We houden de traditie levend maar hoe lang nog …..

We houden de traditie levend maar hoe lang nog …..

Zondag  2 november 2014. Vanmorgen had de ochtendstond al vroeg goud in de mond. Na een korte nacht vroeg het hok in voor het wekelijkse groot onderhoud. Wederom met prachtig weer en dat maakt het verzorgen van duiven in deze tijd van het jaar bijzonder aangenaam. Temeer omdat tijdens het zondagse ritueel er geen sprake is van haast. Gewoon op het gemak de hokken schrappen. Hok voor hok in een rustig tempo. Heel anders dan doordeweeks waarin alles met ‘veel stoom en kokend water moet gebeuren. ’s Morgens wacht immers de baas en ’s avonds de duisternis. Dat wil zeggen het tijdstip dat mijn lampen beginnen uit te dimmen. Vaak is het haasten om dit voor te blijven.

Zondag is dus alles anders en dit biedt dan ook een mooie gelegenheid om eens wat te reflecteren tijdens het poetsen. Vaak denk ik aan mijn werk maar vandaag gingen mijn gedachten uit naar de stand van het duivenland. Dit land ligt er niet zo best bij als ik eerlijk ben. De onenigheid is groot binnen diverse afdelingen. Het lijkt erop dat ondanks het feit dat we steeds minder leden hebben de sport steeds gecompliceerder wordt. Niet zozeer de sport zelf, hoewel die natuurlijk ook steeds meer evalueert, maar vooral de wereld er om heen. We worden met ze allen steeds ouder maar het lijkt erop dat de we niet wijzer worden en steeds meer uit elkaar groeien. De meningsverschillen worden uitgediept op de sociale media en polariseren hierdoor nog sterker. Het wordt dan ook steeds moeilijker een gemeenschappelijk belang te destilleren uit de smeltkroes van individuele belangen.

Gek eigenlijk want de nog o zo beperkte groep duivenmelkers zou elkaar juist moeten steunen in de laatste paar jaar dat we de sport nog op de wijze kunnen bedrijven zoals we deze al zo’n 70 jaar kennen.

Gisterenavond tijdens de jaarlijkse kampioenenhuldiging van het district Amsterdam werd mij pijnlijk duidelijk dat we op dit moment met een kleine groep alleen nog de traditie die duivensport heet (en heeft) levend houden.   Een kijkje in de al met al nog redelijk gevulde zaal toonde als het ware een bijeenkomst van de ANBO (de Algemene Nederlandse Bond van Ouderen)  aangevuld met een paar fanatieke eind veertigers en een verdwaalde dertiger. Dit alles in een setting die voor dit moment nog prima voldoet maar die wel melancholiek maakt.

Generale kampioenen District Amsterdam

Als kleine jongen toog ik aan de hand van mijn vader naar het statige Hotel Krasnapolski. Dit huidige 5 sterren hotel kende een duivenmelker als eigenaar en hij bood de toenmalige Afdeling Amsterdam onderdak voor de jaarlijkse festiviteiten. De duiven zaten in enorme rijen tentoonstellingskooitjes in een kolossale zaal. Er was een indrukwekkende ereklasse van landelijke prominenten en zelf zijne koninklijke hoogheid Prins Bernard leverde bij tijd en wijlen een bijdrage in de vorm van een viertal duiven. Niet dat de beste man iets met duiven had maar het gaf toch status aan het evenement.

Duiven in zalen met kroonluchters die de dag na de tentoonstelling natuurlijk van het duivenstof ontdaan moesten worden. Niet meer voor te stellen, evenals het enorme feest dat ’s avonds gevierd werd. 500 man in de zaal was geen bijzonderheid. Iedereen op zijn paasbest opgedoft. De tentoonstelling, de huldiging van de kampioenen en de zondagse bonnenverkoop vormden een uitje waar naar werd uitgekeken! Niet zo gek overigens want de televisie had nog slechts 2 netten, het bezit van een auto voor het ondernemen van allerlei activiteiten was nog geen gemeengoed en het woord ‘shoppen’ moest nog worden uitgevonden.

Met het verstrijken van de tijd verdween langzaam de grandeur. Na ‘Kras’ volgde nog wel het Hilton Hotel waar ik overigens als 18 jarige mocht debuteren in de ereklasse, een nog altijd ongekende ervaring (evenals het ontbreken van het bekertje voor mijn afdelingskampioenschap tussen de senioren want het stimuleren van jeugdige liefhebbers bestond ook nog niet of nauwelijks).

Het verval ging daarna snel. De tegenwoordige 5 sterren hotels werden vervangen door steeds kleinere accommodaties. Via de politie-sociëteit ,hetgeen ik in combinatie met veel duivenmelkers altijd een uiterst tegenstrijdige locatie vond, en een obscuur zaaltje in Osdorp bij de dartclub zijn we uiteindelijk uitgekomen bij het Antoniushuis in Amsterdam Noord. Niets mis mee maar het verval valt niet meer te stuiten en de vraag is dan ook ‘hoe lang nog’.

De zaal wordt namelijk jaar bij jaar een beetje leger. Ieder jaar ontvallen ons vaste bezoekers. Gisteren was de grote kampioen uit Amsterdam Noord voor het eerst alleen aanwezig doordat ze vrouw onlangs overleed. Een vaste bezoeker uit Aalsmeer ontbrak letterlijk door een heupfractuur waarvan hij hopelijk herstelt. Het geeft al aan hoe ver we met het ‘feest’ gekomen zijn. We weten zo ongeveer precies wie we missen …..

Dit was ook al te merken aan het feit dat we voor de deur konden parkeren. De parkeerwacht die er voor zorgde dat de grote aantallen bezoekers van een dancefeest in een aanpalend pand niet op het parkeerterrein konden vroeg ons letterlijk of wij ‘bezoekers waren van het duivenfeest’.

De goede, nog zeer jeugdige, man had ongetwijfeld geen idee waarover hij sprak. Als hij een blik in de zaal had kunnen werpen zou hij zich waarschijnlijk op de dijen hebben geslagen van het lachen. Een duivenhuldiging (en zeker in of in de omgeving van Amsterdam) is namelijk alles behalve een flitsende gebeurtenis. In de zaal zitten hoofdzakelijk mannen die de hele avond niets anders doen dan een beetje kletsen, een biertje of een frisje drinken en tussendoor naar het warm en/of koud buffet sjokken. Ondertussen speelt er een man niet onverdienstelijk op een orgeltje en zingt af een toe een wijsje dat dertig jaar of langer geleden in de hitparade stond. Er is de mogelijkheid om te dansen maar hiervan maakt op een enkele uitzondering na niemand gebruik.

De man achter het orgel heeft echter een makkelijke avond want hij speelt niet langer dan 20 minuten achter elkaar. Er moeten namelijk veel plichtplegingen plaatsvinden want de sport kent nu eenmaal veel kampioenen en dat is in het District Amsterdam niet anders. Deze kampioenen worden overigens sinds jaar en dag keurig toegesproken door de voorzitter. Hoogtepunt van de avond vormt de huldiging van de Generale kampioenen. In het District wordt nog gewoon ouderwets gespeeld. Niets geen gezeik over beperking van het aantal duiven per liefhebber of andere moeilijke puntentellingen. De eerste geklokte duif behaalt voor zijn baas de punten (onaangewezen) en wie dit over plusminus 30 vluchten het beste doet wint! Iedereen lijkt er vrede mee te hebben want er komt nooit een voorstel om dit te veranderen. Men weet kennelijk zijn plaats want de meeste onaangewezen kampioenen zijn ook terug te vinden bij de aangewezen kampioenen waarbij je er slechts 1 van de bovenste 5 hoeft te draaien! Ook lekker simpel!

Slotstuk van deze zich enigszins voortslepende avond is de trekking van de verloting, bij ons tombola genoemd. Om de kosten te dekken worden er lootjes verkocht. Er staat een prijzentafel vol zaken die een ieder al heeft maar gek genoeg vinden lootjes gretig aftrek. De trekking vindt steevast na 00:00 uur plaats want dan ‘blijft de zaal lekker vol’. Vrijwel iedereen zit op het puntje van de stoel. Niet voor de prijzen maar vanwege het feit dat men graag zo snel mogelijk naar huis wil. Direct na het laatste lootje stroomt de zaal dan ook leeg, op een aantal diehards na.

Bij thuiskomst vraagt mijn vrienden altijd ‘Was het leuk”? Een moeilijke vraag. Het is niet ongezellig en na een paar weken zonder directe duivencontacten is het altijd wel aardig om weer met een aantal ‘soulmates’ bij te praten. Echter wanneer ik naar eer en geweten zou antwoorden zou ik haar moeten melden dat het eigenlijk ‘niet leuk’ is. Het hoort er echter gewoon bij. Duivensport is vliegen in het seizoen en genieten van de aankomsten en de eventuele prestaties. De meeste huldigingen zijn gewoon een soort traditie en die houden we met een steeds kleiner wordende groep levend. Volgend jaar gaan we gewoon weer evenals volgende week, die week daarop en die week daarop …

Voor degene die nog eens nostalgische duivensport in de wintertijd wil zien moet maar eens de onderstaande link aanklikken. Het is een filmpje van een tentoonstelling en kampioenhuldiging van een inmiddels niet meer bestaande, roemruchte vereniging. https://www.youtube.com/watch?v=pWU3yvo-OoE

Tiel 4

Overigens was ik gisteren ook nog even in Tiel alwaar PV de Verwachting een interessant groep melkers bij elkaar had weten te zoeken voor hun forum. Waarschijnlijk door het mooie weer was de zaal iets minder vol dan verwacht. Dit mocht echter de pret niet drukken en onder leiding van Maurice van der Kruk kwamen alle bekende onderwerpen in duivenland aan bod. De forum leden Dirk Donckers, Johan den Hartog, Frank Zwiers en Peet Solleveld namen geen blad voor hun mond en beantwoorden de vragen naar eer en geweten.

Het blijft echter opvallend dat er zulke grote verschillen in benadering bestaan en dat de resultaten toch goed zijn! Meer dan goed bij sommigen. Wellicht later nog eens wat meer over dit forum.

OP EIGEN HOK

Blijven de najaarsjongen goed groeien. De eersten kunnen er komend weekeinde af. Voor het overige vallen de veren prima en valt er weinig anders te melden.

Een puntje is misschien de bonnenverkoop ten behoeve van het KWF op http://www.duiven.net. Ook al zo’n traditie. Hierop staat ook een bon van mij. Dit is de enige die dit jaar in de verkoop komt. Ik weet niet of het er veel liefhebbers voor zijn maar voor degenen die een bon van mij willen bemachtigen is dit dus de enige kans!

De reden hiervoor is overigens niet dat ik onwelwillend sta tegenover het schenken van bonnen. Deze winter moet ik echter iedereen teleurstellen omdat ik de bonnen die ik schonk voor 2014 nog moet uitleveren. Dit kon namelijk niet plaatsvinden door de gezondheidsproblemen in mijn kweekhok het afgelopen voorjaar.

Tot volgende week,

Michel Beekman