Uit de doos (maar actueel) Doping een actueel thema (deel 2)

Doping een actueel thema (deel 2)

Zondag 3 februari 2013. Alweer de eerste zondag in februari! Nog 10 weken en dan hebben we de eerste vlucht van het seizoen 2013 er alweer opzitten. Nog niet helemaal voor te stellen maar aan het lengen van de dagen, vooral op mooie dagen, is het te merken dat het nieuwe seizoen toch echt in aantocht is. Gisterenmiddag / avond werd nog eens terug gekeken op het achterliggende seizoen. Ditmaal bij de kampioenenhuldiging van mijn rayon. Naast de gebruikelijke onderwerpen die tijdens zo’n samenzijn aan de orde komen was ook mijn column van vorige week een gespreksthema. Althans aan mijn tafeltje en als ik mensen tegen het lijf liep. Natuurlijk liepen de meningen hierover uiteen. Er was een groepje melkers die mijn gedachtegang steunde. Als er in andere sporten gebruikt wordt waarom dan in de duivensport niet? Een andere groep kon zich niet voorstellen dat doping zou kunnen werken.  Zij wezen op het feit dat er de laatste jaren niemand gepakt werd tijdens de dopingcontroles binnen onze sport.

Op zich is dit juist maar uit de recente informatie die de heren Armstrong en Rasmussen ons gaven blijkt dat het voor hen ogenschijnlijk een peulenschilletje was om de controles te omzeilen of om de verboden stoffen te maskeren. Ik vrees dat dit in onze sport niet veel anders zal zijn. Bovendien worden binnen onze sport de controles verricht direct na of in sommige gevallen direct voor een grote vlucht. De pakkans is dan gering omdat de slimme gebruiker er wel voor zorgt dat het verboden middel dan al uit de duif verdwenen is. Beter zou zijn om de duiven van mogelijke verdachte gebruikers een week of vier voor die tijd te controleren.

Om de groep ‘goed gelovigen’ te overtuigen van het feit dat er binnen onze sport best wel melkers rondlopen die geen scrupules hebben om naar het verboden flesje te grijpen een aantal voorbeelden uit de oude doos. Uit tijden dat er nog niet of nauwelijks sprake was van een verboden lijst maar in een tijd dat deze stoffen in andere sporten wel al reeds verboden waren.

Aan het eind van de jaren tachtig was ik als jonge twintiger een relatief groot fan van de Duitse hardloopster Katrin Krabbe. Naast haar geweldige uitslagen op de 100 en 200 meter deed haar uiterlijk menig mannen- en jongenshart sneller kloppen. Ze koppelde snelheid aan gratie en schoonheid. Ze leek alles te hebben, maar in 1992 kwam aan het sprookje een ruw einde. De gracieuze atlete snoepte ook uit verboden potjes en werd gepakt op het gebruik van Clenbuterol.

Als duivenmelker ging er bij gelijk een lampje branden. Dit moest een ideaal middel zijn voor duiven. Een middel dat in Nederland nu alleen nog als geneesmiddel op de markt is voor het oplossen van astma problemen bij paarden maar dat toen natuurlijk ook al als bijwerking had dat het vlees omzette in spiermassa (een beetje gesimplificeerd weergegeven). Om die reden werd het destijds ook illegaal verstrekt aan koeien. Ondanks mijn gedachten over de nuttige werking bleef het hierbij. Internet bestond niet en met duivenveeartsen er over spreken kwam toen (nog) niet bij mij op. Groot was mijn verbazing toen ik nog niet zo gek lang geleden merkte dat dit middel daadwerkelijk op de verboden lijst voor postduiven stond. Nog groter was mijn verbazing toen ik ongeveer in dezelfde periode kort na elkaar twee verhalen hoorde over het daadwerkelijke gebruik van Clenbuterol in de duivensport eind jaren tachtig en begin jaren negentig.

Het eerste verhaal hoorde ik toen ik een duifje kwam ophalen bij een hobbyboer in den lande. Naast postduiven bezat hij ook paarden. Eén hiervan kwam niet van de hoest af. Toen de duivendierenarts die bij hem op bezoek kwam dit hoorde meldde deze hem dat hij wel wat zou opsturen. Het boertje vroeg wat het kostte en betaalde de arts. Enkele dagen later arriveerde het pakje. Het boertje opende het pakje en trof een aangebroken verpakking Clenbuterol aan. Plus een briefje van 10 gulden. Het boertje belde de dierenarts om uitleg. Deze verklaarde simpelweg dat hij het tientje had bijgesloten omdat hij een bevriende duivenmelker enkele tientallen grammen Clenbuterol had verstrekt …….

Een tweede verhaal hoorde ik aan de bar tijdens het bezoeken van een tentoonstelling. Twee topliefhebbers spraken over een duif waarvan de foto boven de bar hing. De duif had de bijnaam ‘Clenny’. Geïnteresseerd als  ik toen was (en nog altijd ben) vertelde ik het verhaal van Katrin Krabbe (zoals hierboven bespreken en de gunstige werking die dit goedje volgens mij had)  omdat ik dacht dat er een verband was tussen de naam van de duif en de stof. En ja u raadt het al. Mijn verhaal brak het ijs en de topmelkers vertelden dat de duif zijn orgelpunt had beleefd na een injectie met Clenbuterol. ‘Het was al een prima duif maar toen mijn dierenarts met dit middel aankwam besloot ik het aan een topduif te geven, met een verpletterend resultaat op een dagfondvlucht’.

Een ander verhaal over een andere verboden stof hoorde ik in het najaar van 1996. Het betrof het gebruik van EPO bij postduiven. In de wielersport was het in die jaren min of meer een publiek geheim dat dit middel volop gebruikt werd en mijn vader vroeg op de NPO-manifestatie aan een topmelker uit het midden van het land of EPO ook gebruikt werd in de duivensport. Wij hadden de man in kwestie leren kennen op de totale verkoop van een clubgenoot in het voorjaar van datzelfde jaar. Hierdoor was er iets dat op een vriendschap leek ontstaan, dus de melker in kwestie antwoordde direct. ‘Injecteren in de borstspier’! Hij noemde ook nog de dosering maar die ben ik in de loop der jaren vergeten. Enigszins onthutst verlieten we destijds de hal met de gedachte van ‘dus toch’. Het verkrijgen van EPO was voor ons gewone stervelingen onmogelijk en veel te duur dus we hebben nooit iets met deze kennis gedaan.

Nu bestaat er binnen de duivensport de mare dat EPO bij duiven niet werkt. Twee dierenartsen die ik hoog heb zitten beweerden deze week nog dat dit het geval is. Ze verwezen onafhankelijk van elkaar (en zonder dit expliciet te vermelden) naar dezelfde studie hierover. Deze studie werd ooit verricht door Ruben Lanckriet (in artikelen vaak foutief gespeld als Lankriet) en deze studie wordt vrijwel altijd aangehaald wanneer er gesproken wordt over ‘EPO bij postduiven’. De nog jonge veearts in opleiding vond dat postduiven als gevolg van 200 jaar selectie al een hoge haematocrietwaarde bezitten van tussen de 55 en 65. Hierdoor zou EPO geen toegevoegde waarde hebben mede door een andere werking van de longen. De verhandeling die Lanckriet hierover heeft opgesteld (naar verluidt een afstudeeropdracht) heb ik op internet niet kunnen vinden. Jammer want ik vond slechts een moeizaam werkende website van de praktijk van Lanckriet waar wel gesproken wordt over artikelen maar die vervolgens (nog) niet te openen zijn …. . Voor het overige kon ik helemaal geen artikelen over het gebruik van EPO bij duiven vinden. Alleen dat is al opmerkelijk.

De vraag die bij mij echter rijst en die ik ook graag aan dierenarts Lanckriet zou willen stellen is de volgende. Daalt bij duiven ook de haematocrietwaarde  bij het leveren van langdurige en zware inspanningen? Uit de wielersport blijkt namelijk dat dit bij mensen het geval is.  Als dit bij duiven ook het geval zou zijn, zou m.i. het gebruik van EPO wel nut kunnen hebben. Om de waarde weer op peil te brengen (zoals de EPO gebruikers in de wielersport deden) …..

Overigens staat EPO niet op de verboden lijst van zowel de Belgische als de Nederlandse Bond wellicht om bovengenoemde reden. Een dierenarts die ik (indirect)sprak dacht dat het wel verboden was omdat het ook in andere sporten verboden is.

Het laatste verhaal is meer recent en al eens door mij beschreven. Het betreft het gebruik van AICAR. In 2008 hoorde ik van een topspeler uit het Noorden van het land over dit nieuwe tovermiddel in de sport. Hoe hij aan deze kennis kwam meldde hij niet maar wel vertelde hij dat hij via de universiteit van Leiden aan dit goedje had proberen te komen. Dit lukte niet maar de medewerker van de universiteit van Leiden meldde hem wel dat hij al de tweede was die dit probeerde. Een liefhebber uit Zuid Holland had dit eerder in 2008 al geprobeerd.  Inmiddels een vijftal jaren later beheerst AICAR de wielersport als vervanger van EPO. Of in ieder geval de publiciteit hierover. Ook is het intussen makkelijk verkrijgbaar op internet dus waarom zouden duivenmelkers het intussen niet gewoon verstrekken (misschien is het wel iets te duur). Op de verboden lijst staat het niet en dan mag het formeel gezien. Bovendien we weten allemaal hoe de duivensport omging met zaken als Neo Cortef en Ledercort toen deze nog niet op de verboden lijst stonden ….

Erger nog, er is nog een leger aan middelen dat prestatie bevorderend werkt en op geen enkele lijst staan. Wat denkt u van TB500, DHEA of IGF-1? Nooit van gehoord zegt u? Ik ook niet tot ik deze we(e)k(en) eens wat zat te ’googlen’. Schrikbarend wat er allemaal geprobeerd wordt om mens en dier beter te laten presteren.

OP EIGEN HOK

Toonde ik gisteren even de duivinnen aan hun doffers. Ze zaten inmiddels twee weken gescheiden. Om niet de fout van vorige jaren te maken heb ik besloten ze dit jaar regelmatig even bij elkaar te laten tot de aanvang van het seizoen. Ze moeten goed gekoppeld blijven dus daarom de komende weken maar een paar keer bij elkaar.

Inmiddels hebben de eerste duiven ook al een beetje los gevlogen. Een aantal over-duivinnen en toekomstige kweekduivinnen mochten vandaag en gisteren even de omgeving verkennen. Het was even spannend of ze de nieuwe ingang wisten te vinden maar dit bleek geen enkel probleem. Zelfs de zomerjongen die als jong op een ander hok huisden liepen vlot naar binnen. Een beetje krap houden doet wonderen.

Niet krap in het voer zitten de kweekduiven. Door het verleggen van de eieren van mijn betere vliegduiven liggen er nu 42 piepertjes. Of ze allemaal uitgroeien tot volwassen duiven is de vraag want er schuilen nog vele gevaren voor deze mogelijke toekomstige kampioentjes. In het kweekhok vormen op dit moment knokpartijen het grootste gevaar. Een koppel maakt er echt een potje van en zit dagelijks in het broedhok van de buren. De jongen hiervan leven nog maar hoe lang is wel de vraag. Afwachten maar weer.

Tot volgende week!

Michel Beekman