruikte losplaats die ten Oosten van Gorinchem ligt. Om Noord Holland te bereiken dienen de duiven een Noordnoordwestelijke koers te kiezen want deze losplaats ligt op een Zuidzuidoostelijke vlieglijn t.o.v. Noord Holland. Voordeel van deze losplaats is dat de duiven direct ‘over het water’, de Waal, gelost worden.

De commotie was echter zeer groot, vooral omdat in de weerberichten die voor de ‘gewone melker’ te raadplegen waren gesproken werd over Zuidwesten tot Westen wind. Veel liefhebbers uit het Zuidelijk deel van de afdeling zagen de bui al hangen. Jonge duiven ‘aan de verkeerde kant’ van het IJsselmeer. Een deel besloot niet deel te nemen, een ander deel besloot op de trommel te slaan. Er werd gedreigd en gedaan en uiteindelijk gingen bestuur en lossingsverantwoordelijken overstag. De duiven van B, E en F werden gelost in Zevenbergschen Hoek. De duiven van de rayons A, C en D stonden in Bergambacht.

Het lostijdstip van de duiven in Zevenbergschen Hoek was ogenschijnlijk laat, op het moment dat het al aardig warm en benauwd was.  Hetgeen zich vertaalde in een allerbelabberdste opleervlucht. In de rayons E en F waren er ’s avonds zeer veel lege plekken op de hokken en door het relatief slechte weer op woensdag was/is het aantal nakomers ook niet groot.

Zoals altijd wordt er gezocht naar een oorzaak (in plaats van naar een oplossing). In eerste instantie werd er gewezen naar het transporttijdstip van de duiven. Er circuleerden twee verhalen. In het ene zouden de duiven ’s morgens om 7:00 uur naar de losplaats vertrokken zijn waardoor ze niet eerder gelost konden worden. In het andere vertrokken ze rond 04:00 uur maar doordat er ook rekening gehouden moest worden met lossingen van afdeling 5 was het uiteindelijk 10:00 uur voordat de laatste duiven in vrijheid gesteld konden worden. De vraag bij dit soort kwestie is altijd “wat is waar”? Persoonlijk ben ik geneigd het laatste verhaal te geloven omdat ik dit letterlijk gehoord heb uit de mond van de lossingsverantwoordelijke. Echter het zou de verantwoordelijken sieren om op de site van NH letterlijk uit de doeken te doen hoe één en ander is verlopen.

Dit laatste neemt echter niet weg dat ik ook tegen deze wijze van transport ben. Volgens mij hebben we ooit op een afdelingsvergadering aangenomen dat de opleervluchten ook gewoon ’s avonds vertrekken naar de losplaats, zeker met de jonge duiven. De archivarissen in de afdeling NH moeten de notulen er maar eens op naspeuren. Zelf heb ik deze helaas niet.

BETER ORGANISEREN VAN HET TRANSPORT IN HET ALGEMEEN

Wellicht moet er in postduivenland überhaupt nog eens gekeken worden naar de wijze van transport. De periode voor de wedvlucht is in onze sport een ondergeschoven kindje waarbij nog veel te verbeteren en te veranderen valt. Nu is het vaak jakkeren en jagen om op tijd op een losplaats te zijn, vooral bij vluchten met 1 dag mand. Het belang van de duiven is/lijkt ondergeschikt aan de kosten en de organisatie.

In andere sectoren waar dieren vervoerd worden is dit al sinds veel jaren een item. Zo werden in de varkenssector na de varkenspest in 1997 de transporteisen en transportmiddelen drastisch gewijzigd. Zo werd de beladinggraad teruggebracht en de maximale transporttijd verkort 24 uur. Indien de dieren langer onderweg zijn moet er 24 uur gerust worden op erkende rustplaatsen. Letterlijk stilstaan dus.

48 uur voor aanvang van het transport moeten de instanties per mail op de hoogte gebracht worden waar er geladen wordt , hoe laat het laden begint, hoeveel dieren er geladen worden , wat de exacte bestemming is en waar er, indien de reis langer duurt dan 24 uur er gerust gaat worden, welke gecertificeerde chauffeurs er gaan rijden, met welk kenteken en de bevestiging van goedkeuring van het transportmiddel.

Deze transportmiddelen zijn voorzien van diverse voorzieningen om het de dieren tijdens het transport zo aangenaam mogelijk te maken waaronder ventilatie en drinkwatervoorziening. Ook zijn ze voorzien van GPS trackers en temperatuur registratie. Daarnaast is een protocol voor reiniging en ontsmetting. Indien men zich niet aan de regels houdt zijn de boetes gigantisch.

Postduivenvervoer

Hoe anders gaat dit nog steeds anders bij onze duiven. Op enkele kleine aanpassingen na doen we dit nog op dezelfde manier als bij de introductie van het huidige containervervoer. Desinfectie is een vreemd woord, het transport en de wijze van belading worden zo bepaald dat het de vervoerder het beste uitkomt en de duivenmelker zo min mogelijk kosten betaald.

Er is daarnaast ook geen controle op transport zoals recentelijk duidelijk werd toen op Vierzon. Het bleek dat de chauffeurs en begeleiders zich niet hielden aan het vervoersreglement van de NPO. Waarschijnlijk weten de chauffeurs en begeleiders, die niet of nauwelijks zijn opgeleid voor het vervoer van duiven, niet eens van het bestaan van deze voorschriften.

Het zou m.i. goed zijn om (al dan niet landelijk) een commissie samen te stellen die het vervoersreglement actualiseert en dwingende voorschriften voor het transport oplegt. Met actuele regels voor de transportmiddelen (koeling), rusttijden, voorschriften aan losplaatsen, voorschriften voor het opstellen op de losplaatsen, etc. Wellicht kunnen ze te advies vragen bij de vele professionals die ons land kent op het gebied van transporten van dieren.

NOOIT MEER NAAR ZEVENBERGSCHEN HOEK

In de notulen (van een jaar of 4 geleden) staat overigens ook dat er voor Zevenbergschen Hoek een andere losplaats gezocht moet worden omdat deze losplaats altijd tot slechte vluchten leidt. Wellicht dat de nieuwe vervoerscommissie komende herfst eens in een busje kan stappen om ruim onder de grote rivieren een nieuwe losplaats te zoeken.

Mocht deze echt niet te vinden zijn dan is de oplossing eenvoudig. Een drachtprogramma bestaande uit Bergambacht en Meer voor de Zuidelijke rayons met een eerste wedvlucht vanaf Duffel of een losplaats met vergelijkbare afstand.

Zevenbergschen Hoek

Op deze wijze zijn we gelijk van het volgende gedoe af want op de wedvlucht vanaf Meer moesten de jonge duiven namelijk handmatig, d.w.z. deur voor deur, gelost worden omdat de ondergrond op deze losplaats niet egaal genoeg is voor een automatische lossing. Nu maakte het deze week gezien het dramatische verloop niets uit maar ik sta op het standpunt dat als het automatische lossen op een bepaalde losplaats niet werkt dit station niet geprogrammeerd moet worden als wedvlucht.

Het programmeren van stations is sowieso iets wat we niet meer moeten doen. We vliegen namelijk zo ongeveer geen enkele week het station dat op het vliegprogramma staat. Beter zou zijn om op dit programma gewoon een afstandindicatie te zetten. Op de zondag voor de betreffende wedvlucht wordt dan op basis van vooral beschikbaarheid, maar bijvoorbeeld ook windrichting en temperatuur, het station bepaald.

Wellicht hadden we dan deze week niet gevlogen vanaf Morlincourt dat nu als alternatief gekozen werd voor Breteuil maar bijvoorbeeld vanaf Reims. Los van het feit dat de afstand dan hetzelfde was gebleven hadden de duiven veel later op hun vliegtraject de kust bereikt waardoor een veel beter verloop van de vlucht had plaatsgevonden. Lossen met Zuiden of Zuidoostelijke wind is namelijk altijd een garantie voor een slecht verloop omdat de duiven dan een koers, moeten, volgen die ze langs of deels over de zee leidt.

Zoals reeds eerder vermeld houden duiven niet van brede stukken water laat staan grote stukken zee. Op deze vluchten zie je altijd hetzelfde beeld. De vroegste duiven vallen aan de kust. De verschillen in snelheid zijn groot en een aantal duiven komt ogenschijnlijk vlot naar huis. Veelal zijn dit op de hokken die iets meer in het binnenland liggen de duiven van de tweede garnituur (In rayon F slechts 12 getekende duiven bij de 1e 90 duiven, op Pont Ste maxence met Noordwesten wind waren dit er 24. In rayon B aan de kust zijn dit er zaterdag 26 tegen 36 op Pont). Na een korte periode meestal gelijk aan de concoursduur vallen de aankomsten van de duiven bijna volledig stil en druppelen de hele dag de duiven naar huis. Als een vlucht met omstandigheden als gisteren aan het begin van het seizoen plaatsvindt zijn de verliezen meestal groot. Ditmaal zijn uiteindelijk de meeste duiven naar huis gedruppeld.

Helemaal toevallig is het dus dan ook niet dat de eerste duiven van Morlincourt geklokt worden aan de kust. Deze keer in Zandvoort. Wie een beetje van Vectormeetkunde weet moet maar eens wat lijntjes trekken vanuit de losplaats op basis van vliegrichting en windrichting. De duiven komen dan ergens bij Oostende op de Belgische kust en op het moment dat ze vandaar in rechte lijn naar Noord Holland vliegen komen ze boven zee. Indien verstandig/ervaren vliegen ze parallel aan de kust, indien onverstandig/onervaren gaan ze de zee op met alle gevolgen van dien.

Boven Den Haag komen ze Nederland dan weer binnen. Het is dan ook niet helemaal toevallig dat liefhebbers uit Zandvoort en omgeving hun duiven altijd lappen vanuit Valkenburg (ten Westen van Leiden). Bijkomend voordeel voor de liefhebbers aan de kust is dat hun duiven ervaring hebben met het vliegen (trainen) boven zee.

Ton Mengerink

MORLINCOURT

Alle vluchten kennen winnaars en de snelste met voorsprong was van Ton Mengerink uit Zandvoort. Ton bezit Belgische snelheidsduivels van Cyriel en Carl Lambrechts uit Berlaar. Een van deze duiveltjes bezorgde Ton de afdelingszege. De jaarling doffer was maar liefst 15 meter per minuut sneller dan die van nummer 2 van Gerard Tervoort en Frits Hasert uit Haarlem. Opmerkelijk was bovendien dat Willem Klaverstijn een duif van hetzelfde Belgische hok ook als eerste in zijn rayon constateerde. Een laatste opmerkelijk feit was de zoveelste rayonoverwinning van Jan en Piet Schutte! Wat deze mannen presteren grenst haast aan het ongelooflijke. Als ze dit nog 2 oude duiven vluchten volhouden vermoed ik dat ze de beste liefhebbers van Nederland worden.

De winnaars per rayon

Rayon A: N. de Graaf, Limmen – 1692 mpm

Rayon B: Ton Mengerink, Zandvoort – 1729 mpm

Rayon C: Richard Faber, Westzaan – 1708 mpm

Rayon D: Aad van de Gullik, Onderdijk – 1643 mpm

Rayon E: Jan en Piet Schutte, Amsterdam Noord – 1675 mpm

Rayon F: Willem Klaverstijn, Amsterdam West  – 1687 mpm

MEER

In de ochtenduren maakten de jonge duiven een dramatisch slecht debuut op de wedvluchten. Verenigingsconcoursen die meer dan een uur open stonden waren geen uitzondering. Toch kennen ook slecht verlopende vluchten winnaars. De snelste van allemaal was van Johan van Ackooy uit Hoofddorp. Johan zag de duif overigens niet komen. Kennelijk was hij even afgeleid want toen hij op 9:35 uur zijn eerste duif dacht te klokken bleek er al eentje geconstateerd om 9:30 uur. Dit betekende een snelheid van 1516 mpm, ruim de snelste van allemaal. De winnaars per rayon.

Rayon A: A. Kleverlaan, Bergen – 1488 mpm

Rayon B: Pos (???), Beverwijk – 1475 mpm

Rayon C:  Martijn & Marit Kramer – 1493 mpm

Rayon D: Aad Glim, Medemblik – 1396 mpm

Rayon E: Henk Schweiger, Amsterdam Noord – 1502 mpm

Rayon F: Johan van Ackooy, Hoofddorp – 1516 mpm

TARBES

Ook de overnachtfondspelers hadden deze week weer een wedvlucht, de een na laatste in het kader van de middaglossing. Opvallend was de dominantie van de overvlucht. De voorhand kwam er niet aan te pas. Op goed geluk de winnaars per rayon.

Rayon A: Combinatie Blokker, Den Helder – 1070 mpm

Rayon B: A.A. Schelvis, Velsen Noord – 979 mpm

Rayon C: Fred Kramer & Cees Ouwehand, Wormer – 1091 mpm

Rayon D: Dirk Letter, Den Oever – 1105 mpm

Rayon E: Henk Bos, Purmerend – 965 mpm

Rayon F: Dirk Pals, Bovenkerk – 1020 mpm.

OP EIGEN HOK

Was het niet helemaal 100% hosanna deze week. De jonge duiven werden niet ingemand. Ze verkeren op zich in prima conditie maar het opleidingsprogramma was door de hete week dusdanig in de knel gekomen dat de opleiding naar mijn smaak niet voldoende afgerond was. 2 lapvluchtjes op 10 kilometer volstaan in mijn ogen niet om duiven aan een vlucht van 87 kilometer met Zuidoosten wind te wagen. Kortom ze bleven thuis en hopelijk kan ik deze week de opleiding voltooien met 2 vluchtjes van rond de 25 kilometer.

Met de oude duiven was het zoals wel vaker geschreven vlees nog vis. In de club nog wel de eerste met een aardige serie maar in groot verband te laat. 21e in rayon F tegen 1734 duiven en 27 prijzen van 61 duiven is niet wat ik de laatste weken gewend was. Debet hieraan is naast de Zuidoosten wind waarop ik nooit zo gesteld ben, het feit dat de conditie ook niet 100% was. Bij het inkorven twijfelde ik al een beetje. Ze waren niet ziek maar niet zoals de weken daarvoor. Natuurlijk hoop je dan dat dit de altijd aanwezig twijfel is maar helaas werd dit zaterdag bevestigd.

Nu is het zaak om niet in paniek te raken en te drastisch in te grijpen. Ik heb geleerd zoveel mogelijk aan mijn systeem vast te houden en niet teveel met de afdeling chemie aan de slag te gaan. In het verleden deed ik dit wel maar dan pakte het bijna altijd verkeerd uit.

Afwachten dus maar weer, tot de volgende week.

Michel Beekman