Tevreden maar het kan (nog) beter

Tevreden maar het kan (nog) beter

Zondag 13 september 2015. De dag na de laatste vlucht voel ik mij altijd een beetje ontheemd. De vaste drang om de duiven in het (prestatie)ritme te houden valt dan van de ene op de andere dag weg. De laatste weken sleepte mijn fanatisme om mijn duiven tot goede (acceptabele) prestaties te laten komen mij door de dagelijkse verzorging. In het oude duivenseizoen heb ik hier niet zoveel last van maar aan het einde van het seizoen begint dit op te spelen.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het verzorgen afgelopen week al ‘op het tandvlees’ gebeurde. De teleurstellende uitslag van vorig weekeinde was hier debet aan, alsmede de drukte op mijn werk. Het gevolg was dat de, overigens slecht presterende, doffers nog wel elke dag in de ochtenduren vlogen, evenals de jongen die niet aan de vluchten deelnemen. De duivinnen daarentegen trainden ’s avonds slechts eenmaal. Pas op woensdag. De concurrentie in de buurt vroeg zich al af of ik wel thuis was ….

Merkwaardig was het eigenlijk wel dat mijn duivinnen zo weinig aan trainen toekwamen want zij zorgden ook op de navluchten voor de punten. De doffers vlogen namelijk voor het tweede achtereenvolgende jaar voor spek en bonen. Het kwam er echter gewoon niet van om de dames regelmatig los te laten. Het weer (op zondag en maandag), laat thuis van het werk (op dinsdag) en de jonge duiven die ongewenst buiten zaten omdat ze het luikje met de rinkels er tweemaal afvlogen (op donderdag en vrijdag) bepaalden dat de duivinnen deze week wel erg veel rust kregen.

Echter gezien de geringe motivatie mijnerzijds kon mij dit niet zoveel schelen. Zelden korfde ik met zo weinig verwachtingen in voor de laatste navlucht. Het verenkleed van mijn favorieten en het voorspelde weer nodigden ook al niet uit tot veel zin, al was de voorspelling van vrijdagavond een stuk beter dan de dagen er voor. Ik was niet de enige met motivatieproblemen want de deelname in ons kleine clubje was bedroevend (98 duiven van 5 liefhebbers). Een beeld dat in veel verenigingen zichtbaar was. Hetzelfde beeld was helaas ook op de andere vlucht van dit weekeinde, de voormalige klassieker “de derby der junioren” terug te vinden. In Noord Holland vlogen er slechts een kleine 1300 duiven op deze eens zo populaire vlucht.

Toch zullen de meeste liefhebbers, waaronder ook ik, redelijk tevreden zijn geweest over de vluchten die volgden. De eerste winst was dat de duiven gelost werden want daar zag het lang niet naar uit. De tweede winst was dat de duiven redelijk vlot met hoge snelheden naar huis kwamen van de navluchten. Dit laatste gold ook voor de junioren die “de derby” afwerkten al waren de aankomsten daar toch wel zeer onregelmatig te noemen. Wanneer in ogenschouw genomen wordt dat we op donderdag nog dachten dat er van vliegen niet veel terecht zou komen mogen we helemaal tevreden zijn.

De derde winst was dat uitwijken naar Het Oosten verstandig bleek. Op advies van het IWB waren veel afdelingen en ook de nationale vluchten naar het binnenland uitgeweken. Een keuze die goed uitpakte. Niet alleen was de route met de altijd lastige / vervelende Zuidoosten wind veiliger, ook Het Weer pakte voor de wat Oostelijker gelegen, of beter gezegd Zuidelijker gelegen, stations beter uit. Het slechte weer kwam namelijk van de kust en vooral voor “de derby” was het door de juiste losplaatskeuze een narrow escape.

Het resultaat van de narrow escape was wel een “nationale” vlucht met grote verschillen. Zelf had ik niet ingemand maar bekeek ik de aankomsten van de junioren bij vriend Willem in Reeuwijk. Door het aankomsttijdstip van onze duiven en de hoge snelheid van de Sens duiven werd helaas de aankomst van de eerste duif nipt gemist. Iets wat wel aangaf dat de duiven het toch wel een beetje moeilijk hadden want als er een knalvroege gevallen zou zijn was ik zeker 20 minuten te laat geweest.

De eerste duiven lagen ver uit elkaar. Ook kwamen ze van alle kanten. Uit de lijn (gelost door het peloton of niet vertrokken), uit het Westen (van de kust) en uit het Noorden (door geknald). Een teleurstellende uitslag voor de grootmeester die de laatste weken zijn ploeg jongen weer goed aan het marcheren had gekregen. Gelukkig is dit natuurlijk ook de charme van onze sport. Net als je denkt dat je het weet gaan anderen er met de prijzen vandoor.

Het was er tijdens het wachten niet minder gezellig door want de tribune was dichtbevolkt met sportvrienden zoals Maurits Haasendonckx  (met zijn vaste chauffeur, wiens naam ik nooit kan onthouden maar inmiddels wel weet, Willy Anthonis), Roger Bruninx, Herman Calon en nog een viertal melkers uit Gouda en omstreken. De algemene verwachting onder de “letters” was dat de vroegste duiven in de sector meer Westelijk zouden vallen. Dit bleek in werkelijkheid ook zo te zijn want van de eerste 10 in de sector (2) vallen er 8 (waaronder de eerste 3) in afdeling 12 De Kuststrook.

Gek genoeg komt de overvlucht in Noord Holland helemaal niet in het stuk voor. De familie Kat uit Westzaan pakt ze knap op afdelingsniveau (1, 2, 13, 14, 29, etc) maar in de sectoruitslag wordt slechts de 92e plaats ingenomen. Zonder iets van glans van de prestaties van dit superhok uit Westzaan te willen wegnemen denk ik dat er in Noord Holland niet sterk genoeg gespeeld wordt met de jonge duiven. Of beter gezegd dat het programma niet geschikt is om de strijd met de andere afdelingen uit de sector aan te gaan. De Noord Hollandse duiven lijken niet “afstandshard”, zelfs niet op een snelle vlucht met wind op de staart. Iets dat je op de dagfondvluchten ook vaak terugziet.

Deze wind op de staart troffen ook de duiven die hun laatste navlucht afwerkten vanuit Isnes. Over deze losplaats was op voorhand weer veel te doen. In mijn ogen onterecht want de uitslag toont nogmaals aan dat de kust, die zich altijd benadeeld voelt ook bij een centraal of zelfs Oostelijk gelegen losplaats, (ongeveer 10 kilometer ten Westen van Namen) met Zuid en Oost in de wind dominant speelt. Ongeacht de ligging van de losplaats! De snelste van de lossing valt bij de gebroeders Muijderman in IJmuiden en bij de eerste 17 duiven zitten er 14 van Rayon B. Waarvan 12 uit Zandvoort, “need I say more” zouden ons Angelsaksische vakbroeders zeggen.

De winnaars per rayon:

Rayon A: Chiel de Wit – Zuid-Scharwoude, 1792 mpm

Rayon B: Gebroeders Muijderman – Ijmuiden, 1847 mpm

Rayon C: J. de Graaf – Oostzaan, 1782 mpm

Rayon D: Combinatie Derksema – Hoorn, 1703 mpm

Rayon E: Henk Bos – Purmerend, 1783 mpm

Rayon F: Ron Nederveld – Aalsmeer, 1823 mpm

 

OP EIGEN HOK

Werd dus zonder veel verwachtingen ingemand voor Isnes, een nieuwe losplaat gelegen op zo’n ruime 197 kilometer van mijn hok. De ploeg was ook wat uitgedund. Nog 67 duiven (25 doffers en 42 duivinnen) kwamen op vrijdagavond door de “pennenselectie”. Ondergrens was 5 pennen, duiven die op 4 pennen stonden bleven thuis. Naar kalende koppen en vallende veertjes werd maar even niet gekeken want dan was de ploeg een stuk kleiner geworden.

Op grond van de tijden die de duiven van de afdeling Zuid Holland maakten (vanaf St. Quentin) werd de vliegduur op iets minder dan 2 uur geschat. Aankomst dus rond 12:00 uur. Na wat gewied te hebben in de tuin besloot ik omstreeks 11:51 toch maar eens in de lucht te kijken. Juist toen ik omhoog keek draaide er een duif die na een half rondje als een streep op de plank landde. Het was de 11-795, Edmee genaamd, die mij dus net niet verraste. Iets wat bij menig andere melker wel gebeurde. Zo zat bij de winnaar van ons rayon de klep van de spoetnik nog dicht. Dit was overigens mijn denkbeeldige buurman Ron Nederveld die in dezelfde straat woont maar zo’n 250 korter vliegt.

???????????????

Edmee, behaalde op haar laatste vlucht als weduwduivin hiermee haar 3e eerste prijs in haar carrière op clubniveau. Na een totaal van 44 prijzen in 4 jaar als oude duivin (ze werd als jong gespeeld op de navlucht en niet geklokt) mag ze haar mogelijke kwaliteiten op het kweekhok tonen. Ze was namelijk ook al eens 4e kampioensduif Midfond in rayon F en womn een dagfondvlucht vanaf Vierzon.

Ook ditmaal bewees Edmee nogmaals een uiterst bruikbare duif te zijn want ze werd ondanks een gebrekkig verenkleed als 5e van 1439 duiven afgevlagd. Door dit gebrekkige verenkleed ging ze wel pas als 26e getekende de mand in maar volgens mij tellen op de navluchten 35 duiven voor de onaangewezen punten …. Het was overigens de eerste keer dit seizoen dat ik het mis had en geen duif van mijn eerste 25 als eerste klokte …. Uiteindelijk vielen er 21 van de 67 in de prijzen. Niet al te best maar gezien de hoeveelheid veren die ik dagelijks uit het hok haalde viel er niet veel meer van te verwachten.

Terugblikkend op het seizoen ben ik tevreden maar het kan (nog) beter. Op alle kampioenschappen werd om de winst gespeeld maar uiteindelijk werd nergens de hoofdprijs gepakt. Vaak werd namelijk op rayonniveau de Zoetemelk positie ingenomen. Zie het onderstaande rijtje.

Vitesse:

2e onaangewezen (achter Arend Bolding), 7e aangewezen

Midfond:

4e onaangewezen, 7e aangewezen

Dagfond:

4e onaangewezen, 2e aangewezen (achter Dave van Zon)

Oude duiven:

2e onaangewezen, 2e aangewezen (beide kampioenschappen achter Dave van Zon)

Navlucht:

2e onaangewezen (achter Cees van Vliet), ?? aangewezen

Al met een rijtje kampioenschappen waar ik “blind voor zou tekenen”. Het zal gezien de geringe opleiding van mijn jonge duiven niet mee vallen dit komend jaar te evenaren. De enige houvast die ik heb is dat van mijn huidige groep bruikbare duiven de meesten ook hun opleiding vonden op de navluchten en na een aarzelende start als jaarling als tweejarige doorbraken!

De komende weken zal ik mij bezighouden met het plannen van het volgende seizoen waarin de jonge duiven een hogere prioriteit zullen krijgen. Ook zal ik proberen de opleiding van een aantal jonge duiven nog wat op peil te brengen. Als Het Weer en mijn beschikbare tijd meewerken wil ik ze nog “inlassen” op de taartvluchten. Afwachten of dit lukt!

Tot volgende week!

Michel Beekman