Tussendoortjes

Tussendoortjes

Zondag 13 november 2016. Buiten is het wederom herfstachtig. Motregen en grijs somber weer. De drogere periode wordt pas na 9:30 uur voorspeld. Hierdoor heb ik mooi de gelegenheid om tussen het opstaan en het verzorgen van de duiven, als ware het een tussendoortje, het wekelijkse stuk te schrijven.

een-goedgevulde-zaal

De hele week voelde overigens al als een aaneenschakeling van tussendoortjes. Door een dienstreis op woensdag en donderdag werd de week namelijk behoorlijk in tweeën gehakt. Iemand die niet reist voor zijn werkt kan het zich waarschijnlijk niet voorstellen maar door een break midden in de week voelt de week vreemd aan. Omdat het ‘gewone werk’ gewoon doorgaat bij afwezigheid en omdat het ook wat voorbereiding kost in de dagen voor vertrek. Voor de reis en voor het werk dat doorgaat. Deze voorbereidende werkzaamheden moeten er op de dagen voor vertrek gewoon “even tussendoor”, waardoor ook die dagen rommelig verlopen. De vrijdag na de dienstreis voel ik me niet alleen een beetje “verreist” zoals de Duitsers het plachten te zeggen, ook voel ik me op het werk altijd als ware ik in een vreemd pakhuis. De ontwikkelingen die er altijd zijn bij afwezigheid gaan gewoon verder en ondanks de mail via de smartphone ben je dan niet helemaal aangesloten.

de-eerste-drie-kampioenen-vitesse

Qua duiven zorgt zo’n midweekse dienstreis ook voor de nodige extra activiteiten, wederom even tussen door. Ook qua duiven kan ik namelijk niet zo maar weggaan. Het betekent dat in de dagen voor vertrek het een en ander extra gedaan moet worden. Voldoende voer mengen en het verzorgingsschema opstellen plus er voor zorgen dat de hokken er net even beter voorstaan als op dagen waarop ik de duiven zelf verzorg. Vooral tijdens afwezigheden buiten het seizoen is dit van belang omdat mijn vriendin dan zorg draagt voor de duiven. Zij voert de duiven en ververst desnoods het water maar hokken schoonmaken is er vanzelfsprekend niet bij. Dit laatste betekent dat ik zeker bij een weersvoorspelling met regen de hokken zo schoon mogelijk wil achter laten.

Afgelopen week betekende dit dat ik tussen het werken in de ochtenduren en het busreisje naar Schiphol nog even snel alle vloeren schrapte. Wederom een tussendoortje, dat iets langer duurde dan gepland waardoor ik moest rennen voor de bus. Iets dat met mijn conditie een grote impact heeft overigens.

de-eerste-drie-kampioenen-midfond

Na de voor mij persoonlijk altijd zeer vermoeiende tripjes rest bij thuiskomst altijd weer een pak werk. De hokken zijn bij een afwezigheid van een nacht en een dag op zijn minst drie keer niet geschrapt hetgeen bij mijn hokbezetting resulteert in wederom een extra klusje. De eerstvolgende morgen na thuiskomst moet namelijk alles weer schoon. Nog voor het werk. Zeker als het op de dag van afwezigheid flink geregend heeft is het geen overbodige luxe. In mijn volières liggen vaste vloeren zoals de vaste volgers wel weten en met regen zijn deze zeer vochtig en vaak drijfnat. Afhankelijk van de windrichting.

de-eerste-drie-kampioenen-dagfond

Na de vrijdag volgt dan het weekeinde en deze keer voelde de zaterdag ook als een reeks van activiteiten. In de ochtenduren stond het wekelijkse groot onderhoud weer op de rol (naast de reguliere verzorging een bad voor de kwekers en schrappen onder de roosters, alsmede het opruimen van wat bodembedekker bij de oude doffers plus het grondig reinigen van de zomerjongen – en oude duivinnenvolière).

Tevens beoogde ik nog om de zomerjongen een stukje weg te brengen hetgeen er uiteindelijk niet van kwam omdat het mooie weer in de vroege(re) ochtenduren al snel plaats maakte voor grijs zelfs een beetje dampig weer. Geen vliegweer in ieder geval.

de-eerste-drie-kampioenen-overnachtfond

Dit vliegen van de zomerjongen leek overigens afgelopen woensdag helemaal op losse schroeven te staan omdat het Ministerie van Economische zaken een ophokplicht afkondigde na de zoveelste uitbraak van (een variant van) de vogelgriep. Gelukkig bleken de eerste slachtoffers wilde watervogels afkomstig uit Oost-Europa. Hierdoor wordt misschien voor eens en altijd duidelijk hoe de uitbraken tot stand komen. In vroegere jaren kregen bijvoorbeeld onze duiven onterecht de schuld van het mogelijk verspreiden van het virus, waardoor direct besloten werd tot een ophokplicht (en zelfs het verbieden van vluchten).

Deze keer leek het ook die kant op te gaan want in het eerste besluit van het Ministerie van jongstleden woensdag stond dat duiven en andere hobbydieren ook binnen gehouden dienden te worden. Gelukkig volgde op donderdag reeds een “wijziging van de regeling preventieve maatregelen vogelgriep”. Hierin werd gemeld dat het artikel van de regeling, van de dag te voor, waarin de ophokplicht voor “niet commercieel gehouden gevogelte” stond kwam te vervallen. Onze duiven mogen dus wel uitvliegen!

Dit in tegenstelling tot hetgeen in “Op de Hoogte” van afgelopen vrijdag gemeld werd. Vermoedelijk heeft de samensteller van de nieuwsbrief de wijziging in de regelgeving gemist want op het tijdstip van verzending was dit al bekend.

de-eerste-drie-kampioenen-jonge-duiven

Mijn zomerjongen mogen dus ’s morgens blijven trainen en dit doen ze ook prima. Sinds ze door de grote rui zijn gaan ze iedere morgen weer “op stap”. Ze zijn minstens een halfuur uit het zicht en mede hierdoor is de noodzaak van het opleren wat minder groot.

de-eerste-drie-kampioenen-natoer

Het was qua tijd best handig dat het weer mijn bijna obsessieve dwang om de jongen nog een keertje te lappen verhinderde want in het tweede deel van de zaterdagmiddag stond de kampioenenhuldiging van de afdeling op het programma. Locatie Heiloo en aanvang (van de huldiging) om 16:30 uur. Dit betekende om 15:45 uur weg. Wat dan weer betekende dat het duivenkloffie zo tegen 15:00 uur wel verruild moest worden voor “het nette(re) pak”.

de-eerste-drie-kampioenen-supervitesse

Behalve gehuldigd te worden als 1e kampioen Midfond restte mij namelijk ook de interessante taak het zogenaamde tweegesprek te voeren. Dat wil zeggen een interview op het podium te houden met een sterspeler uit den lande. Als tussendoortje tussen de hoofdmaaltijd en het dessertbuffet krijgen de kampioenen uit Noord Holland bij wijze van spreken nog wat extra informatie om de prestaties op een nog hoger peil te brengen.

Na vorig jaar Henri van Doorn als gastspreker aan tafel gehad te hebben bij interviewer Bert Braspenning was dit jaar de beurt aan mij om Ruud Bakker aan de tand te voelen over zijn duiven, methode en al wat niet meer zij.

ruud-bakker

Ruud Bakker is voor de enkelen die dit nog niet weten een topspeler op de Dagfond waarop hij samen met zijn vader Dolf speelt onder de naam R.C. Bakker, Veenendaal. Dit spelen gaat sinds er in 2007 fors geïnvesteerd werd bij Gerard Koopman meer dan voortreffelijk. Kettinguitslagen en hoge prijspercentages plus NPO-overwinningen zijn sindsdien het handelsmerk geworden van vader en zoon. Al bij al een interessante gesprekspartner om eens een klein uurtje vragen aan te stellen. Qua onderwerpen kwam het hele gamma aan de orde. Ruud antwoordde spontaan en eerlijk. Oprecht zelfs.

Bijgebleven zijn mij drie zaken. Ten eerste de gedrevenheid waarmee de mannen in Veenendaal hun sport bedrijven. Ondanks dat ze ook nog druk zijn met een groothandel in zoetwaren wordt er alles gedaan om de duiven succesvol te laten presteren. Niet alleen wordt er niet geschroomd om de beurs te trekken om aan de juiste kwaliteit duiven te komen, ook moet er letterlijk alles voor wijken. Ruud kreeg de lachers in de zaal op zijn hand toen hij vertelde dat hij toen hij zijn vrouw/vriendin leerde kennen hij haar te kennen gaf dat “de duiven altijd op de eerste plaats staan”! Wel voegde hij hieraan toe dat dit sinds de geboorte van zijn twee dochters toch inmiddels een beetje veranderd is.

Ten tweede viel mij de bijzondere wijze van motiveren van de duiven op. Of beter gezegd het vrijwel ontbreken hiervan gedurende grote delen van het seizoen. Bij Dolf en Ruud krijgen de duiven hun partner na het grootbrengen van de jongen pas weer bij de derde of vierde dagfondvlucht te zien! In de tussentijd vliegen ze vluchten gewoon op conditie en kwaliteit. De duivinnen komen dan binnen in het duivinnenhok en de doffers in het dofferhok. Mocht er eens een duif tijdens de vluchten in het verkeerde vallen dan wordt dit er direct weer uitgepakt! Doel is natuurlijk te pieken op de wat verdere Dagfond waarvoor het Koopmansoort dat onder de pannen zit natuurlijk uitermate geschikt is, maar opmerkelijk blijft het.

Tenslotte viel mij en zonder twijfel de overige aanwezigen in de zaal op dat Ruud en zijn vader behoorlijk wat jonge duiven verliezen. Ondanks de edele afstamming verspelen ook zij enorme aantallen duiven. Dit jaar was het “helemaal verschrikkelijk” om Ruud te citeren, maar ieder jaar is het moeilijk. “De jongen hangen er bij ons bij, we zijn te druk met de dagfondduiven”, aldus Ruud. Hij is dan ook een groot voorstander van het nieuwe vluchtprogramma van de NPO omdat hij hierin kansen ziet om meer tijd te besteden aan de junioren (doordat de vluchten pas na het oude duivenseizoen beginnen).

Al met al vloog de tijd om, mede door een aantal vragen uit de zaal! Na afloop heb ik nog een uurtje staan napraten met vader en zoon. Het was aangenaam kennismaken hetgeen ergens in het voorjaar met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid tot een bezoekje aan de hokken zal leiden.

Na een interessante bonnenverkoop met best hoge bedragen kon de voorzitter de vlot verlopen huldiging om 21:00 uur sluiten!

 

OP EIGEN HOK

Hierover is tussen de regels door al voldoende geschreven. Over duiven die gescheiden zitten en grotendeels niet uitvliegen valt ook niet zoveel te melden. Wellicht volgende week meer dus zoals bijna altijd …. afwachten maar weer ….

Tot volgende week,

Michel Beekman